M.DROP
W. C. SCHREGEL
40-JARIG JUBILEUM J. H. SNEL
AFSCHEID P. L. J. COTTAAR
Op 30 mei jubileerde in de Raadskelder
te Rotterdam de heer M. Drop. De heer
Drop was die dag 25 jaar bierservice mon
teur in dienst van Heineken. Uit Amster
dam waren mr W.F.J.Westermann, hoofd
Landelijke Verkoopdiensten, en de heer
J. J. Wolff, chef Commercieel Technische
Dienst, overgekomen om de jubilaris toe
te spreken. Namens de Rotterdamse Ser
vice Dienst was het de heer L. Kok, die
het werk en de persoon van de jubilaris
belichtte.
Vrijdag 20 juli werd het 25-jarig jubi
leum van de heer W.C.Schregel, werk
zaam bij Centrale Diensten van de af
deling Drankengroothandels, gevierd
in de Raadskelder van de vestiging Van
der Helststraat te Amsterdam. De
jubilaris werd eerst ontvangen op de
kamer van de heer Tj. J. Jellema, hoofd
afdeling Drankengroothandels, waar
hij werd toegesproken door drs G. van
Schaik, directeur Verkoop Nederland,
die hem tevens de jubileumspeld op
speldde. Daarna volgde er een gezel
lige receptie in de Raadskelder.
Op 1 juni was de heer J. H. Snel, chef Expeditie van de brouwerij Mauritskade te Am
sterdam, 40 jaar in dienst. De heer Snel begon zijn loopbaan in 1933 bij de toenmalige
Omstel Brouwerij als correspondent. Later kreeg hij de functie van controleur, waarna
lij werd overgeplaatst naar de Expeditie. Sinds enige jaren is hij chef van deze afdeling.
Ten onderdeel van de jubileumviering vormde de ontvangst door de heer J. van der Werf,
id van de Raad van Bestuur, bij welke gelegenheid weer eens vele herinneringen uit het
rrouwerijgebeuren van vroeger tijden werden opgehaald. Tijdens deze ontvangst werd
aan de heer Snel ook de gebruikelijke jubileum-enveloppe overhandigd, hetgeen gebeurde
foor mr R. P. J. J. Corbeau van Personeelzaken van de Commerciële Divisie (rechts op
fe foto).
Je receptie in de Gijsbreghtkelder, die hierna volgde, werd bijzonder druk bezocht. Op
rerzoek van de jubilaris werden hier echter geen toespraken gehouden.
Hoewel een kluizenaar van huis uit geen
mensen om zich heen heeft, was degene
die op 29 juni in de Rotterdamse Raads
kelder zo genoemd werd, door velen om
ringd. De heer P. L. J. Cottaar, ruim
35 jaar schilder of beter gezegd reclame-
en kunstschilder in dienst van Heineken,
nam die dag afscheid van de brouwerij.
Het was de heer E. J. Veenhof, chef
Landelijke Reclame Dienst, die voor de
heer Cottaar deze naam bedacht had, en
niet geheel ten onrechte. Met zijn be
scheiden natuur, waarvan de heer Veen-
hof een mooi voorbeeld gaf, en zijn voor
keur te werken in afzondering, zou de
heer Cottaar beslist een kluizenaar ge
bleven zijn. De resultaten van zijn veel
zijdige, kreatieve arbeid echter, waarvan
ook de eigenaars en bezoekers van vele
Rotterdamse 'uitschenkgelegenheden' kun
nen genieten, zijn hulpvaardigheid en zijn
vermogen om, zoals mrJ.H. Drost, ge
westelijk verkoopleider horeca, het uit
drukte, aan praktische problemen een
bijzondere draai te geven met het pen
seel, waren verantwoordelijk voor het feit,
dat zovelen zich het bestaan van de heer
Cottaar terdege bewust zijn. Mensen ook
die mèt de heer Drost gezegd zouden
hebben: 'Met tranen in de ogen nemen
wij afscheid.'
De heer A. Sinkeldam, die de jongere
generatie van de Reclame Dienst ver
tegenwoordigde, wilde met name de vak
manschap en de inzet, waarmee de heer
Cottaar steeds zijn werk verrichtte, be
nadrukken omdat hij er niet helemaal
zeker van was of deze kwaliteiten in com
merciële kringen wel de verdiende aan
dacht kregen. Een protesterende district
verkoopleider, de heer J. A. Vleghert,
maakte aan deze twijfel onmiddellijk een
eind om vervolgens een van de trucs van
de heer Cottaar met betrekking tot zijn
schilderstukken te onthullen. In overeen
stemming daarmee werd een cadeau in
truc-verpakking aangeboden.
Hoe groot de artistieke steun van de heer
Cottaar was bij de organisatie van de
personeelfeesten vermeldde tenslotte de
heer P. L. A. C. Hoogvliet. Een belang
rijk deel van de problemen kon vaak ver
eenvoudigd worden tot de opmerking van
een der commissieleden: 'Laat maar, dat
bespreek ik wel even met Piet' en Piet
Cottaar maakte dan bijvoorbeeld van een
kale zaal 'even' een feestelijk geheel.
Ter ere van zijn afscheid waren enige col
lages, opgebouwd uit Cottaar's eigen
werk, aangebracht in de Raadskelder.
15