1
Het zoeken naar mogelijkheden om
beelden te projecteren heeft door de
eeuwen heen steeds de belangstelling
van de geleerden gehad. Beroemde
mannen als Leonardo da Vinei en Ben-
venuto Cellini moeten er zich mee be
zig hebben gehouden. Een Arabische
onderzoeker zou rond het jaar 1000
reeds het principe van de Camera Ob-
scura hebben beschreven: in een don
ker of verduisterd vertrek zou een
zwak beeld zichtbaar worden, als het
daglicht door een gaatje naar binnen
valt. Aan de Italiaan Giovanni Battista
della Porte (1540-1615) wordt echter
de eer gegund de ontdekker van de Ca
2
mera Obscura te zijn.
Het duurde echter tot ongeveer 1640
eer de toverlamp bekend werd. De
Duitse pater Jesuit Athanasius Kircher,
die in Rome woonde, heeft zich zeer
verdienstelijk gemaakt voor de opti
sche wetenschappen. Van hem gaat
het verhaal, dat hij zich zeer opwond
over het teruglopend kerkbezoek van
de Romeinen. Met onder zijn pij een
oude kerklamp, met daarin een kaars
als lichtbron, trok hij op donkere avon
den langs de huizen der 'afvalligen'.
Op het perkament van de lantaarn had
hij een duivelskop of een geraamte ge
schilderd. Als hij nu de lamp voor de
eveneens perkamenten vensters in de
armenbuurt van Rome hield, versche
nen daarop bijna levensgroot de angst
aanjagende voorstellingen in silhouet.
Met deze verschijningen van dood en
verdoemenis hoopte hij de mensen
weer tot inkeer te brengen en hen weer
terug in de kerk te krijgen. Soortgelijke
'trucs' werden in die dagen voor won
deren aangezien. Kircher heeft lange
tijd van dergelijke kunstgrepen een
studie gemaakt. Onder meer woonde
hij voorstellingen bij aan vorstenhoven
en bij adellijke families, waar met de
wonderlijke machine platen van o.m.
Christus' Kruisiging en een stoet van
si ÏKv
.-'li
'•yytsmïsW.
.sa
l)e (<HM*slvei,schmuiiy<rn Oude-.Schans
L vv /i/f/c f.tfh
6