DRIEVOUDIG AFSCHEID IN ROTTERDAM J. J. MOELKER C. VONK M. J. W. HERINGA Het was ongeveer kwart voor vijf in de middag toen op dins dag 8 september de Rotterdam se raadskelder opnieuw drie 'slachtoffers', omringd door echtgenoten, familieleden en vele belangstellenden uit het be drijf, binnen zijn muren had. Aan de beurt om afscheid van de brouwerij te nemen waren deze keer de heren J. J. Moel- ker, chef tapkelder, C. Vonk van de kwaliteitsdienst en M. J. W. Heringa, onderchef elektro technische werkplaats. Als er meer dan een medewer ker met pensioen gaat, valt er logischerwijs ook door meer mensen iets te zeggen en met het oog op de beperkte tijd beet de heer van Puffelen daar om de spits af met een reken kundige, doch naar zou blijken door de sprekers zeer goed be grepen inleiding om vervolgens het woord aan de heer Van Ros- sem te geven. Deze was direct van mening dat het 'm niet in de lengte van de toespraak zit maar in de harte lijkheid. Dit in praktijk bren Onderonsje tussen de dames Moelker en Vonk. De heer Vonk denkt er het zijne van. gende richtte hij zich tot het scheidende trio, dat respectieve lijk op 47 (Moelker en Vonk) en 11 (Heringa) dienstjaren kon bogen. 'U heeft alle drie voortreffelijk gewerkt' zo zei hij, 'en uw aanwezigheid werd door iedereen steeds op hoge prijs gesteld'. De heer Van Rossem sprak zijn spijt uit over het feit dat zij vorig jaar, eveneens alle drie, wegens gezondheidsredenen he laas voortijdig het werk hadden moeten neerleggen, doch een verheugend feit hierbij was dat zij, mede door de gunstige maatschappelijke omstandighe den van deze tijd, hier nu in een goede conditie aanwezig konden zijn. Namens de directie zei de heer Van Rossem de drie populaire afdelingschefs, wier vertrek vooral door hun naaste mede werkers zeer betreurd zal wor den, hartelijk dank voor alles wat zij voor het bedrijf gedaan hebben. Hij hoopte tevens dat men hen, zoals het laatste jaar toch al gebruikelijk was, nog vele malen op de brouwerij zou tegenkomen. Tenslotte wenste de heer Van Rossem de nieuwe 65+ers met hun echtgenoten en familieleden nog veel geluk en gezondheid toe, waarna hij over ging tot een, zoals hij zei, aan gename verplichting, het uitrei ken van de jubileumgratificatie. 'Je weet dat ik niet zo voor toe spraken ben, maar voor jou doe ren. Hij goot het echter in een bijzonder vat. De heer Heringa bijvoorbeeld had de gewoonte om nadat hij zich kwaad gemaakt had zijn ondergeschikten wat te troosten met de woorden 'Mijn zoon ga heen en zondig niet meer', waarbij ten overvloede nog pe permuntjes werden uitgedeeld. Dit en nog enkele andere voor vallen werden door de heer Van Dijk meer gedeclameerd dan verteld, zodat de toegesproken grote figuren er weinig van merkten dat het 'Arie maar' was, die achter de microfoon stond. Ook mevrouw Heringa kreeg een extra pluim omdat zij zo fantastisch koffie kan zetten. Voor de heer Heringa had Van Dijk namens de afdeling een prachtig herinneringsfoto-album en voor het hele trio een wens, die hij door velen ondersteund wist: 'De aren hoef je niet meer te tellen, de schoven niet meer te binden, moge u nog lange jaren veel liefde en geluk onder vinden'. Na deze prachtspreuk, waar men eerst stil van werd en ver volgens zeer luidruchtig, ver scheen de heer Pothoven voor het voetlicht. Na een inleiding, waarbij het accent op Rotter dam gelegd werd, wenste hij de heren Moelker, Vonk en Herin ga het allerbeste met toevoe ging van de wijze woorden: 'Als je over jezelf tevreden kan zijn is het goed, als je chef ook nog tevreden over je is, dan is dat alleen maar meegenomen'. Ook de heer Pothoven bood de he ren, in dit geval namens de ver eniging van leidinggevend per soneel afdeling Amsterdam, een cadeau onder couvert aan. De heer Wisse, die de afdeling Den Bosch vertegenwoordigde sloot de sprekersrij. Na enige positieve eigenschappen van de heren Moelker, Vonk en Heringa te hebben belicht, wenste hij hen namens de bazenclub, zoals de heer Wisse nog zei, met hun echtgenoten een prettige 'oude dag' toe. En na al deze herinneringen en goede wensen mochten de nieuwe oudgedienden zelf ook nog wat zeggen en zo spraken achtereenvolgens de heren Moel ker, Vonk en Heringa hun wel gemeende dank uit aan directie en bedrijfsleiding en allen die hadden meegewerkt om dit af scheid tot een zo feestelijke ge beurtenis te maken. L.E. De heer Wisse drukt de heer Moelker de hand. Het scheidende trio met hun echtge noten. V.l.n.r. de echtparen Vonk, Moelker en Heringa. Ook ir. Büchli, zelf reeds gepensio neerd, toonde zijn belangstelling. Hier drukt hij de heer Heringa de hand. Links mevrouw Heringa. overal van af', was het devies. Maar men bleek niet alleen van alle last af te zijn. Er kwam bovendien gemak voor in de plaats, want al die jaren werd de aan de heer Moelker toebe deelde taak accuraat en voor treffelijk uitgevoerd, waarvoor hem hier nog eens van harte dankgezegd werd. Van de heer Heringa was onder andere bekend, dat hij nooit kwaad werd, zelfs niet als hij voor een langdurige storing, wat ondanks alles wel eens voor kon komen op een moeilijke afdeling als de elektrotechnische werk plaats, op het matje geroepen werd. Hij wist dan steevast de sfeer te ontspannen met de vraag: 'Wil je een snoepje?' De heer Vonk tenslotte bleek steeds een gewaardeerd lid van de vereniging te zijn geweest, waar vooral de kas steeds wel bij heeft gevaren. Want dat moest hem nagegeven worden, hij was geen wanbetaler. Na mens het personeel overhandig de de heer Van Zetten het ik het graag', was een van de eerste opmerkingen van drs. Vermeule in zijn woord tot de heer Vonk. Zoals elke goede HBM-er is ook de heer Vonk in de stal begonnen. Na de botte larij en de proefziederij kwam hij omstreeks 1955 in het labo ratorium terecht. De heer Ver meule heeft met hem een leuke tijd meegemaakt en herinnerde onder meer aan de oorlogsjaren, toen Vonk van tulpenbollen en kastanjemeel bier brouwde. De heer Vonk kan er vast op reke nen, dat hij bij een onverhoopte volgende oorlog 'van stal' ge haald zal worden. De heer Vermeule tekende met enkele voorbeelden het beschei den karakter van de heer Vonk en vertelde tevens hoe hij vele mensen uit het bedrijf, van hoog tot laag, in de proefziederij heeft opgeleid. Onder deze leer lingen bevonden zich destijds ook de heren Heineken en Stik ker. Namens de gehele labora toriumstaf dankte de heer Ver meule de heer Vonk voor de vele jaren van prettig samen werken en wenste hem en zijn echtgenote nog vele jaren in ge luk en gezondheid toe. De heer Van Zetten was het die de heren Moelker, Vonk en He ringa namens de vereniging van leidinggevend personeel, afde ling Rotterdam toesprak. Naast een grappig voorval uit het ver leden wist de heer Van Zetten nog te vertellen dat de heer Moelker vroeger vaak voor een kritisch en lastig mens door ging. 'Zo iemand moet je in het bestuur opnemen, dan ben je scheidende driemanschap een cadeau onder couvert. Kenne lijk door ervaring wijs geworden smeekte hij voor zijn collega's bij hun echtgenoten het zelfbe schikkingsrecht over deze enve loppe af. Daarna reikte hij, zich zelf vergelijkend met een official van grote sportevenementen, de dames in hun hoedanigheid van beste coach voor hun echtge noot een ereprijs aan in de vorm van een doos bonbons, hetgeen uiteraard gepaard ging met een welgemeende kus. Ook de heer Van Dijk, die hier na het spreekgestoelte betrad, had goed begrepen dat hij kort moet zijn, maar 'aangezien door de electriciëns in de brouwerij altijd in een zeer snel tempo ge werkt wordt', vormde dit voor hem geen probleem. Wel vond hij het wat moeilijk om te spre ken voor drie van die grote figu 4

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1970 | | pagina 4