VERS VAN 'T VAT
AAR MENSEN
UIT Eh
ri
U
IS...
RELAAS
VAN EEN
BRAND
J T
m
REDAKTIE
AMSTERDAM (Weteringplantsoen)
POSTBUS 28, AMSTERDAM
LUCHTPOSTBRIEF UIT SUVA
WW.W-WVWVWWWWVWWWWWWWWW.
/WVWWVWWWWWWWWi
Voor externe medewerkers en gepensioneerden:
De heer B. Engel, chief engineer van de Malayan Breweries
in Singapore, zal voor de meesten van u geen onbekende
zijn. Als medewerker van de Internationale Divisie heeft
hij in het verleden reeds verschillende ervaringen, welke hij
tijdens zijn verblijf in het buitenland had, in Vers van 't Vat
gepubliceerd.
Vanuit de havenplaats Suva, gelegen op de Fiji-eilanden,
kregen wij per luchtpost een zeer actueel verhaal. Het is
een ooggetuige verslag van een brand aan boord van het
Stoomschip 'Australis', waarmee de heer Engel en zijn gezin
de verlofreis naar Nederland maken.
De heer Engel is kort voor het verschijnen van deze uitgave
in Nederland aangekomen. Aangezien tijdens de brand niet
gefotografeerd mocht worden, kunnen wij dit verhaal jammer-
genoeg niet illustreren.
SUVA, 28 oktober 1970
Zondagmiddag 11 oktober 1970
stapten we in Freemantle op de
boot, om van ons verlof te gaan
genieten. Onze hut bleek een
luxueus, ruim verblijf te zijn, in
de voorste helft van het schip.
Na een paar dagen waren we
aan de regels en regelmaat van
het zeeleven gewend. De be
manning bestaat uit Grieken,
Italianen, een paar Engelsen,
Australiërs en 3 Hollanders. In
Sydney kwamen de laatste pas
sagiers aan boord. Het over
grote deel van de totaal 2700
mensen zijn Engelsen, die na
jaren hun vaderland weer
gaan opzoeken. Ouders die hun
kinderen in Australië bezocht
hebben, mislukte emigranten en
jongelui, die hun geluk in Euro
pa willen beproeven. Ook zit er
een behoorlijk aantal Hollanders
en Duitsers aan boord.
In de dagelijkse uitgave van de
scheepskrant, welke omstreeks
middernacht in de hut wordt ge
schoven, stond voor donderdag
22 oktober 1970 het volgende
vermeld:
'Op weg naar Suva. Zonsop
komst 05.32; luchttemperatuur
73; zeetemperatuur 67; zons
ondergang 18.16.
10.15 a.m.: Algemene emergen
cy drill (alarmoefe
ning) voor alle pas
sagiers en beman
ning.
Bij het vernemen van de alarm
bellen en de scheepshoorn, wor
den alle passagiers verzocht
zich naar hun verzamelplaats te
begeven, met hun reddingsves
ten aan. De kapitein maakt be
kend, dat alle passagiers aan
deze belangrijke oefening moe
ten deelnemen.'
Evenals wij, hebben velen vlak
voor het slapen gaan het nieu
we programma gelezen en ge
dacht: 'Ja, ja, dat moet dan
maar'. Dat het moest, bleek
kort daarop.
Om 4 uur 's nacht werd ik door
mijn vrouw gewekt. Er was zo'n
lawaai op de gang, er werd
met deuren gesmeten en er viel
een vreemde lucht te consta
teren. Eerst zijn we naar de
kinderen gaan kijken, waar de
brandlucht onmiskenbaar was.
En toen we even later onze
neus om de hutdeur in de gang
staken hing daar een dichte
mist. Mensen renden met red
dingsvesten aan naar boven. Wij
hebben gauw wat warme kleren
aangetrokken, paspoorten in
een tas gestopt, reddingsvesten
aangedaan en toen onze kin
deren uit bed gesleurd, aange
kleed en van reddingsvesten
voorzien. De hutbediende kwam
inmiddels op de deur bonzen.
'Er uit met je vesten, er is
brand!' De tijd op het program
ma klopte niet; het was kwart
over 4 's morgens in plaats van
kwart over 10.
Alles verliep
zonder paniek
ledereen moest naar de open
dekken, wat zonder enige pa
niek of onregelmatighed verliep.
De alarmbellen en de scheeps
hoorn gingen. Om 4.30 's nachts
waren alle passagiers en be
manning, op de brandploeg na,
buiten. Toen werden de brand
deuren op alle dekken gesloten,
om het middenschip af te slui
ten. De kapitein deelde via het
omroepsysteem mede, dat de
brand gelokaliseerd was en on
der controle. Veel mededelingen
werden er niet gedaan. Dit
bleek achteraf om paniek te
voorkomen. De bemanning kon
vertellen dat de brand in de
keuken was ontstaan. Het klonk
allemaal niet meer zo dreigend.
Men haalde wat rustiger adem,
alhoewel de zwarte rook, die
naar buiten sloeg, verstikkend
was. De turbines waren gestopt.
INe dreven in een grote cirkel
rond.
Om 7 uur 's morgens bleek de
brand geheel gelokaliseerd te
zijn en de kapitein was er zeker
van dat zij onder controle kon
blijven, door eenvoudig zeewa
ter in het middenschip te spui
ten. Men liet b.v. een reddings
boot zakken tot voor de patrijs
poorten van de keuken om dan
met brandslangen het vuur via
de poorten te bestrijden. Er
werden gaten in de dansvloer
gehakt om slangen naar bene
den te kunnen laten. Officieel
wisten we nog niet wat er alle
maal in brand stond. Dat het
niet zo'n klein brandje was, be
grepen we wel. Om half 8 kre
gen we de mededeling dat we
nog 2 a 3 uur op de open dek
ken moesten blijven. Om 10
minuten vóór 12 was het vuur
gedoofd en het schip stoomde
héél langzaam op. Inderdaad
héél langzaam, om trek, welke
een nieuwe brand zou kunnen
doen ontstaan, te voorkomen.
Onmenselijke
taak voor
de bemanning
Wij hebben 18 uur op het open
dek gezeten. De bemanning
heeft een onmenselijke taak ge
had. Bij stukjes en beetjes heb
ben we het volgende vernomen.
De brand is in een 'deep-fryer'
ontstaan, toen de hoofdschake
laar om 3.30 's nachts werd
aangezet. Het vuur breidde zich
enorm snel uit naar de boven
liggende dekken via het lucht-
ventilatie-systeem en/of de
elektriciteitskabels. De brand
ploeg alléén kon het niet meer
aan. Zonder te denken aan hun
eigen levens, hebben vele be
manningsleden in het vuur ge
staan, gewikkeld in natte de
kens. Velen waren een verstik
king nabij en werden dan als
oud vuil naar buiten gesleurd,
om bij te komen. Anderen kre
gen verbrande ogen en konden
de eerste paar dagen niet goed
zien. Echte ongelukken hebben
zich wonder boven wonder niet
voorgedaan. En daar kan men
nog niet over uit. Al met al een
geweldige taak met de angst,
dat de enorme hitte de brand
stof en smeer-oliën in de belen
dende machinekamer zou kun
nen doen ontbranden. En dan
was er van redding geen spra
ke meer. De kans om het schip
te moeten verlaten is zeer re
ëel geweest.
Centra voor
uitreiking
voedsel
De bemanning die zich niet be
zig hield met het bestrijden van
het vuur, werd direkt ingezet
om uitreikings-centra op te zet
ten voor voedsel en drank.
Allereerst werden er dekens aan
kinderen gegeven en mensen die
nog verdwaasd in pyama en op
blote voeten rondliepen. Want
hoewel het een tropisch klimaat
is, zijn de nachten behoorlijk
koel. Men probeerde een dek
stoel te bemachtigen of ging als
een nat vogeltje tegen de muur
zitten. De doktoren en verpleeg
sters liepen rond om babies van
flessen melk te voorzien en oud
jes gerust te stellen. Voor meer
dan 36 uur, totdat het schip
Suva bereikt had, waren de
enige maaltijden voor de 2700
mensen: crackers met wat corn
ed beef, stukjes kaas, appels en
sinaasappels. Soft-drinks wer
den kosteloos uitgereikt. We
konden zelfs met plastic bestek
van kartonnen borden eten. De
kinderen begonnen zich zo lang
zamerhand te vervelen. De red
dingsvesten werden als zit
plaatsen gebruikt. Draadjes uit
een deken werden om een plas
tic lepeltje gewonden en daar
mede werd telefoontje gespeeld.
Mensen werden wat spraak
zamer en iedereen was zéér
tolerant. De zon begon heet te
worden, maar voor 2700 perso
nen was niet overal schaduw.
Foto-toestellen, die mensen in
de gauwigheid mee hadden ge
nomen, werden gecontisceerd.
Tegen 7 uur 's avonds konden
we gebruik maken van de rook
zaal en de lounge. Daar zaten
vele verbrande en doodver
moeide mensen. De wind kwam
opzetten en het dekvuil vloog
om je oren. Eindelijk konden de
eerste mensen naar hun hut te
rugkeren. Dit werd per dek of
per reeks hutnummers afgeroe
pen. Voor velen bleek dit een
zeer trieste confrontatie te zijn.
Hutten waren uitgebrand of
zwartgeblakerd. Het bluswater
had vele van hun eigendommen
geruïneerd. Secties zaten daar
bij ook nog zonder licht en het
ventilatiesysteem werkte ner
gens. Voor binnen-hutten in een
tropennacht alles behalve ple
zierig. Velen keerden daarom
maar weer naar de open dekken
terug, omdat hun hut totaal on
bewoonbaar was.
Met vertraging
in Suva
Wij behoren tot de zéér ge
lukkigen. Alles in onze hut was
zwart aangeslagen en de stank
van de rook was benauwend,
maar dat konden we en'gszins
verdrijven, door onze 3 patrijs
poorten open te zetten. Echte
schade hebben we niet. De
nachtbediende heeft ons enige
hutten laten zien. Verkoolde be
zittingen, zwart geblakerde si
naasappelen enz. enz., dreven in
de hutten rond. Een moeder, die
alléén met haar 3 zieke kinde
ren reist, verloor in haar don
kere hut een paar schoenen en
een vest. Die zullen nu nog wel
ergens drijven, want ze kon ze
niet meer terugvinden. De hut
van de eerste stuurman, welke
de dag daarvóór opnieuw ge
schilderd was, is totaal uitge
brand.
De dag daarop kwamen we in
Suva aan, met slechts 12 uur
vertraging. We zijn plezierig
ontvangen. Het probleem van
fourageren is verschoven naar
(lees verder pagina 5)
r-:--
L|
WÊmÊÊm
mÈÊÊk
4