Oude ambacht
Dat was het tweede facet dat Huffels boei
de: het behouden blijven van het oude
ambacht. Niet meer overgebracht van
vader op zoon of van eigenaar op op
volger, maar van molenaar op heggemul-
der of van volleerde amateur-mulder op
cursist.
Huffels kwam in contact met de Gelderse
Molenstichting, welke activiteiten organi
seert voor belangstellenden, die het vak
willen voortzetten. Ongeveer gelijktijdig
kwamen er nog drie vrijwilligers opdagen
en op het ogenblik wordt De Hoop door
een groep van vijf amateur-molenaars 'be
heerd'. Behalve Ad Huffels, zijn dat me
vrouw Rees Scholtens, ergotherapeute, Jan
Lonkhuyzen, student biologie, Jan Smit, ad
ministrateur en Hugo Walewijn, gemeente
ambtenaar. Met zijn vijven 'runnen' zij -
meestal op zaterdagmorgen - de molen,
zomer en winter.
Dat runnen bestaat niet alleen uit het
noodzakelijke onderhoud (smeren bijvoor
beeld) en kleine reparaties. Als moderne
heggemulders zijn zij ook produktief en
malen maïs (voor veevoeder) en tarwe, dat
voor enkele naburige bakkers bestemd is,
maar dat ook geleverd wordt aan sommige
van onze personeelsleden, die van het
meel hun eigen brood bakken.
Molenaar worden
Huffels volgt de opleiding tot molenaar,
een cursus die ruim twee jaar duurt. 'Het
vak', zegt hij, 'is eigenlijk alleen van een
echte molenaar in de praktijk te leren.'
Aanvankelijk kreeg hij molenonderricht van
Wiekenstanden drukken gevoelens uit of bren
gen berichten over: 1. vreugde: 2. rouw; 3.
de molen is voor korte tijd uit bedrijf; 4. de
molen heeft langere tijd geen werk; 5. verzoek
om met spoed naar de molen te komen; 6.
bruiioftviering (doorgaans in Friesland).
Willem van Veldhuizen. Na diens overlijden
dit jaar, werd Jan Smit, die inmiddels het
diploma 'vrijwillig molenaar' van de Neder
landse Molenstichting gehaald had, in
structeur. Huffels moet binnenkort ook
examen doen. Dit bestaat uit een prak
tisch en een theoretisch gedeelte. De
theorie is vooral gericht op een goede
kennis van alle molentypen, alsmede van
de molenonderdelen en hun functies, ook
met het oog op onderhoud en reparaties.
Voor dit gedeelte van de theorie is schrif
telijke lesstof voorhanden. Belangrijk is
ook de kennis van het weer: een goed in
zicht in en het juist beoordelen van de
weersomstandigheden. Het praktische ge
deelte omvat onder meer het malen, het
onderhoud (als smeermiddelen worden nog
steeds reuzel - voor de as - en bijenwas
13