geautomatiseerde
transportplanning
minals werd in 1972 begonnen in de
bedrijven Amsterdam en Den Bosch.
Daaraan was voorafgegaan een om
vangrijke analyse van lostechnieken en
andere stoptijdgegevens over de 1100
afnemers.
Onder stoptijdgegevens worden alle
factoren verstaan, die de duur van het
lossen bij een afnemer bepalen. Ook
werd een produktenanalyse uitgevoerd
in verband met de belading van de
vrachtauto's. Tenslotte werd een exac
te beschrijving en analyse van het com
plete voertuigenpark gemaakt en vast
gelegd in de computer, evenals een
schema van het te gebruiken wegen
netwerk. Hierop zal later nader wor
den ingegaan.
Aan het eind van deze eerste fase
bleek men in staat laad- en lospieken
te vermijden. Tegelijkertijd had men
bereikt dat het hele expeditie-apparaat
met meer planning, standaardisatie en
coördinatie functioneerde en had men
in het algemeen meer inzicht verkregen
in het aan- en afvoerpatroon, waardoor
dit beter te besturen was.
Verwerking
Met gebruikmaking van de met de
hand ingevulde documenten worden de
voor de rittenplanning benodigde ge
gevens eenmaal per dag via het ter
minal aan de computer in Rotterdam
doorgegeven. Dit gebeurt op de regio
nale expeditie-afdeling van een bedrijf.
De gegevens die via het terminal wor
den verzonden betreffen het klant
nummer, de produktencode en het aan
tal van een bestelling.
In het computercentrum liggen op
direct toegankelijke schijfgeheugens
per klant alle gegevens vast die van
belang zijn voor de voertuigenplanning
en de beladingsschema's. Deze infor
matie bestaat onder meer uit naam-,
straat- en woonplaatsgegevens van de
klant, een plaatscode (zonenummer)
voor het VSPX programma, de lostijd
categorie, eventuele speciale wacht
tijden voor moeilijk te bereiken bedrij
ven, bezoektijdafspraken (bijvoorbeeld
'alleen 's morgens'), speciaal type
vrachtauto ('geen aanhanger') enz.
Per vrachtauto zijn op schijf vast
gelegd gegevens als: typenummer,
naam transportfirma, laadcapaciteit in
pallets en tonnen, en totale toegestane
werktijd per dag.
Per produkt zijn in het computergeheu
gen vastgelegd: de produktcode,
pallet-afmetingen, gewicht per collo,
aantal colli per pallet en de norm
tijden voor lossen met diverse soorten
heftrucks en handtechnieken. Verder
zijn nog vastgelegd gegevens over de
toegestane werktijden, de laadtijd en
nog andere algemene gegevens.
Het VSPX programma, dat in wezen
uit twee delen bestaat, maakt verder
nog gebruik van speciale bestanden.
Het eerste deel van het programma
verwerkt, met behulp van een zoge
naamde netwerkanalyse, de gegevens
over de ligging van de afnemers (met
behulp van het eerder genoemde per
klant toegekende zonenummer) ten
opzichte van elkaar en ten opzichte
van het depot tot een besparings
bestand. Hierin zijn alle wegen ver
werkt die voor het te gebruiken voer
tuigenpark in aanmerking komen, met
per weggedeelte een gemiddelde snel
heid. Het tweede deel van het pro
gramma is de zogenaamde schema-
produktie, die het besparingsbestand
als landkaart gebruikt.
In de schemaproduktie zijn de varia
bele gegevens als afnemers, ladingen,
voertuigen en normtijden opgenomen.
De schemaproduktie gebruikt de land
kaart om de ritten in korte tijd op te
stellen. Het besparingsbestand - de
landkaart - wordt in principe eenmaal
gemaakt, de schemaproduktie kan
naar behoefte worden gebruikt en be
zit de flexibiliteit die op dagelijks
niveau voor de transportplanning wordt
vereist. Het besparingsbestand van
Heineken kent circa 600 zones, waarin
alle 1100 afnemers zijn gelokaliseerd.
Tussen deze zones liggen 1600 ver
bindingswegen, waarvan de afstandei
en de daarvoor benodigde reistijdei
zijn vastgelegd.
Na de verwerking van het VSPX pro
gramma produceert de computer of
aanvraag op het schrijfmachinetermi
nal het laadrooster en de rittenplan
ning van alle afleveringen die de des
betreffende expeditie-afdeling heeft tf
verzorgen. Het laadrooster bestaat ui
een lijst van de afleveradressen per rit
in de juiste beladingsvolgorde. Aan di
laadrooster kunnen via het termina
met de hand geplande ritten worder
toegevoegd. Dit is van belang vooi
speciale vervoersopdrachten of spoed
opdrachten. Ook deze ritten kunner
dan worden verwerkt in de overzichter
die de computer op het terminal af
drukt.
Vervolgens worden via het communi
catiestation alle laad- en aflever
documenten gereed gemaakt. Het ver
vaardigen van deze documenten via
het terminal maakt het mogelijk alle
aflevergegevens in de computer vast
te leggen. Later kan, nadat de ge
gevens over de retouremballage via
het terminal zijn ingevoerd, centraal
worden gefactureerd.
Vermijding pieken
De laadroosters spelen speciaal een
rol bij het voorkomen van pieken.
Door via het terminal het beladings-
rooster te raadplegen kan men op de
expeditie al zien, of er knelpunten in
voorkomen die tegenmaatregelen in de
planning vereisen. De speelruimte hier
voor is aanwezig omdat in principe een
periode van 2V2 dag ligt tussen binnen
komst van de order en uitvoering ervan.
Deze tijdspeling is ook nodig voor het
aantrekken van voldoende transport-
materieel.
Wat een beladingspiek in de praktijk
betekent blijkt uit het volgende: bij
heet weer kan het voorkomen dat een
expeditie in een periode van twee a
drie dagen te maken krijgt met een