Het begin van Heineken's voetbal
carrière ligt in 1920, toen een aantal
kantoormedewerkers van Heineken's
Bierbrouwerij Maatschappij zich bin
nen een 'club' verzamelde en onder
die naam ging voetballen in de toen
malige kantoorcompetitie. Los hiervan
bestond voor de brouwerijmensen een
club, 'Star Boys', die aan een van de
vele bedrijfscompetities, die destijds
werden georganiseerd, deelnam.
Deze situatie zou tot 1948 zo blijven
bestaan. Wél werd in 1941 de Sport
en Ontspanningsvereniging Heineken's
Bierbrouwerij Amsterdam (de S. en O.
H.B.B.A.) opgericht, maar tot een
fusie van beide clubs kwam het niet.
Een daling in de prestaties en mis
schien in het enthousiasme van beide
clubs bracht ze ertoe zich in 1948
toch samen te voegen. H.B.M. bestond
toen uit twee elftallen, waarvan er één
in de eerste, het andere in de derde
klasse speelde. Er volgde een periode
van ups en downs. Nieuwe brouwerij
medewerkers werden bij hun indienst
treding ingelicht over het bestaan van
de voetbalclub en onder hen bevonden
zich vaak grote talenten. Doch beëindi
ging van het dienstverband betekende
voor de voetbalvereniging vaak een
groot gat, dat niet direct werd op
gevuld.
Aan gezelligheid ontbrak het evenwel
nooit. Heineken-medewerkers, die des
tijds in H.B.M. voetbalden, beweren
zelfs, dat de vereniging sommige werk
nemers, ondanks het voorgenomen be
sluit elders te gaan werken, toch nog
voor enige jaren aan de brouwerij
bond.
Beschermheer van H.B.B.A., dus
logischerwijze ook van de voetballers,
was de heer J. M. Honig, destijds
directeur, die door de voetballers op
handen werd gedragen. Toen in 1945
de materiaalkasten weer werden ge
opend, bleek de inhoud schoenen,
shirts, fluiten en wat al dies meer zij -
in de oorlogsjaren volledig verteerd en
verroest. De heer Honig, die iedere
sportman een zeer warm hart toe
droeg, deed echter de club in het
nieuw steken. Ook toen de accom
modatie op de voetbalterreinen van
Meerboys, waar Heineken vanaf 1945
speelde, veel te wensen overliet, zegde
Heineken als eerste medewerking toe.
Het resultaat daarvan is de prachtige,
moderne kantine, die nog steeds als
Meerboys' clubhuis jaarlijks vele hon
derden voetballers en supporters bergt.
Toch was er één ding, waaraan zelfs
de heer Honig niets kon veranderen.
De K.N.V.B. besloot in 1949, dat het
pilsje-in-de-rust, dat Heineken haar
tegenstander altijd aanbood, moest
worden afgeschaft.
Wanneer wij op het voetbalverloop
door de jaren heen terugkomen blijkt,
dat het in de beginjaren van de 'fusie'
niet al te best ging met de club. Tot
twee keer toe degradeerde een van de
elftallen, waardoor beide toen in de
3de klasse van de K.N.V.B.-competitie
afdeling Amsterdam speelden.
In 1953 werd echter een stijgende lijn
waargenomen, die in 1955 zelfs resul
teerde in een kampioenschap en pro
motie naar de 1ste klasse. H.B.M.
wist zich hierin echter slechts één jaar
te handhaven.
Buiten de competitie manifesteerde de
voetbalvereniging zich voorts op de
jaarlijkse sportdag en bovendien tij
dens de halfjaarlijkse ontmoetingen
met het Rotterdamse voetbalelftal.
Met name deze laatste wedstrijden
vormden hoogtepunten, waar de voet
ballers met veel plezier en voorpret
Het kampioenselftal van sportclub H.B.M.
uit het seizoen 1921/1922. V.l.n.r.
staand: de heren Barbiers t. Van Nigte-
vegt, Raayen t, Volkers (in 1923 zou hij
naar Ajax gaan), Mars t, Koelman. Mid
den: Walop t. Hartog t. Rijnders t, Wil
schut I t, Cluwen f. Voor: Willems t,
Weisz f, Marinus t.
Het kampioenselftal uit het seizoen 1939/
1940 (toen H.B.M. speelde in de
2de klasse van de A.K.V.B.). V.l.n.r.
staand: de heren Rebel, Nieuwenhuijzen,
Van der Zwaai, Leentvaar (die later van
1947 tot 1951 in het eerste elftal van
Ajax keepte), Muller f, Esser, Both.
Midden: Hartog t, Marinus t, Wilschut II,
Vermeulen, Löwenstein, Breedveld. Voor:
Floors, Gimbel t, naam niet meer te ach
terhalen, Traanberg.