enthousiasme en het samengestroomde
publiek had voor dit niet alledaags
concert best applaus over. Al gauw
bleek, dat Heineken een begrip voor
hen was en dat ze zich vaak tegoed
deden aan grote pinten Heineken La
ger.
Ook de leden van de fanfare konden
met de forse halve liters goed uit de
voeten, al realiseerde men zich best,
dat er die dag nog heel wat keren ge
toast moest worden. Het tweede be
zoek gold de Whitbread brouwerij,
waar men in marsformatie aantrad.
Vele honderden medewerkers repten
zich naar buiten om niets van het spek
takel te missen. Binnen deed men het
met de muzike wat kalmer aan. De
vertoning van een Whitbreadfilm ging
vooraf aan een uitgebreide excursie.
Indrukwekkend was daarbij het im
mense (rol)trappenhuis. Maar ook de
geheel marmeren zaal, waarin het
brouwpaneel staat opgesteld, sprak
zeer tot de verbeelding. Vanuit deze
zaal kon men door vensters de verschil
lende ketels zien, waarin het brouw-
proces zich voltrekt.
Na een voortreffelijk koud buffet wer
den over en weer herinneringsgeschen
ken gegeven. De directeur van de
Whitbreadbrouwerij, de heer R. Dyson,
ontving een ets van de Bossche St. Jan,
en bood op zijn beurt de voorzitter van
de Fanfare, de heer W. H. M. van
TELEPHONE
TELEPHONE