gunstig voor concern N.V. Heineken 's Bierbrouwerij Maatschappij 3 Dinsdag 8 februari j.l. verscheen het jaarverslag van ons concern over het boekjaar 1970/1971. Naast de als altijd goed verzorgde uitvoering, met ditmaal kleurenfoto's van Dr. H. P. Heineken (een geschilderd portret door Bernard van Vlijmen), de maquet te van het brouwerijproject in Zoeter- woude en de merkenboom (zie hier boven), valt op dat er in het verslag veel nieuwe informatie over het con cern is opgenomen. Bijvoorbeeld het overzicht van geconsolideerde ven nootschappen en van deelnemingen, dat we eveneens in dit nummer publi ceren, is interessant. Na een uitvoerige samenvatting van het verslag geven we in dit nummer ook een globale indruk van wat de pers, naar aanleiding van de toelichting door de heer J. F. Stap, directeur Financiën, tijdens een pers conferentie, schrijft. De naam van onze moedermaat schappij zal veranderd worden van Heineken's Bierbrouwerij Maat schappij N.V. in Heineken N.V. Het besluit is onlangs genomen, toen door de Algemene Vergade ring van Aandeelhouders de betref fende statutenwijziging werd goed gekeurd. Het woord bierbrouwerij wordt uit de naam geschrapt, omdat dit woord de lading niet meer dekt. Wij houden ons immers niet meer alleen bezig met het brouwen van bier, nu we ook betrokken zijn bij de pro ductie en/of verkoop van frisdran ken, gedistilleerd en wijnen. Een voordeel voor het verdwijnen van het woord maatschappij is, dat de moeilijkheden met het uitspre ken van dit woord in het buitenland worden opgeheven. Zo werd in Amerika gesproken over 'Heineken Much happy'. Men zou dit 'steenkolen-engels' misschien het best kunnen vertalen met 'erg gelukkig', hetgeen natuurlijk wel grappig is, maar niet de betekenis weergeeft. Hoewel iedereen over het algemeen 'erg gelukkig' is met de nieuwe naam, geeft de verandering nog wel enige rompslomp. Zo zal overal waar de naam Heineken's Bier brouwerij Maatschappij N.V. staat, deze vervangen moeten worden in Heineken N.V.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1972 | | pagina 3