De heer H. Otter, Heineken-medewer ker bij de brouwerij 'Bralirwa' in Gisenyi (Rwanda), heeft in januari van dit jaar een voettocht gemaakt naar de toppen van de Ruwenzori welke naam in het Nederlands 'regen maker' betekent. In bijgaand verhaal doet hij verslag van deze bijzonder interessante beklimming. Ook de foto's die wij hierbij afdrukken werden door de heer Otter gemaakt. De RUWENZORI, ook wel genoemd het maangebergte, ligt op de lengte-as van de grote meren en bevindt zich tussen het Edward- en Albertmeer. Het is een bergmassief, dat zich uitstrekt over een lengte van 100 km en een breedte van 50 km en waarvan de toppen meer dan 300 dagen per jaar in de wolken gehuld zijn. Tevens vormt het over zijn lengte de grens tussen Zaïre en Uganda. Het gedeelte, dat in Zaïre ligt, vormt samen met de Sem- likivlakte en het vroegere Albertpark het park van de Virunga. De Virunga is een reeks vulkanen, waarvan er drie aan de noordzijde van het Kivumeer in Zaïre liggen, dus vlak bij Gisenyi, en waarvan er vijf ten oos ten van de eerder genoemde in Noord- Rwanda liggen. In tegenstelling met de vulkanen van de Virunga, is de RU WENZORI geen vulkanisch gebergte. De afstand tussen Gisenyi en Mutsora, een dorpje vanwaaruit men begint te klimmen, bedraagt ongeveer 300 km, waarvoor anderhalve dag rijden staat. De tocht erheen is bijzonder mooi en afwisselend. Vanaf Gisenyi rijdt men langs de vulkanen, waarvan de Nyira- gongo constant een witte rookpluim uitbraakt. Men passeert voorts enkele grote koffieplantages en daalt dan af naar een savannegebied (Albertpark), waar vele dieren langs de route te zien zijn. Na het park klimt de weg steil omhoog tot een hoogte van 2000 m. Over een lengte van 150 km vervolgt zij slingerend haar weg tot vlak voor Beni, waarna zij de Semlikivlakte in duikt. De beklimming van de RUWENZORI hadden wij gepland op 6 dagen: 3 da gen klimmen, 1 dag verblijf aan de voet van de gletsjers en 2 dagen om af te dalen. De middag voor ons vertrek hebben we proviand ingeslagen voor de dragers: 20 kg gedroogde vis, 30 kg rijst, een baal meel en verder suiker, thee, zout en sigaretten. Zondag 14 januari ging ik samen met een metgezel, een gids en 9 dra gers op pad. Eén was er nodig om 20 liter stookolie voor de kachels in de berghutten te dragen en de anderen waren er om proviand en uitrusting mee naar boven te nemen. De eerste dag klommen we van 1100 m tot 2100 m. Het pad voerde door een woud met een geweldige variëteit aan bomen, planten en bloemen. Het meest opmerkelijk waren de reuzevarens, die de vele bergstroompjes die we onder weg passeerden, draperen. In de loop van de middag kwamen we bij de eerste hut aan, welke redelijk goed was ingericht. De tweede dag gaf ons een zeer afwis selende vegetatie te zien. Van loof- woud kwamen we in een gebied met bamboe, dat vervolgens overging in een begroeiing van heidebomen van soms meer dan 6 m hoog, welke bo men met grijsgroene mossen waren omhangen. Op de grond lag een schit terend dik mostapijt in alle kleuren van groen tot oranje. Deze mossen in com binatie met de gedrapeerde heidebo men levert een bijna irreëel beeld op, zoals dit vaak in Walt-Disney-films wordt getoond. Vanaf de tweede hut hadden we soms uitzicht op Mount Stanley, één van de 4 bergmassieven, die de RUWENZORI vormen en waarvan de Margheritapiek (5110 m) de hoogste punt is. Bij het zien van de met sneeuw bedekte flan ken begon mijn hart wel even sneller te kloppen. De derde dag bracht ons naar de laatste hut op 4200 m hoogte. De zoéven beschreven begroeiing deed soms spookachtig aan, vooral wan neer er mistbanken tussen de bomen doorvoeren. Plotseling verlieten we deze zone en ontwaarden we duizenden struiken met 'immortelles', een crèmekleurige stro- bloem, die ook op de vulkanen groeit, maar dan minder groot zijn. Het woord overgedimensioneerd is op bijna alle begroeiing, die je op dit ge bergte tegenkomt, van toepassing. Een bijzonder aanzien gaven ook de vele lobelia's, een lange kaarsachtige 11

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1973 | | pagina 11