van
kogel -
flesje
tot
femilie-
fles
frisdranken
van vrumona
in opmars
In 1971 werd in Nederland 759,4 miljoen liter frisdrank gedronken. Dat
komt neer op 57,9 liter per inwoner. Tot de belangrijkste frisdrankprodu
centen behoort Vrumona met vestigingen in Bunnik en in Bergen op
Zoom. Sinds 1968 is Vrumona een volledige dochter van Heineken.
In dit artikel willen wij uitvoerig ingaan op de positie van de frisdranken
in Nederland, op de uitgebreide reeks producten, die wij op de markt
brengen, op de essentie van deze producten en de wijze, waarop ze
worden bereid en voorts hoe ze aan de consument worden gepresenteerd.
De geschiedenis van de frisdranken
gaat, voor wat Nederland betreft,
terug tot het begin van deze eeuw.
Daarvóór dronk men wel mineraal
water, dat hoofdzakelijk werd gemaakt
door apothekers. Tot 1930 hield men
het bij limonade-gazeuse, die zijn oor
sprong vond in Italië. Het woord limo
nade is afgeleid van lemoen, een
andere benaming voor de citroenvrucht.
Gazeuse houdt in, dat de drank kool
zuurhoudend is. Deze limonade-gazeu-
se werd gemaakt in een groot aantal
ambachtelijke bedrijfjes, die tevens
een functie hadden als bierbottelaar.
De afzet was zuiver plaatselijk of
regionaal. Een 'klein wonder' in die
dagen was het kogelflesje, waarin de
limonade-gazeuse werd verpakt. De
glazen kogel sloot de fles af door de
koolzuurdruk, die zich erin bevond en
de kogel kon met geen mogelijkheid
uit het flesje verwijderd worden, tenzij
men het flesje stuksloeg.
Rond 1930 maakte Nederland voor het
eerst kennis met buitenlandse merk
artikelen, die hier - ondersteund door
veel reclame op de markt werden
gebracht. Ook in Nederland ging men
zich toeleggen op de productie van
merkartikelen. Als gevolg hiervan wer
den vele kleine bedrijven, naast pro
ducent van het eigen product, han
delaar in merkartikelen. Zo'n bedrijf
was de N.V. Becht Zn. te Bergen op
Zoom, die haar product, sinaasappel
limonade, in de handel bracht onder de
naam Si-Si.
Verdere ontwikkelingen in de fris
drankenindustrie werden door de oor
log, toen suiker maar heel beperkt
voorhanden was, opgeschort. Maar na
1945 begon de idee post te vatten, dat
bundeling van krachten een volgende
stap zou betekenen. Het was de heer
A. van Dam, employé van een fabriek
3