Na 35 laboratoriumjaren ging op 30 no vember mej, M. J. Nater van de Centrale Kwaliteitsdienst Rotterdam met pensioen. De heer J. E. Jans opende de receptie in de Raadskelder met het lezen van een aantal telegrammen, waarna hij het woord aan de eerste spreker gaf. Door drs P. van Eerde werd mej. Nater spontaan in de rij der 'illusteren' gezet. Zó waardevol was steeds de betrouwbaarheid van haar analyses en zo stimulerend bleek haar aanwezigheid voor collega's en de men sen in opleiding. Blij was de heer Van Eerde dat mej. Nater ging vertrekken op een ogenblik, dat zij nog zo helemaal in staat is om van het leven te genieten. Dit was ook de reden waarom drs G. Ver meulen haar bij voorbaat al een dure klant voor het pensioenfonds noemde. De heer Vermeulen vertelde onder meer over de komst van de destijds zo schuchtere mej. Nater bij Heineken. Dat er sindsdien, wat dat betreft, wel wat veranderd is, kunt u zelf merken, zo voegde de heer Vermeulen er aan toe. Hij sloot van harte aan bij de woorden van de heer Van Eerde over de goede eigenschappen van mej. Nater en wenste haar voor de toekomst het aller beste. Hoewel voor een leek laboratoriumresulta ten erg vaag kunnen zijn, sprak het pro- dukt dat de Heinkrekels', oftewel de col lega's van mej. Nater, via een grammo foonplaat brachten, zeer tot de verbeel ding van de aanwezigen. Het was dan ook een bijzonder originele, zelfgemaakte en zelf gezongen 'ballade', die aan duidelijk heid niets te wensen overliet, temeer daar de tekst op grote vellen papier aan de toehoorders werd voorgehouden. Namens Technische Omleidingen richtte de heer C. G. van Meel tenslotte het woord tot mej. Nater. I'och betekende dit alles nog geen de inltief afscheid. Uit de woorden van de diverse sprekers en ook uit de 'ballade' was al naar voren geko men, dat mej. Nater voor onbepaalde tijd een deel van haar werkzaamheden, met name het begeleiden van mensen in oplei ding, zal voortzetten. Een prettige ge dachte, ook voor mej. Nater zélf, die daar door geleidelijk aan zal kunnen omschake len. De heer F. A. C. Leyerweert, die na 46 dienstjaren op 31 oktober van het vorig jaar, afscheid nam van Heineken in Den Bosch, heeft zelf verslag gedaan van de feestelijk heden in de vorm van onderstaande dankbetuiging Nu alle stormen van de 31ste oktober 1972 over mij heen zijn gewaaid en er thans ge legenheid bestaat de gehele dag nog eens te overzien, voel ik mij verplicht in de aller eerste plaats dank te zeggen aan ailen, die aan de organisatie van mijn afscheidsfeest hebben medegewerkt. Voor zover mij bekend, is alles volgens plan verlopen en kan alleen een tijdsover schrijding worden geconstateerd na het persoonlijk afscheid nemen van het grote aantal medewerkers, dat ter receptie was verschenen. Het feest, begonnen met een intiem samenzijn in de Raadskelder aan de Markt, waarbij de heer J. Peels mij een oorkonde overhandigde, gedateerd 24 november 1891, ter gedachtenis aan het 100-jarig bestaan van mijn vroegere werkgeefster, van Vollenhoven's Bierbrouwerij, Amsterdam, (met de verplichting mijnerzijds deze oorkonde aan de eerst volgende ex-van Vollenhoven's employé, die de Heineken-dienst met pensioen verlaat, over te dragen) werd voortgezet met een ontvangst in het Ontvangstgebouw aan de Rietveldenweg. Het feit, dat ik in deze lokaliteit werd toegesproken door de burgemeester van Den Bosch, mr G. M. J. W. van de Ven, en deze mij een gouden koninklijke onderscheiding opspeldde, was voor mij zo'n grote verrassing, dat ik dit moment als het hoogtepunt van deze dag zal blijven beschouwen. Nadat de heer P. Bol, directeur Informatieverwerking, mij symbolisch een ledige envelop (een gouden handdruk na 46 dienstjaren) had overhandigd, werd het tijd ons naar de Kantine te begeven tot het houden van de receptie. Op mijn uitdrukkelijk verzoek was het aantal sprekers zo klein mogelijk gehouden. Slechts de heer A. Kamps, namens de Centrale Verkoop Administratie, en de heer H. Henquet, namens de Commercie-Zuidwal, werden aangewezen mij (zij deden dit met welgekozen woorden) toe te spreken, waarbij zij hun toespraken vergezeld lieten gaan van enkele prachtige, waardevolle cadeaus. Hierna werd door de heer J. van der Geld aan de aanwezigen de gelegenheid geboden afscheid te nemen, aan welk verzoek, naar mijn telling achteraf, door een kleine 300 medewerkers, relaties, vrienden en bekenden gehoor werd gegeven. Enkelen van hen moesten echter hun hand nog even inhouden, daar mijn vrouw en ik tussentijds naar buiten werden geloodst teneinde de bijdrage van ons Fanfarekorps aan dit feest aan te horen. Bijzonder leuk was het hierbij o.a. het 'Geen woorden maar daden' te mogen beluisteren onder het hijsen van de Feyenoordvlag. Na dit, zeer op prijsgestelde intermezzo werd, ten besluite, nog enkele uurtjes in een bijzonder prettige sfeer doorgebracht. Mede namens mijn vrouw zeg ik allen, die deze dag tot een hoogtijdag in ons leven heb ben gemaakt, hartelijk dank, waarbij ik er nogmaals op wil wijzen, dat ik alleen afscheid neem als medewerker van het Heineken-concern en daarom allen, die mij op 31 oktober 1972 een langdurige pensioentijd hebben toegewenst, niet toeroep 'Vaarwel', maar 'Tot ziens'. F. A. C. Leyerweert Op de foto de heer en mevrouw Leyerweert bekijken de Friesche klok, die de heer A. Kamps (links) hen laat zien. 27

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1973 | | pagina 27