buitenland 8.907 werknemers. Het gaat hierbij om personeel van de ondernemin gen, waarvan de cijfers in onze boeken zijn opgenomen (de z.g. geconsolideerde vennootschappen). We bepalen ons hier tot Nederland en we kunnen dan uit de tekst opmaken, dat het in de verslagperiode niet allemaal van een leien dakje is gegaan. De onderhan delingen met de drie industriebonden over de Heineken C.A.O. 1973 verliepen aanzienlijk moeilijker dan in vorige jaren. De verschillen van inzicht waren zeer prncipieel. Toen de meningsverschillen niet te overbruggen waren, hebben twee industriebonden hun leden verzocht om in enkele afdelingen van onze brouwerijen het werk neer te leggen. Hierdoor kwam de produktie in de betrokken brouwerijen een week stil te liggen. Nadat op lande lijk centraal niveau tussen organisates van werkgevers en werknemers een ak koord was bereikt, kon de C.A.O. voor 1973 toch worden afgesloten. De nieuwe wet op de Ondernemingsraden bracht met zich mee, dat er ook voor onze Ondernenrngsraden een nieuw re glement kwam. Toen dit er was konden verkiezingen worden gehouden, waarna de gekozen leden werden geïnstalleerd. De Ondernemingsraden 'nieuwe stijl' draaien nu al enige tijd en alles wijst erop, dat deze goed functioneren. Het ligt in de bedoeling, dat ook in ons con cern een Centrale Ondernemingsraad zal worden gevormd. Belangrijk was ook, dat in het verslag jaar de voorbereidingen voor de over plaatsing van de produktie van Rotter dam naar Zoeterwoude kon worden af gerond. De overplaatsingsregelingen kwa men tot stand in nauw overleg met de Ondernemingsraad Rotterdam en met de bij de C.A.O. betrokken industriebonden. Het is verheugend, dat zeer veel werk nemers bereid zijn gevonden hun werk in Zoeterwoude voort te zetten. Het jaar verslag maakt voorts melding van het feit, dat bij Heineken een Vereniging van Ho ger Personeel is opgericht. NEDERLAND Bier Onze binnenlandse verkopen stegen in het verslagjaar met 11,8 procent tot 5,3 miljoen hectoliter. Van de 560 duizend hectoliter, die meer we^d verkocht, kan 200 duizend worden toegeschreven aan het weer, dat mooier was dan in het voorgaande jaar, 20 duizend aan de be volkingstoename en 340 duizend aan de ontwikkeling in de bierconsumptie. Het verbruik per hoofd van de bevolking steeg van 64 7 liter in 1971/72 tot 72,3 liter in 1972/73. Zetten we daarnaast het hoofdelijk bierverbruik van zo'n tien jaar geleden, dat toen 28 liter was, dan zien we dat de gemiddelde Nederlander in tien jaar ruim 2,5 maal zo veel b:er is gaan drinken. Ook in de eerste vier maanden van het thans lopende boekjaar is er een stijging in de bieromzet geweest en wel van 8 procent in vergelijking met dezelfde periode van een jaar geleden. We hoeven over de ontwikkeling van het bierverbru:k op lange termijn zeker niet pessimistisch te zijn, aldus de heer Heineken in zijn toelichting op de jaarvergadering. En wanneer we het verbruik vergelijken met Albra brouwerij te Schiltigheim bij Straatsburg (Frankrijk) dat in de landen rondom ons, dan zijn er zeker nog goede mogelijkheden tot ver dere groei. Immers in Duitsland was het verbruik per hoofd in 1972 zo'n 145 liter, terwijl België uitkomt op 134 liter. Op de persconferentie werd verteld, dat 98,8 procent van onze binnenlandse omzet be staat uit Pilsener bier, 1 procent uit Oud Bruin, Bokbier en Stout en 0,2 procent uit Amstel Gold. De verpakking, waarin het bier de brouwerijen verlaat, kan als volgt worden onderverdeeld: 31,5 procent in fusten, 1,5 procent in blik, 44 procent in kleine flesjes (30 cl.) en 22 procent in grote flessen (50 cl., de z.g. Eurofles- sen). I> Frisdranken Op de frisdrankenmarkt boekten we een stijging van 8 procent. Deze sector onder vindt nog altijd de druk van de invoering van de frisdrankenaccijns in 1972. De daling in het verbruik, die hierdoor is ontstaan, werkte een nog scherpere prijs concurrentie in de hand. Onze totale fris- drankenomzet op de binnenlandse markt bedroeg in het afgelopen boekjaar 1.320.000 hectoliter, waarmee we een marktaandeel van iets minder dan 15 procent hebben. Het landelijk verbruik per hoofd lag in 1973 op 59 liter. Voor de ons omringende landen is dit cijfer voor 1973 nog niet beschikbaar. Gaan we echter uit van de cijfers van 1971, dan zien we dat Nederland met toen 58 liter per hoofd toch een goed figuur slaat. In België werd in dat jaar 55 liter fris gedronken, in Duitsland 60, in Frankrijk 19, in Denemarken 44 en in Engeland 22 De distilleerderij van Bokma in Leeuwarden liter. De Verenigde Staten steken daar met 114 liter met kop en schouders boven uit. Gedistilleerd Wat ons gedistilleerd betreft is de gang van zaken zeer verheugend. Vergelijken we de omzet met die van twee boekjaren terug, dan zien we een stijging van 44 procent. Met name de verkoop van de merken Bokma en Hoppe liep goed. Dit laatste merk heeft veel profijt gehad van de nieuwe uitmonstering, waarin het op de markt werd gebracht. Ook de markt ontwikkeling van het merk Coebergh was zeer positief. De eerste vier maanden van het lopende boekjaar geven opnieuw een stijging te zien. De Raad van Bestuur vertrouwt erop, dat ons gedistilleerd ook op de exportmarkt een goede plaats zal krijgen. Wijn Ook de wijnverkopen gingen goed, zeker als we rekenen in hoeveelheden. Maken we ook hier een vergelijking met het boekjaar 1970/71 dan zien we een stij ging van 22 procent. Onze dochtermaat schappij Van Olffen B.V. heeft in het af gelopen boekjaar veel te lijden gehad van maatregelen van de Spaanse autori teiten, die beperkingen van de uitvoer van sherry inhielden. Er werd met de Rotter damse Wijnhandel M. Reuchlin Zn over eenstemming bereikt over de overname van de nog niet in ons bezit zijnde aan delen van deze onderneming. Hierdoor hebben we thans een voledig assortiment wijnen aan te bieden. 9

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1974 | | pagina 9