AFSCHEID J. DE LANGE bezoekers technische DIENST daar melden De heer De Lange (rechts) liet door middel van de claxon nog even horen hoe bezoekers „gemaand" werden zich bij hem te melden. Links de tekening van de vroegere chef-machinist achter zijn stoopje. Rotterdam, 15 december 1969. Uit het oog, maar niet uit het hart bleek op deze namiddag in de raadskelder, waar de brouwerijgemeenschap afscheid nam van een van zijn markante figuren, de heer J. de Lange, voormalig chef machinist, destijds bij velen (beter) bekend als Ome Koos. Reeds vele maanden niet meer actief werkzaam, stond hij nu voor het officiële tijdstip van „op non-actief gaan". Vijf sprekers deden hem uitgeleide naar pensioenland. Omdat de heer Van Rossem. zeer tot zijn spijt, verhinderd was, sprak de heer Onderwater namens de bedrijfsleiding. Hij noemde een aantal feiten en factoren uit het ruim 25-jarige brouwerij leven van de vroegere chef-machinist, die hij vanaf 1958 had meegemaakt. De heer Onderwater bracht ook en in het bijzonder mevrouw De Lange dank en hulde voor haar aandeel (,,U heeft op uw plaats heel veel voor het bedrijf betekend") en besloot zijn toespraak met vele goede wensen voor de komende jaren. De heer Van Essen, niet zo lang geleden zelf gepensioneerd, vertegenwoordigde de Amsterdamse brouwerij. Hij schetste zijn Rotterdamse, collega als een behoudend mens, maar ook als iemand, die geprobeerd had in zijn levensstijl en zijn manier van werken aan alles zin en inhoud te geven. Namens de Algemene Bedrijfsgroepencentrale kwam de heer Brandwijk zeggen, dat men daar de heer De Lange (sinds 1945 in de vakbeweging) heeft leren kennen als een zeer overtuigd lid. „Aan het vakbondswerk heeft u veel bijgedragen", aldus de heer Brandwijk, die de waardering daarvoor onderstreepte met een cadeaubon. Na enige discussie vanuit de zaal met de volgende spreker, de heer Van der Zijden, werd vastgesteld dat deze sprak namens de hengelaarsvereniging hengels kunnen zich niet verenigen"). De heer Van der Zijden memoreerde dat de heer De Lange niet alleen deze vereniging had op gericht (in 1961) maar ook daarna, onder andere als voor zitter, een belangrijk aandeel in het verenigingswerk had gehad. Over de vistechnische kwaliteiten van de vroegere voorzitter wilde hij niet uitweiden. Wel liet hij duidelijk uitkomen, dat de heer De Lange het in die tijd altijd bijzon der plezierig vond als iedereen het naar de zin had, tijdens de reis, bij het hengelen en onder het eten en drinken. Als blijk van dank overhandigde de heer Van der Zijden een boekenbon. Volgens de heer Van Dijk (A.) was baas De Lange op het bedrijf streng en niet gemakkelijk. „Maar buiten de brou werij was u zó'n kerel, die steeds klaar stond met allerlei adviezen (vakantiereizen) en voor iedereen belangstelling had". Namens het jubileumfonds bood de heer Van Dijk mevrouw De Lange een bloemstuk en haar man een cadeau bon aan. Als voorzitter van de Vereniging van leidinggevend perso neel (vroeger de bazenclub geheten) en namens de leden van de OR sprak de heer Van Zetten, als laatste, zijn scheidende collega toe. Hij liet even de tijd van weleer herleven, toen hij enkele „specifiek baas De Lange situaties" in herinnering bracht en vervolgens een treffende tekening (van de hand van meester Cottaar) onthulde, waarop een glunderende chef-machinist, achter zijn stoop en zijn koolzuurfles zittend, een voortreffelijk getapt glas bier heft. Woorden van waardering had de heer Van Zetten verder voor hetgeen de heer De Lange in en voor de bazen- club had gedaan: van 1955 tot 1959 secretaris, daarna voorzitter tot 1968. Namens het bestuur van deze vereni ging dankte hij hem hartelijk. In zijn dank betrok hij ook mevrouw De Lange voor haar steun op de achtergrond. Een grote doos bonbons gaf aan deze dank uitdrukking. Vervolgens overhandigde de heer Van Zetten het personeels- cadeau, een dikke envelop, waaraan, zoals hij zei, door velen was bijgedragen. Namens de ondernemingsraad, waarvan de heer De Lange een aantal jaren deel heeft uitgemaakt, dankte de heer Van Zetten voor de samenwerking. In deze dank deelde ook en opnieuw mevrouw De Lange, die namens de leden en de voorzitter eveneens een cadeau ontving. Tot slot werd nog een herinnering aan de „periode De Lange" zichtbaar en hoorbaar voor de aanwezigen gemaakt, toen de heer Van Zetten het bekende bord „Bezoekers technische dienst daar melden" onthulde en de heer De Lange nog eenmaal de knop mocht bespelen, waarop het bekende claxongeluid door de raadskelder dreunde. Het laatste woord was tenslotte aan de heer De Lange. Op de hem eigen wijze dankte hij alle sprekers afzonderlijk, met voor ieder een speciaal woord, stond nog even stil bij de tijd van weleer, tot leven gebracht in tekening, door bord en toeter, om te eindigen met een „voor deze ont vangst en alles wat u voor ons gedaan hebt, hartelijk dank!" Langs deze weg wil ik gaarne, mede namens mijn vrouw, hulde brengen voor de uitstekende verzorging van de receptie ter gelegenheid van mijn afscheid. In de eerste plaats hartelijk dank aan de directie, die mij deze gelegenheid heeft geboden. Tevens dank aan mijn collega's en de ver tegenwoordigers van het kantoorpersoneel te Rotterdam en aan de col lega's van de vestigingen Amsterdam en Den Bosch. Eveneens gaat onze dankbaarheid uit naar de leden van het jubileumfonds en van de henge laarsvereniging te Rotterdam. Goede en vooral geestige woorden zijn door u gesproken, treffende te keningen zijn aangeboden evenals mooie cadeaus. Voor dit alles onze welgemeende dank. Rotterdam J. de Lange 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1970 | | pagina 16