Afscheid drs. G. L. Rinkel
1. Mejuffrouw J. L. Toneman, die tot 1 december 1974 secretaresse
van de heer Rinkel is geweest, neemt hier afscheid van de heer en
mevrouw Rinkel.
heeft opgebouwd, waarbij kennis en deskundigheid, maar niet
minderde persoonlijkheid, een grote rol speelden.
Een van de vele hobbies van de heer Rinkel was een biologisch
onderwerp waarop hij destijds afstudeerde en waaraan hij zich
ook vele jaren daarna nog wijdde, en wel de kievit. Er zijn nogal
wat parallellen te trekken tussen hem en deze vogel, aldus de
heer Van Marwijk Kooy, die daarvan enkele toepasselijke
voorbeelden gaf. In de afgelopen 35 jaar heeft de heer Rinkel
zich doen kennen als een groot organisator, vervolgde de heer
Van Marwijk Kooy. Ook de economische belangstelling was
opvallend en de brouwerij heeft hieraan vele nieuwe plan
ningtechnieken te danken. Bijna acht jaar hebben de heer Van
Marwijk Kooy en de heer Rinkel samengewerkt en na een korte
periode waarin zij eikaars denk- en werkwijze moesten leren
Na een dienstverband van ruim 35 jaar nam drs. G. L. Rinkel op
31 mei jl. in „De Hooiberg" te Zoeterwoude afscheid. Ir. R. van
Marwijk Kooy sprak als eerste de scheidende directeur toe. Hij
vond het welhaast vanzelfsprekend, bij een gelegenheid als
deze, verschillende punten uit de loopbaan van de heer Rinkel
de revue te laten passeren. Na op 1 oktober 1940 in dienst te
zijn getreden, werd de heer Rinkel na vijf jaar als één van de
eersten uitgezonden naar het buitenland. De eerste post was
die van brouwmeester bij M.B.L., de brouwerij in Singapore. Na
zes maanden werd de heer Rinkel benoemd tot technisch
agent bij de brouwerij in Soerabaja, waar hij zes jaar verbleef.
Medio 1952 volgde de benoeming tot technisch directeur van
de brouwerij in Caracas, Venezuela. In 1957 naderde de nieu
we brouwerij in Den Bosch haar voltooiing en werd de heer
Rinkel gevraagd als onderdirecteur de technische leiding op
zich te nemen. Na ongeveer een jaar vond de benoeming
plaats tot hoofd Technisch Beheer Buitenland, in 1963 tot di
recteur Heineken's Brouwerijen Nederland N.V. en enkele ja
ren nadien tevens tot mede-directeur van het Rekencentrum.
Na de fusie met Amstel kreeg hij de verantwoordelijkheid voor
de produktie in de Nederlandse brouwerijen van ons concern.
Uit deze terugblik blijkt, zo zei de heer Van Marwijk Kooy, dat
de heer Rinkel in de loop der jaren een voortreffelijke carrière
kennen, volgde een lange periode waarin van een succesvolle
samenwerking sprake was. Vooral hetgeen hij in de afgelopen
bijna 36 jaren tot stand heeft gebracht, dankte de heer Van
Marwijk Kooy hem namens het bedrijf hartelijk. In deze hulde
werd ook de echtgenote van de heer Rinkel betrokken. De heer
Van Marwijk Kooy bood tot slot een boekwerk aan, getiteld
„Utrecht, door de eeuwen heen", mede om tot uitdrukking te
brengen dat de band, die in acht jaar samenwerking is ont
staan, erg op prijs is gesteld.
Aan het begin van zijn toespraak zei ir. A. K. E. ten Bruggen
Cate dat van de bedrijfsleiders hij degene was, die het langst
onder de heer Rinkel heeft gewerkt. De belangrijkste tijd was
wel de laatste 121/2 jaar toen de heer Rinkel directeur pro
duktie Nederland was.
Gedurende die tijd beleefde de bierconsumptie in Nederland
een onstuimige groei en steeg van ongeveer 30 liter per hoofd
van de bevolking in 1963 tot ongeveer 80 liter in 1975. Een
groei die bijgehouden moest worden op het produktiefront. De
heer Ten Bruggen Cate was verheugd te kunnen zeggen dat
de operatie geslaagd is. Die groei moest natuurlijk in de eerste
plaats bijgehouden worden door het realiseren van grote uit-
2. Mevrouw G.A. Ehrenforth. secretaresse van de heer Ten Bruggen
Cate. bedrijfsleider van de vestiging Den Bosch, biedt de heer Rinkel
namens alle bedrijfsleiders vier etsen aan.
3. De heer Van Marwijk Kooy overhandigt aan het slot van zijn toe
spraak een boek over Utrecht, de stad waar de heer Rinkel zijn studie
biologie weer zal opvatten.