DEN BELS IN DEN BOSCH
J. L. THIELEMANS
BAADT IN...
Weelde
Een dag in de nacht: 30 september/
1 oktober. In de nachtdienst te Den
Bosch. Een lang nachtje voor wie het
niet gewoon is. Een ogenschijnlijk kort
nachtje voor de mannen die uitkijken
naar het lange, vrije weekend. Een
nachtje met J. L. Thielemans, 47 jaar, ge
trouwd, twee kinderen, afkomstig uit
Weelde, België, grensarbeider, pen
delaar, werkzaam in de oude bottelarij,
aan colonne 4, vaste stek de uitpakker.
Een goedlachse man met oneindig veel
plezier in de alledaagse dingen.
Een nachtje ook met Baelemans, die
overdag maar moeilijk slapen kan, een
nachtje met 'Polleke' van de Pol ofwel
Den Engel Gabriël, en met zijn maat
die Victor Kenis heet, een nachtje met
'dolle' Kees uit Goirle, die weer heel wat
afgelachen heeft, een nachtje met Louis
Meyvis, die 'kleine van de acht', met de
onverstoorbare Spanjaard, de rustig re
gelende Wijers, de scherp toezicht hou
dende Van Gulik en de als een rad van
avontuur ratelende Sep met de pet.
Een nacht gelijk aan alle andere, voor
wie de nacht een dag van werken is. Een
dagje nachtdienst tussen zomaar men
sen, in zomaar een afdeling van zomaar
een brouwerij. Met Thielemans als
hoofdpersoon in zomaar een verhaal.
Het is vijf na negen in de avond als op de
Tilburgseweg 168 in Weelde, weinig
kilometers van de grens met Holland,
mevrouw Thielemans haar voordeur
opent en meldt dat ze ons verwacht.
"Hebde gij goesting om iets te eten of te
drinken lust ge een pintje biereen
Heineken zijn de eerste zinnen na
de kennismaking. Als we een tikje uit
dagend laten weten dat ook een Bel
gisch biertje hier best zal smaken, ex
cuseert zij zich met te zeggen dat dit
praktisch nooit voorhanden is. En Thie
lemans valt haar bij: "Niet om het een of
ander, niet omdat ik bij Heineken werk,
maar Heineken is een goei bier".
"Ik heb niemand niets gezegd van jullie
komst. Dat kan een mooie verrassing
worden. Maar ge hebt wel een beetje
tegenslag, er zijn ervan den Belsen veel
met verlof. Op 't lest van de week pak
ken ze nogal gemakkelijk een snipper
dag". Zelf heeft Thielemans deze week
drie nachten vrijaf genomen. Zittend op
een pluche bank, temidden van een met
smaak gekozen en stijlvol geordend
interieur, geeft hij er blijk van het naar
de zin te hebben.
Zijn vrouw ziet hem 'niet gère' vertrek
ken zo 's avonds laat. "Steeds weer een
week lang de man 's nachts niet thuis,
dat is voorwaar niet gezellig. Het alleen
zijn benauwt me soms wel. En als straks
de kinderen van huis zijn, wordt het nog
triestiger. Ook overdag is het een vreem
de zaak. Dan moeten we heel stillekens
zijn. Geen lawaai met den deuren. Zo
benauwd te leven, dat zijn wij Belsen niet
gewoon. Ik zet gère den radio eens aan".
Bijna zeven jaren werkt Thielemans nu
bij de brouwerij. Voordien ging hij naar
de dakpannenfabriek in Turnhout. "Dat
was hard werken. Geestelijke arbeid
en handenarbeid door mekaar. Ja, heel
zwaar. Maar het werk is stilgevallen,
omdat het niet aan deze tijd voldeed. Zo
ging het ook metdesteenbakkerijen aan
het kanaal bij Ravels. In deze streek is
nog heel weinig nijverheid. Dat werk
moet je nu elders zoeken. En dan is het
om het even of je nu pendelt naar Ant
werpen of naar Holland".
Het is tien na half tien. Opkomend licht
van twee koplampen zegt onsdatdebus
naderbij komt. Thielemans met actetas,
als vervoerde hij een troonrede, stapt in.
Een tweede man met actetas sluit aan.
Onder aanvoering van de muziek zwelt
het stemgeluid der overige reizigers aan
tot een ongekend aantal decibels.
Fotoflits en bandrecorder vormen de
aanleiding. Een korte explicatie werkt
verhelderend. En na 'allemaal op de
kiek'zijn we dikke vrienden. Omwille van
'den reportaasj' praat Thielemans met
elkeen om hem heen. Eén van hen is
Daelemans.
"Acht jaar terug kwam ik bij Heineken.
Den overheid van de brouwerij bood mij
werk dat me wel leek. Dat heb ik aange
pakt, want waar wij ons als werkmensen
best voelen, daar gaan we naar toe.
Maar die nachtdienst, dat is voor mijn
heel slecht. Overdag kan ik de slaap
maar moeilijk vatten. Soms lukt het maar
een paar uurkens".
Thielemans neemt het gesprek over en
zegt dat hij een man kent die al 16 jaar
in de nacht zit en die niet anders wil.
,,Krek, maardie-en man iseraan gewend
geraakt", zegt Daelemans, „Wij raken er
nooit aan gewoon". Thielemans beaamt
het: „In het begin van de week merk je
dat het ritme anders is. En tegen de tijd
dat je in de pas loopt, ga je de nacht al
weer uit".
Het gesprek waaiert uit tot achter in de
bus, waar de tussen de grens en Goirle
ingestapte Hollanders zich beginnen te
roeren. Daar gaan we over op een ander
thema en ik vraag of de Belgen-moppen
10