Bij de foto's:
1 Een aantal medewerkers van Heineken's Indone
sische Bierbrouwerij Maatschappij te Surabaja,
afgebeeld in het nummer van augustus 1950 ter
gelegenheid van het afscheid van de heer
K. Mulder, hoofd van de administratie.
Enkele voorpagina's van het Clubnieuws, de
voorganger van Vers van 't Vat.
Revues in Rotterdam, een tijd waaraan veien
met weemoed terugdenken. Hier de Schotse
finale van het ballet bij het zilveren jubileum
(in 1952) van jhr P. R. Feith, onze latere voor
zitter van de Raad van Commissarissen. We
herkennen geheel links Rietje Kleingeld-Aanen,
die in liedjes en sketches in die jaren faam
verwierf. Deze revue heette: 'Da's een Feit(h)'.
Zij die ooit de pennevruchten van dit drie
tal lazen, weten dat dit onafhankelijke
blaadje, ofschoon bescheiden van uiterlijk,
vol geest en humor stak. Het laatst ver
schenen nummer bevatte dan ook weinig
juichkreten over de nieuwe situatie.
Toch heeft met name Van der Zwaai tal
loze bijdragen geleverd aan Vers van 't Vat,
maar hij was te veel de artistieke vrijbuiter
om zich op den duur thuis te voelen in de
meer conformistische opzet van het nieuwe
personeelsblad, zoals dit zich in de loop
der jaren ontwikkelde, maar overigens in
zijn eerste tijd nog duidelijk een blad was
dóór en vóór het personeel. Later is het
accent steeds meer op vóór komen te lig
gen, wat nog wel eens wordt betreurd door
de actievelingen onder de lezers.
In het eerste nummer een inleiding van
dr H. P. Heineken, wijs èn inspirerend.
Ook een opsomming van tientallen be
stuurders van verenigingen binnen wat
toen H.B.M. heette. De meesten zijn nu ge
pensioneerd of overleden, maar wij zien
dan ook al de namen van J. Oosterbroek,
nog steeds actief, en van H. van Hoorn,
onze Bossche chef de bureau, toen secre
taris/penningmeester van de Rotterdamse
tafeltennisclub. En van Henny van der
Meer, destijds in Rotterdam bestuurslid
van Heineken's balletgroep en nu als
mevrouw Stil via haar man nog altijd met
de Heineken commercie verbonden.
In de eerste nummers komen we vaste
medewerkers tegen als Vestergaard (die
met een ster ondertekende), 'Gerrit', na
tuurlijk vdz(waal), maar ook een Loeke
d'Havenloze uit Brussel.
In de eerste tijd zien we ook bijdragen van
Van der Eijk uit Soerabaja (nu directeur
Pensioenfonds) en onze latere directeur
De Rijke, vanuit Singapore.
Aan de verschijning van Vers van 't Vat
werd aandacht besteed in 'The Windmill',
het blad van Van Münching, dat toen werd
en nog wordt verspreid onder alle leden
van de verkooporganisatie in de Verenigde
Staten en dat dus zijn zilveren jubileum al
achter de rug heeft.
Wat opvalt als je die eerste jaargangen
met hun tweekolomsindeling nog eens
doorbladert is de grote verscheidenheid,
toen al. Behalve nieuws van de vele perso
neelsverenigingen ('Kom daar nou ereis
om', laat Hildebrandt een van zijn schep
pingen al in de Camera Obscura zeggen)
zien we veel bijdragen uit het buitenland:
12
