komende soorten en als je het geluk
hebt, dat je zo'n vlinder ziet, bekijk je
hem natuurlijk goed, maar gaat hem
niet vangen'.
Vlinders kunnen in twee groepen wor
den verdeeld: nachtvlinders en dagvlin
ders, waarbij de eerste groep de groot
ste is.
Nachtvlinders zijn hoofdzakelijk in het
donker van de nacht actief. Zij zijn met
speciale sprieten uitgerust voor een
betere oriëntatie.
Voor het vangen van deze soorten
wordt wel eens een mengsel van bier
met stroop gebruikt, dat op de stam
van een boom wordt gesmeerd. Vooral
vlak voor een onweersbui kan dat een
goede vangst opleveren. Na enige tijd
zitten de vlinders dan van de zoetig
heid te smullen en kunnen gemakkelijk
gevangen worden, omdat ze enigszins
bedwelmd zijn door de alcohol.
Dagvlinders vangen is meestal moei
lijker te realiseren. Daarbij komt, dat
gevangen exemplaren vaak van het
mannelijk geslacht zijn. Want ook in
deze afdeling van de dierenwereld komt
jagersinstinct bij mannen voor, hetgeen
inhoudt dat zij meer onderweg zijn,
terwijl de vrouwelijke vlinders liever op
een voor mensen verborgen plaats in
het zonnetje luieren. De mannelijke
dieren hebben bovendien vaak opval
lende kleuren, de vrouwelijke door
gaans een gedektere kleur, aldus de
heer Bolk.
Eenmaal gevangen, worden vlinders in
een potje met chloroform verdoofd.
Tijdens het vervoer worden de vleugels
tegen elkaar gevouwen en elk exem
plaar verdwijnt in een apart zakje. Bij
de verzamelaar thuis worden ze gedu
rende twee a drie dagen met behulp
van carbolwater opgeweekt. Daarna
gaat het exemplaar op het 'blok' om,
met de juiste stand van vleugels en
sprieten, gedroogd te worden (onge
veer drie weken).
Pas dan kan worden uitgezocht tot
welke familie, welk soort en geslacht
de vlinder behoort. De heer Bolk doet
dat aan de hand van determinatie
tabellen en uitgebreide literatuur. Hij
bewaart zijn collectie in het donker en
stofvrij.
De heer Bolk en zijn echtgenote heb
ben in de loop der jaren door vele lan
den gezworven op zoek naar vlinders.
Het gaat erom, om zo compleet moge
lijke families bij elkaar te krijgen. De
laatste tien jaar ging de tocht voorna
melijk naar de zuidelijke Alpen en de
Italiaanse Dolomieten. Vooral Italië is
nog steeds een paradijs voor vlinders
én voor vlinderverzamelaars.
Een groots moment beleef je, volgens
de heer Bolk, als je iets zeldzaams
vangt. Hij heeft dat meegemaakt bij
voorbeeld, toen hij de kleine blauwe
Plebejus pylaon ving. Deze vlindet
leeft vooral in Oost-Europa. Maar
enkele kolonies huizen nog in de zuide
lijke Alpen.
Ongeveer 100 km van een daar reeds
bekende plaats vond en ving de heer
Bolk op een hoogte van 1750 meter
twee van deze zeldzame vlinders, die
de trots van zijn uit 2500 exemplaren
bestaande collectie dagvlinders zijn.
BIJ DE FOTO'S:
1 De vleugels van de Koninginnepage-
vlinders zijn prachtig getekend.
2 De heer Bolk heeft door de jaren heen
duizenden vrije uren aan zijn hobby be
steed.
3 Om heel kleine verschillen tussen ver
schillende exemplaren te ontdekken, heb
je meestal een loupe nodig.
4 De vlinders worden per familie en soort
in laden opgeborgen.
5 In deze lade de zeldzame Plebejus
pylaon (vijf onderste vlinders, 5de rij
vanaf links).
6 De exemplaren van de twee meest linkse
rijen zijn van de soort Landkaartje. De
vlinders van overwegend bruine kleur
zijn van de voorjaarsgeneratie, die met
vooral zwart op de vleugels van de
zomergeneratie. Daaronder de volgende
voorjaarsgeneratie.