viand op Nederlandse leest: 2 flessen chocolademelk, zes eieren, een groot blik erwtensoep, vleeswaren, kaas, ballen ge hakt in blik. Alles krijgt een vaste plaats in de cabine, want Van Dijk heeft de keuken aan huis en de provisiekast onder zijn stoel. De grenspost Nederland-België gaan we wuivend voorbij. De radio gaat wat zach ter, het eerste ijs is gebroken. Van Dijk vertelt over de slechte wegen in Noord- Frankrijk, over zijn jeugd als boodschap penjongen bij een kruidenier, zijn op leiding tot revolverdraaier in een bank- werkerij, zijn huis in Krimpen aan de IJssel, z'n vrouw en 2 kinderen en natuur lijk over zijn grote liefde: voetbal. Want elke zondagmorgen staat hij in 't veld en beslist niet bij de veteranen'. We zijn inmiddels al een flink eind België in. Vanonder een sigarenkistje komt een blocnotevel te voorschijn. Het is een ruwe schets van het Franse champagnegebied, met Reims in het hart. Epernay, Chalons sur Marne en Chateau Thierry kunnen we op de kaart gemakkelijk vinden. Bethény staat er niet bij. Maar tussen de N366 en de N51 moet het zijn. Dus voorlopig is er niets aan de hand. Mons passeren we om een uur of vier en dan is het nog maar luttele kilometers naar de grens. De avondzon zet de tientallen camions in een oranje raam. Een snijdende vries wind maakt het toeven buiten onplezierig. Van Dijk wipt de wagen uit en is een volgend ogenblik verdwenen richting slag boom. Als we hem even later terug vinden in een piepklein halletje, heeft hij net voor de derde keer 'Comment ca va?' gezegd. Zijn 'Bonjour messieurs dames' zullen we zeker ook nog tien keer horen vooraleer alle loketjes zijn afgewerkt. En 'Ie numéro de camion est vingt-cinq quarante-trois' komt ook telkens weer terug. Er moet nog betaald worden voor het 'overwicht' aan gasolie, want wettelijk invoeren in de tank mag je maar 50 liter. Tot zover heb je alles zelf nog in de hand. Dan begint het wachten. Wachten op de stempels, de parafen, het o.k. Dat wach ten duurt lang, urenlang. Met de voeten opgetrokken, het hoofd tussen de benen, soezen, dommelen, slapen. Af en toe schrikken we even op als iemand ons 'besjoer' komt zeggen met de medede ling, dat Heineken bier het beste bier is, dat het zo goed bij de avondboterham smaakt, en dat ze binnen met z'n tweeën of z'n drieën zijn. Van Dijk stelt ze niet teleur. Na twee-en-een-half uur verplicht oponthoud is eindelijk de zaak rond. Een laatste handdruk, een laatste bonjour en dan kunnen we Frankrijk in. Echter niet ver. Van Dijk trekt de com binatie maar enkele tientallen meters op. In een chauffeurscafé zullen we een col lega ontmoeten, van wie we de papieren overnemen. Een vergunning om als buiten lands expediteur over de Franse wegen te rijden. De Fransen geven maar weinig vergunningen af, om zodoende het vracht verkeer in eigen hand te houden. Ook Vermeer heeft er minder dan dat er wagens op de weg zijn. Daarom moet er een sluitend schema worden opgemaakt. Maar ook het wachten op elkaar is de chauffeurs niet vreemd. Een 'café filtre' brengt ons bij de werke lijkheid en een pilsje aan de toog helpt het gesprek op gang. We hebben inmid dels al evenveel handen geschud als er mensen in het café zijn, maar ook dat is voor Van Dijk al jarenlang eten en drin ken. Als we ons voor de derde maal 'choucroute' (zuurkool) hebben opge schept en Ajax-Olympique Marseille (de vorige dag gespeeld) in alle toonaarden en talen is besproken, komt de man met de papieren binnen. Zichtbaar vermoeid en hongerig voor drie. Het lossen in Parijs had hem niet meegezeten en ook de snel opkomende mist had hem danig parten gespeeld. Voor ons was dat een reden om snel op te stappen, want elke kilometer, die je nu pakken kunt, telt mee. Zo erg veel kilometers worden het door de mist niet meer, ook al kent Van 15

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1971 | | pagina 15