PRESTATIE BELONINGS SYSTEMEN REGELING PLOEGENDIENST De regels Meer behoefte aan individuele beoordeling Ploegendiensttoeslag hangt van twee faktoren af B C D E F 16 jaar 316,- 332,- 349,- 371,— 394,- 17 jaar 391,- 410,- 431,- 458,- 486,- 18 jaar 466,- 488,- 513,— 545,- 578,- 19 jaar 541,- 566,- 595,- 632,- 670,- 20 jaar 616,— 644,- 677,- 719,— 762,- 21 jaar 691,- 722,- 759,- 806,- 854,- 22 jaar 791,- 840,- 891,- (vervolg van pagina 2) Een werknemer in groep C die b.v. op 15 september 1971 19 jaar wordt, krijgt vanaf 1 juli 1971 een maandloon van ƒ541,- per maand en houdt dit tot 1 juli 1972. Dan krijgt hij 616,- per maand enz. Bij de loongroepen B en C zijn geen bedragen ingevuld bij 22 jaar. Dit komt omdat 22-jarigen in deze loongroepen reeds het loon voor volwassenen bij 0 funktiejaren krijgen. De over gang naar 0 funktiejaren voor jeugdigen geschiedt als volgt: degenen, die na 1 juli jarig zijn, krijgen 1 juli daaropvolgend 0 funktiejaren en op 1 januari daaropvolgend 1 funktiejaar enz.; degenen, die vóór 1 juli jarig zijn, krijgen op 1 januari daaropvolgend 0 funktiejaren en steeds daarna op 1 januari de volgende funktiejaren. Bij deze nieuwe maandloon- struktuur behoren de volgende regels: 1. al het personeel op uurloon wordt op 1 december a.s. volgens de hierboven uiteen gezette regeling op een maandloon ingeschaald: 2. de volgende verhoging op basis van 1 funktiejaar erbij vindt voor volwassenen plaats op 1 januari 1972 en daarna steeds weer op 1 ja nuari van de volgende jaren totdat het maximum is be reikt. Voor de jeugdige werknemers op 1 januari en 1 juli, afhankelijk van de geboortedatum; 3. om voor een funktiejaar in aanmerking te komen, moet de werknemer op 1 januari tenminste een half jaar in dienst zijn, of, b.v. na pro motie, een half jaar in deze loongroep werkzaam zijn; 4. bij promotie naar een ho gere loongroep zal de voor uitgang in loon altijd min stens de helft bedragen van het verschil van het aan- vangsloon van de oude funktiegroep en het aan- vangsloon van de nieuwe funktiegroep. B.v. een werk nemer in groep C met 2 funktiejaren, d.i. 813,- per maand, gaat naar groep D. Het verschil tussen de aan- vangslonen C en D volgens de tabel bedraagt ƒ41,-. De helft daarvan is 20,50, afgerond ƒ21,-. Zijn nieuwe loon moet dus tenminste 813,- 21,- 834,- bedragen. Dit bedrag komt niet voor in de tabel, maar wel het dichtstbij zijnde ho gere bedrag, nl. 839,-, dit is dus D met 1 funktiejaar. Daarna kan hij nog gedu- Momenteel bestaan er voor het personeel, werkzaam in onze brouwerijen verschillende sys temen, waarvan het doel is de prestaties van het personeel met een toeslag boven het loon te belonen. In hoofdzaak zijn dit bij ons het multifaktor- systeem, een tariefsysteem, een merit-ratingsysteem en een over bruggingspremieregeling voor hen, die door de aard van hun werkzaamheden niet onder deze systemen konden worden ge bracht. Tegenwoordig acht men het practisch nut van deze sy stemen niet meer aanwezig, in tegenstelling tot de eerste ja ren van de invoering. Toen ble ken de regelingen stimulerend te werken voor de verhoging van de produktiviteit. Thans is er meer behoefte aan een individuele beoordeling van elke werknemer. Hierbij doet zich de vraag voor in welke mate de beoordeling de hoogte van de beloning mag beïnvloe den. Dit onderwerp is bij ons thans in studie. Gezien de be rende 4 jaar een funktiejaar erbij krijgen; 5. nieuw aan te nemen volwas sen personeel begint bij 0 funktiejaren, jeugdigen bij de bij hun leeftijd behorende schaal. In de C.A.O. voor de brouwe rijen bestaat al vele jaren lang de regeling, dat voor het wer ken in ploegendienst een toe slag wordt gegeven, waarvan de grootte afhankelijk is van het aantal uren, dat op gewone werkdagen tussen 's avonds 6 uur en 's morgens 6 uur wordt gewerkt, en van het aantal uren, dat op zaterdag, zondag en zon dagnacht wordt gewerkt. Dit systeem komt in vele bedrijven niet meer voor. Het nadeel van zo'n systeem is o.a., dat de proegentoeslag per ploeg kan verschillen, afhankelijk van het dienstrooster. De conversie is een gunstige gelegenheid om tot een eenvoudiger systeem te komen, dat hetzelfde inkomen garandeert. Deze nieuwe regeling houdt in, dat de grootte van de ploegen- toeslag afhankelijk is van 2 faktoren, nl.: 1. van de soort ploegendienst, is het een 2-, 3- of 4-ploe- gendienst; 2. van het aantal uren in de ploegendienst dat ligt in de periode tussen vrijdagavond 12 uur en maandagochtend 6 uur. In de eerste plaats wordt de ploegentoeslag dus per soort ploegendienst vastgesteld. Dit bleek voor de 2- en 3-ploegen- dienst op hetzelfde percentage uit te komen, nl. 15%. Deze percentages zijn berekend op basis van de bestaande percen tages in de C.A.O. voor arbeid tussen 's avonds 6 uur en 's morgens 6 uur op maandag t/m vrijdag, voor alle 2-ploegen- diensten (en dat zijn er vele) in de vier brouwerijen en 3- ploegendienst (eveneens vele). Het beginsel dat arbeid op de bijzondere dagen zoals zater dag, zondag en zondagnacht en ook feestdagen extra moet worden beloond is in de nieuwe regeling gehandhaafd en wel met dezelfde percentages als nu in de C.A.O. zijn vermeld. Voor de 4-ploegen lienst, waarin altijd op die bijzondere da gen wordt gewerkt, kon éen percentage met de vakbonden worden overeengekomen, waar in dus de extra toesleg van de bijzondere dagen echter exclu sief die voor feestdagen, is ver werkt. Dit percentage bedraagt 31,7%, het zal bij verdere werk tijdverkorting vermoedelijk aan gepast worden. Als bijzonderheid vermelden wij nog, dat de bestaande compen satie van 1,2% voor de 3-ploe- gendienst in de nieuwe regeling niet meer voorkomt. In verband hiermede willen wij de lezer er op wijzen, dat de nieuwe maand loontabel is berekend op basis van de 42V2 -urige werkweek, zodat de 3-ploegendienst die 42 uur per week werkt, hierdoor weer een klein voordeel daar tegenover heeft verkregen. Overigens zal gehandhaafd blij ven de bepaling in de huidige C.A.O., dat de werkgever be voegd is de toeslagen voor ploe gendienst op maandag t/m vrij dag en op de bijzondere dagen uit te drukken in gemiddelde percentages per ploegendienst. Belangrijk is verder, dat mocht een werknemer door de nieuwe ploegentoeslagregeling in in komen erop achteruitgaan (mis schien in een enkel geval mo gelijk), dit toch zal worden ge compenseerd bij de inschaling in de maandsalaristabel. Niemand zal immers, dit is al eerder gezegd, door de conver sie in inkomen achteruitgaan, gaan. Wij verwachten en hopen, dat deze nieuwe ploegentoeslag regeling een stap vooruit is in de richting van moderne ar beidsvoorwaarden. PRESTATIEBELONINGSSYSTEMEN langrijkheid hiervan ook voor de tijd, dat de integratie zal worden ingevoerd, is besloten niet reeds bij de conversie met een nieuw systeem te beginnen. Wij hopen in de loop van 1971 wel met een nieuw systeem ge reed te komen. In verband hiermede is nu als voorlopige maatregel de volgende regeling met ingang van 1 december a.s. van toepassing: de bestaande prestatiebelo ningssystemen worden afge schaft. De verdiende premies, die in de eerste 3 kwartalen van 1970 zijn behaald, worden op een vast gemiddeld percen tage bevroren. Dit gemiddelde percentage wordt voor iedere werknemer afzonderlijk vastge steld en blijft gelden tot 1 ja nuari 1972. Deze premie wordt in aanmerking genomen bij de berekening van toeslagen voor overwerk, ploegendienst e.d. en blijft ongewijzigd, ook als de werknemer naar een andere af deling wordt overgeplaatst. Vóór 1 januari 1972 zal worden bekendgemaakt hoe na die da tum verder zal worden gehan deld. Er is in verband hiermede nog een andere belangrijke maatregel getroffen. Een klein gedeelte van het personeel heeft een z.g. overbruggings premie, die lager ligt dan de premies krachtens de prestatie beloningssystemen. Om te voor komen, dat zij nu nog geduren de een jaar lang op dit lagere percentage blijven staan, is be sloten boven deze overbrug gingspremie een toeslag van 2Vi toe te kennen, waardoor deze premie in totaal bijna even hoog wordt als de overige ge middelde premiepercentages. Dit besluit is genomen, omdat de lagere overbruggingspremie niet aan het personeel te wijten was, maar een gevolg was van het systeem van prestatiebelo ning. Werknemers, die in dienst ko men, moeten binnen deze rege ling ook een percentage ont vangen. Deze zal voor iedereen gelijk zijn, nl. 6%. Mochten er werknemers zijn, die al in dienst zijn en een lager percentage hebben dan 6%, dan zullen ook zij deze 6% ontvangen. Dit onderwerp willen wij be sluiten met nog eens met na druk te vermelden, dat de pre mies slechts tot 1 januari 1972 worden gegarandeerd. In een nieuw systeem met individuele beoordeling kan het mogelijk zijn, dat, indien deze beoorde ling voor een bepaalde werk nemer laag uitvalt, de nieuw toe te kennen premie lager kan zijn dan de nu gegarandeerde premie. (lees verder pagina 4) DE TWEE-PLOEGENDIENST

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1970 | | pagina 3