Jong leven in
de brouwerij
Pa en ma merel op het nest.
Een groot deel van het bouwmateriaal, papie
ren strookjes, haalde het merelpaar uit het
magazijn. Van de vier jonge vogels is er een
gedeeltelijk te zien.
had hij, op verzoek van Artis, enkele exemplaren naar
Nederland gestuurd, die echter geen van alle in leven
bleven. Hij besloot toen te proberen een exemplaar ter
plaatse in leven te houden en eerst daarna naar Artis op
te sturen. Dat betekende echter dat het dier eerst gewend
moest worden aan heel ander voedsel. Het patentmenu, dat
de Van Dams toen ontdekten, bestaat uit „flaked barley"
(gerstevlokken) vermengd met gemalen vlees, gekookte en
rauwe eieren (met fijngemaakte schaal); dat alles aange
maakt met water en verrijkt met een multi-vitaminen-
mengsel, terwijl voor de smaak nog enkele druppels mieren-
zuur worden toegevoegd.
En zowaar het lukte, de pangolin bleef in leven! Hij bleek
een gezellig huisdier, dat 's avonds wakker werd, in alle
kamers rondscharrelde, zijn prakje (dat hij graag at)
opzocht, achter de boeken kroop (die de andere dag prompt
op de grond lagen) en 's ochtends lag te slapen in de
bloemenbak. Verwonderlijk gauw werd hij uit zich
zelf zindelijk, waarbij hij trouw een bepaalde bierpul
opzocht. Als hij geroepen werd kwam hij direct tevoorschijn.
Toen de Van Dams enige maanden geleden met verlof naar
Nederland vertrokken waren, bleef de pangolin nog veertien
dagen achter. In die tijd nam de familie Kruidenier de zorg
voor het vriendelijke schubdiertje over. De familie De Vries,
die toen met verlof ging, bracht de pangolin mee naar
Nederland. Hij is waarschijnlijk de enige boommiereneter,
die eerste klas met het vliegtuig gereisd heeft. Tijdens de
vlucht namelijk ontsnapte hij uit zijn verblijf en kroop weg
in de eerste, klas, waar hij een tijdlang onvindbaar was.
In Nederland verbleef hij eerst twee weken op het verlof
adres van de familie Van Dam in Bilthoven. Omdat hij
elke nacht alle bloempotten weer omgooide en de aarde
uit de plantenbakken wroette, ging er een zucht van ver
lichting door het huis, toen het schubdiertje eind maart
naar Artis verhuisde. Dr. E. F. Jacobi, de directeur, was
erg blij dat de nieuwe aanwinst direct van het meegebrachte
voedsel „hapte". (Geen wonder, want de pangolin had de
vorige dag bijna geen eten gekregen!). Van het tijd
stip van aankomst in Artis tot eind april verbleef de boom
miereneter in quarantaine. Daarna werd hij opgenomen in
de collectie nachtdieren.
Drs. Dekker: Hij is nog altijd verbazend mak en zeer gesteld
op menselijk gezelschap. Een gevolg van zijn opvoeding.
We hopen nog lang van zijn aanwezigheid te kunnen
genieten.
Dit was zo maar een verhaal over een uniek geval uit de
dierenwereld van ir. Van Dam (en niet alleen van hem).
Over enige tijd hopen wij op dezelfde golflengte van zijn
boeiende verteltrant terug te kunnen komen. Dan echter
met een heel andere story, waarin voor dieren geen, maar
voor avontuur zoveel te meer plaats zal zijn.
Van Artis vernamen wij dat intussen uit Kumasi nog vier
pangolins zijn gearriveerd, die het volgens de eerste berich
ten uitstekend maken. Red.
op de kabels van een verdeelkast had
het met behulp van onder andere glas
wol, afkomstig uit het magazijn, een
nest gebouwd.
Toen de fotograaf naar boven was
geklommen om een plaatje van de
vier jonge vogeltjes te schieten, bleek
ma merel niet erg bereid even van
haar plaats te gaan. Tenslotte lukte
het toch. Nauwelijks was de foto ge
maakt of zij streek weer op haar
kroost neer. Even later kwam het
hoofd van het gezin met nieuw voed
sel aanvliegen en was het „leed" weer
geleden.
Artis-.wis blij met de pangolin.
Ma merel bleek maar nauwelijks genegen even
van haar nest te gaan.
Rotterdam. Eind juni nestelde in de
gang naar de proefziederij voor de
tweede maal een merelpaar. Boven