Improvisatie
in Kumasi
De heer F. W. R. Steenstra-Toussaint, chef-machinist van
Kumasi Brewery Ltd. in Ghana (West-Afrika), stuurde ons een
verslag van het transport van een stoomketel, bestemd voor de
uitbreiding van de brouwerij in Kumasi. Duidelijk is, dat er bij een
niet alledaags transport als dit heel wat geïmproviseerd moest
worden.
In de vroege morgen van vrijdag 18 oktober werden wij gebeld
door de superintendant van Ghana Railways Corporation met de
mededeling, dat een voor ons bestemde stoomketel op het
station van Kumasi was aangekomen. Hoewel wij de ketel
omstreeks die tijd verwachtten, zijn we, voordat we tot actie
overgingen, toch even gaan kijken of het inderdaad onze ketel
was. De man had gelijk en een snelle inspectie wees uit, dat de
ketel op weg naar Kumasi geen noemenswaardige beschadigingen
had opgelopen, iets waarvoor we toch wel enigszins bevreesd
waren.
Na beraadslagingen met de Chief superintendant van de Railways
Corporation werd besloten om de ketel van het station naar de
brouwerij te vervoeren met een z.g. dieplader (1), die we konden
lenen van een dochteronderneming van United Africa Company.
Ghana Railways zou voor een geschikte kraan zorgen, die de
14 ton zware ketel van de treinwagen op de dieplader zou
hijsen. Om 1 uur 's middags zou het karwei geklaard worden,
maar op dat tijdstip was de kraan in geen velden of wegen te zien.
Enige misverstanden over het wel of niet komen van de kraan
waren na een paar telefoontjes uit de wereld, maar toen het
voertuig uiteindelijk ter plekke was, weigerde het spoorweg
personeel om de kabels om de ketel te bevestigen. Want, zo
redeneerde men. als de kabel breekt, dan krijgen wij de schuld.
In allerijl werd toen brouwerijpersoneel opgetrommeld om dit
onderdeel uit te voeren. Piepend en krakend deed de oude
stoomhijskraan daarna zijn werk.
De tocht naar de brouwerij verliep zonder problemen. Maar hij het
afladen van de ketel begonnen de moeilijkheden pas echt.
Nergens in Kumasi was een mobiele hijskraan voor een zo zware
last te vinden. Het enige waarover men kon beschikken was een
voertuig, waarmee men normaliter bomen vervoert. Dit voertuig,
wheelloader genoemd, kon de ketel evenwel niet tussen de
scharen nemen (2), omdat de kans reëel was, dat de ketel zou
beschadigen. Besloten werd daarom, dat de wheelloader aan één
kant de ketel op zijn scharen zou nemen, terwijl aan de andere
kant vier vorkheftrucks het gevaarte zouden optillen (3).
Elke vorkheftruck heeft een maximum hijsvermogen van 1800 kg,
zodat - wanneer deze vier gelijktijdig zouden opereren deze
goed waren voor de helft van het gewicht van de ketel.
Na wat inspelen lukte het zowaar om de kolos zo ver op te tillen,
dat de dieplader er onderuit kon rijden. Daarna was het zaak om
de ketel op een aantal gaspijpen te plaatsen, waardoor het in
een later stadium mogelijk zou zijn, deze te verrollen naar de
uiteindelijke plaats van bestemming. Met een beetje vernuft en
met een heleboel goede wil was het gelukt de ketel heelhuids op
de brouwerij te krijgen.
8