ze niet raakt. Alleen de warme lucht mag het glasmengsel op een tempera tuur van 1340 graden brengen. Duizend gulden per stuk kosten deze 'nonne- kappen', waarvan er zo'n honderd op de droogvloer staan. Twee jaar duurt het aleer de kleivorm voldoende hard is om te worden ingezet. Gemiddeld een half jaar gaan ze mee. Het verwisselen van de potten is een moordend karwei, dat alleen met mensenhand gedaan kan worden. Op zeven meter van de vuur haard. Slechts gehuld in jute. Een ver schroeid volkje, daar in de verrerie. Op de étage doen glasblazers zwijgend hun werk. Al wat hun monden verlaat, is lucht. Zorgvuldig afgemeten proppen lucht. Lucht die stuwkracht is, lucht die ruimte schept, lucht waarmee een spanningsveld wordt opgebouwd. Lucht uit longen als druiventrossen. Geknepen lucht uit steeds boller wor dende wangzakken. Een lelijk volkje, daar in de verrerie. Met eelt op de lippen en eelt in de handen. Maar met een stel ogen als karbonkels. Mannen met vuur in hun kop en vuur in hun handen. Handen die behendig de blaaspijp draaien, waarmee tevoren omzichtig een post glas uit de ovenpot is geplukt. Even de pijp aanblazen en dan pats, de duim erop. Door de warmte vermeerdert de druk van de lucht en in een oogwenk is het vliesje glas, dat de pijp afsluit, gesprongen. Terug nu naar de pot, waar de grond onder de voeten alleen al honderd graden is. Een nieuwe pluk, die versmelt met het reeds gevormde bolletje, maar de lucht er net niet uit perst. Dan met gestrekte pas naar de bok, de vuurbal in een houten mal en draaien maar. Eén vloeiende beweging, waarbij alleen de schouders schokken. Twee passen rechts een tweede bok. Weer blazen en dan rollen op de bank. De vuurbol in de hand, die slechts be schermd wordt met een vettig stuk karton. Als de massa voldoende ver is uitgerekt, gaat de schaar erin. Het over tollige glas wordt weggeknipt en het eigenlijke glasblazen kan beginnen. De mailen-jongen, dromend wellicht zelf ook ooit een blaas-bolleboos te worden, tilt telkens weer een, zeker vijf tien kilo wegende, metalen mal uit een bak met water. Steeds opnieuw moet deze worden ondergedompeld, omdat de stoom, die tussen mal en massa komt, de helderheid van het glas ga randeert. De massa wordt nu inge bracht en met continu krachtig blazen en het draaien van de pijp wordt de uit eindelijke vorm bereikt. Het snel afge koelde glas is nu zó hard, dat het ge makkelijk met de asbesttang is aan te pakken. De vuile kop, die vast zat aan de blaaspijp, moet er nog worden afge brand, voordat het glas de oven ingaat. Die oven is nodig om de spanning uit stap te veel, geen pas te ver. Een ver schroeid volkje, de mannen van de 'verrerie'. Een nijver volkje ook. Dat van glas Glas maakt. Mooi glas en lelijk glas. Glas uit zand. Met kalk of soda, met barnsteen, nitraat, potasch of arsenicum. Bleu-claire, vert-claire, améthiste en ombre. Hard glas, bikkel hard glas, uit een vloeistof, die glas heet. Cristallin van de Verrerie Braine Ie Comte. Drieduizend graden Celsius is de vuur haard, gestookt met asfalt-dikke ruwe olie. Zeventien lemen potten in een cirkeler omheen. Voldoende ver verwijderd, dat het vuur 5

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1973 | | pagina 5