Bralima S.A.R.L. te Boma (Republiek Zaïre). gemeenschap. Dit zal de problemen om tot uniformering te komen nog moeilijker maken Toch bestaat het ver trouwen, dat er overeenstemming zal worden bereikt, omdat er tenslotte meer is dat ons bindt dan dat ons scheidt. De Raad van Bestuur is bijzonder teleurgesteld, dat de Regering het Wetsontwerp Selectieve Investerings regeling heeft ingediend, zonder dat de noodzaak om dit te doen voldoende is onderzocht, terwijl de ongetwijfeld grote schadelijke gevolgen voor de nationale economie en voor die van de Randstad in het bijzonder niet of nauwelijks zijn geraamd. De voortdurende ontwikkeling van de technologie heeft het arbeidsveld van de groepen Technologisch Centrum en Centrale Engineering weer belangrijk uitgebreid Daar waar mogelijk werd de controle op de kwaliteit van onze concernprodukten nog verbeterd. Wat het personeel betreft, was in het afgelopen boekjaar de harmonisatie van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de Amstel Brouwerij B.V. zover gevorderd, dat dit personeel per 1 januari 1972 in dienst van Heine- ken Brouwerijen B.V. is getreden. Ook voor het personeel van Vrumona B.V. werden de arbeidsvoorwaarden gehar moniseerd, zodat per 1 januari 1972 de C.A.O. van Heineken Brouwerijen B.V. op deze groep van toepassing kon worden verklaard. Intensief werd er voortgewerkt aan de integratie van de arbeidsvoorwaarden voor het personeel van de bovenge noemde vennootschappen. In overleg met de Ondernemingsraden werden naar aanleiding van de nieuwe Wet op de Ondernemingsraden de herziening van het reglement bekeken. Het ziet er naar uit dat een en ander in het boek jaar 1972/1973 tot stand zal zijn ge bracht. In verband met een aantal nieuwe functies is een aangepast classificatie systeem in het leven geroepen. Hier door wordt een goede vergelijkbaar heid van functies binnen het concern mogelijk gemaakt en bovendien voort gang gemaakt met een passende be- loningssystematiek. Als de Raad van Bestuur de toekomst met vertrouwen tegemoet ziet, dan vindt dat mede zijn grondslag in de inzet en de toewijding, die onze mede werkers in binnen- en buitenland aan het concern hebben gegeven. Hiervoor betuigt de Raad zijn grote erkentelijkheid. Op 1 januari 1973 trad de overeen komst tot unificatie (eenwording) van de accijnzen tussen België, Nederland en Luxemburg in werking. De Raad van Bestuur is teleurgesteld over de inhoud van het verdrag. Werkelijke unificatie wordt door het verdrag niet gewaarborgd, omdat het de drie lan den de mogelijkheid laat zelfstandig van de overeengekomen tarieven af te wijken. Dit zou tot gevolg hebben dat de brouwindustrie in de andere Beneluxlanden in een gunstiger con currentiepositie komt te verkeren. Op het ogenblik is het Belgische accijns tarief 6,— per hectoliter lager dan het Nederlandse. Deze toestand duurt nog tot 1 januari 1974 Wanneer het moge lijk zou zijn om zonder doeltreffende heffing van het verschil in accijns bier naar Nederland te vervoeren, dan zou dit voor de Nederlandse brouwerijen zeer nadelig zijn. De Raad van Bestuur twijfelt aan de mogelijkheid om zonder grenscontrole een werkelijke vereffe ning van de accijnsverschillen tussen de Beneluxlanden tot stand te brengen. Het onderzoek naar de mogelijkheden voor afzet van onze produkten op de Belgische markt wordt voortgezet. Daarbij denkt men vooral aan gedistil leerd. In Nederland is de bierconsumptie weer gestegen, zij het wat minder dan in het voorafgaande jaar. Nu 6,7% tegen 11,6% het jaar daarvoor. Het verbruik per hoofd van de bevolking nam toe van 61,2 liter in 1970/1971 tot 64,7 liter in 1971/1972. De ver mindering van de groei werd voor namelijk veroorzaakt door het slechte weer. Onze bierverkoop in het binnenland nam toe met 6,7% en steeg van 4.441.000 hectoliter in 1970/1971 tot 4.739.000 hectoliter in 1971/1972. De verkoop van flessenbier steeg iets meer dan die van fustbier. Er treedt op de Neder landse markt een toenemende en steeds scherpere prijsconcurrentie op. Daarom is het des te meer verheugend dat wij ons marktaandeel hebben weten te behouden. Wij verwachten overigens dat de consumptie per hoofd van de bevolking op langere termijn zal blijven toenemen. De consumptie van frisdranken per hoofd van de bevolking is in het afgelo pen boekjaar niet gestegen. Er trad een combinatie van nadelige invloeden op, het slechte zomerweer, de minder gunstige economische ontwikkeling en niet in de laatste plaats de invoering van een accijns op frisdranken, die tot aanzienlijke prijsstijgingen leidde Toch was de ontwikkeling van Vrumona gunstiger dan die van de totale markt. Er werd meer verkocht dan in het voor afgaande jaar. Er is op het ogenblik in de Nederlandse frisdrankenindustrie een aanzienlijke overcapaciteit. Dit heeft, tezamen met de hierboven genoemde ongunstige in vloeden, geleid tot een scherpe prijs concurrentie, die natuurlijk invloed op de rentabiliteit heeft gehad. De ver sterking van de positie van Vrumona, 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1973 | | pagina 19