3. dat de ondernemingsleiding naar velerlei zijden openheid betracht over het beleid en bereid is daarover periodiek verantwoording af te leggen. Dit gebeurt onder andere reeds in het financiële jaarverslag dat met aandeelhouders, ondernemingsraden en de pers wordt besproken, terwijl ook het sociale jaarverslag hiertoe goede aanknopings punten biedt. Met het bovenstaande heb ik de plaats aangegeven van waar uit de onderneming moet functioneren Het zou veel te ver voeren om de verschillende interrelaties te bespreken, maar wèl wil ik nog iets zeggen over de relatie onderneming - on dernemingsraad. De ondernemingsraad is, en blijft ook volgens de nieuwe ge- dachtengang, een orgaan van de onderneming. Een orgaan van overleg, advies, informatie en communicatie, dat tot taak heeft bij te dragen tot het goed functioneren van de onderne ming in al haar doelstellingen en het vertegenwoordigen van de belangen van allen, die in de onderneming werkzaam zijn. Hierbij wordt uitgegaan van de gedachte dat de onderneming een samenwerkingsverband is, waarin werkgever en werkne mers voor de gezamenlijke taak staan om de doelstellingen van de onderneming te realiseren. In deze optiek past een orgaan waarin deze samenwerking gestalte kan krijgen en waarin het overleg tussen leiding en personeel centraal staat. Het is duidelijk dat het nogal eens zal voorkomen dat de uit gangspositie van beide verschillend is, doch juist in dié geval len is het belangrijk dat door een goede uitwisseling van ge dachten en een juiste afweging van belangen de meest ver antwoorde oplossing wordt gevonden. Overleg betekent niet altijd een rimpelloze zee, de golven kunnen ook wel eens hoog gaan, maar het moet wel de be doeling blijven gezamenlijk de haven te bereiken en niet voortijdig te stranden. U zult zich wellicht herinneren dat ik indertijd tijdens de instal latierede de uitspraak deed, het bepaald betreurenswaardig te vinden dat, terwijl praktisch het hele Nederlandse bedrijfsleven bezig was zich in te leven in de gevolgen van de nieuwe Wet op de ondernemingsraden, alweer aan de S.E.R. advies was ge vraagd over eventuele wijzigingen in taak en bevoegdheden van de ondernemingsraden. De ontwikkelingen sindsdien hebben mij alleen maar in die mening gesterkt, waarbij ik in dit verband wil wijzen op de resultaten van het onderzoek dat onder auspiciën van de Commissie opvoering produktiviteit (C.O.P.) van de S.E.R. werd verricht over het functioneren van ondernemingsraden. Uit dit lezenswaardige rapport wil ik slechts twee feiten noe men: 1. 54% van de gekozen leden vond dat hun raad matig func tioneerde, 31% gaf als oordeel goed, terwijl 6% de kwalifi catie zeer goed gaf. Slechts 9% zei slecht. Dit leidt tot een totale beoordeling die boven 6V2 ligt, een cijfer waarmede menigeen op school niet ontevreden is! 2. 70% van de geënquêteerden vond dat er verbetering viel te constateren in het functioneren van hun raad in de periode 1973—1975, terwijl 10 procent vond dat in dit opzicht zeer belangrijke vorderingen waren gemaakt. Samen dus 80 procent die over dit punt een positief oordeel hadden. Dit is dus de opinie van hen die bij het ondernemingsraden- werk betrokken zijn, terwijl een soortgelijke indicatie valt af te leiden uit een Nipo-steekproef, die enige maanden geleden werd genomen bij een representatieve groep Nederlanders. Bij het vaststellen van de prioriteiten voor het regeringsbeleid bleken bestrijding van werkloosheid en inflatie, de woning bouw en verbetering van de bedrijfsrendementen de hoogste score te krijgen, terwijl de grondpolitiek, de wet op de onder nemingsraden en de V A D. onderaan op de preferentielijst van de bevolking kwamen. Nu weer terug naar het heden: het wetsontwerp Onderne mingsraden is juist dezer dagen ingediend en we zullen de parlementaire behandeling moeten afwachten. De belangrijkste drie punten zijn, dat de nieuwe onderne mingsraad uitsluitend uit gekozen leden zal bestaan en dat voor het contact tussen raad en ondernemer een overlegver gadering zal worden ingesteld waarin de daarvoor in aanmer king komende onderwerpen aan de orde komen. Verder zullen volgens het voorstel de adviesbevoegdheden van artikel 25 worden uitgebreid en wordt het reeds ingediende wetsvoorstel inzake het beroepsrecht ingetrokken om opgenomen te kun nen worden in dit wetsontwerp. Het zou thans te ver voeren om op deze kwestie verder in te gaan. Ik wil volstaan met nog eens te herhalen dat naar mijn mening de bestaande wet ruimschoots de gelegenheid biedt om te komen tot goed functionerende overlegstructuren. Natuurlijk zijn er bij onze raden ook onvolkomenheden voor gekomen, doch ik dacht dat er vooral in het laatste jaar be langrijke vorderingen zijn gemaakt. Goede en vooral vroegtijdige communicatie tussen onderne mingsraad en ondernemingsleiding is essentieel voor het goed functioneren van de raad. Eén van de bezwaren van het voor gestelde systeem is dan ook dat het overleg tussen onderne mingsraad en onderneming in een te laat stadium plaatsvindt, zodat de ondernemingsraad in de vergadering waarin stand punten worden voorbereid, niet of niet voldoende kan toeko men aan een juiste afweging van alle relevante factoren. Ik zie dit dan ook als een duidelijk bezwaar voor een vruchtbaar overleg. Dit is zeker niet het laatste woord dat hierover zal worden gesproken, maar laten we maar met een optimistische opmer king besluiten door te zeggen: komt tijd, komt raad. Nu is echter de tijd van gaan gekomen voor onze eerste C.O.R. en ik wil alle leden gaarne hartelijk dankzeggen voor hun bij drage, hun inzet en het in mij gestelde vertrouwen, dat ove rigens geheel wederzijds was. Ik ben mij er volledig van bewust dat het vervullen van een lidmaatschap in een lokale of centrale ondernemingsraad veel van de persoon vraagt. Zonder een zekere dosis idealisme, zonder de bereidheid om zich extra in te zetten, zonder de wijsheid om opbouwende kritiek van negatieve kritiek te kun nen onderscheiden, kan men zich beter niet kandidaat stellen, maar gelukkig is er in onze ondernemingsraden een groot aantal voorbeelden van medewerkers die hun lidmaatschap tot een succes hebben gemaakt. Het resultaat van de afgelopen verkiezingen is naar mijn me ning goed geweest en wel omdat de nieuwe raden voldoende kunnen steunen op de ervaring van de ,,old timers", terwijl tegelijkertijd de nodige bloedverversing heeft plaatsgevonden. Aan al diegenen die niet meer terugkeren, bij wie er verschei- denen zijn die een groot aantal jaren een vooraanstaande rol bij dit overleg hebben gespeeld, mijn hartelijke dank. Ook mijn bijzondere dank, mede namens de desbetreffende lokale ondernemingsraden, aan de heer Meppelink voor zijn voorzitterschap. Een persoonlijk woord van dank wil ik graag richten tot de secretaris van de C.O.R., de heer Van Es, die sinds kort wordt geassisteerd door mejuffrouw Grolleman. Van zeer nabij heb ik kunnen volgen met welke enorme toewijding u de vele werk zaamheden op het gebied van voorbereiding en verslaggeving van de vergadering verricht. Het maken van notulen is een taak die iedereen onderschat, behalve degene die ze moet maken. Tenslotte wil ik mijn waardering uitspreken voor de wijze waarop het bureau coördinatie ondernemingsradenwerk en personeelsinformatie zijn taak vervult. ,,ln het verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal", zo schreef Bilderdijk bijna twee eeuwen geleden. Maar zijn woor den zijn nog zeer actueel. Ik richt mij nu dan ook in het bijzonder tot de leden van de nieuwe centrale ondernemingsraad en stel er prijs op u in de eerste plaats hartelijk geluk te wensen met uw verkiezing. U hebt een verantwoordelijke taak op uw schouders genomen en dit betekent dat zowel uw voorzitter, als uw kiezers, als de onderneming op uw volledige inzet mogen rekenen. Gaarne wens ik u toe dat dit werk, naast persoonlijke voldoe ning, ook succes voor de onderneming in haar totaliteit zal brengen. Ik kan u de verzekering geven dat ik als voorzitter van de C.O.R., maar evenzeer de heren Kleiberg, Bol en Van der Zee, die ik hierbij succes toewens als nieuwe voorzitters voor de respectieve lokale raden, ons zullen inzetten om verder inhoud te geven aan de onlangs gepubliceerde intentieverklaring, waarin letterlijk staat dat wij het van grote betekenis achten dat de ondernemingsraden als orgaan van de onderneming en als vertegenwoordiging van het personeel zo goed mogelijk func tioneren.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1976 | | pagina 4