GESCHUBDE BOOMMIERENETER BLIJFT LEVEN OP PATENTMENU PRIMEUR VOOR ARTIS Met veel geduld leerden de Van Dams de jonge pangolin aan het nieuwe voedsel wennen. Kom er eens aan als je durft! Onder de vele dieren, die in de afge lopen jaren via de „luchtbrug naar Artis" van West-Afrika naar Neder land werden overgebracht, neemt de enige maanden geleden gearriveerde boommiereneter een heel bijzondere plaats in. Nog niet eerder namelijk is, voor zover bekend, het gelukt dit schubdier in gevangenschap in leven te houden. Evenals de andere dieren van de luchtbrug heeft Artis deze pan golin, zoals hij ter plaatse in Afrika genoemd wordt, te danken aan de familie Van Dam in Kumasi, Ghana. Hun komt ook de eer toe van het min of meer toevallig ontdekken van het menu, dat door de boom miereneter niet alleen aanvaard werd, maar waarop het dier bovendien in leven bleef en, wat nog belangrijker was, groeide. En hoe! Van drs. D. Dekker, die deel uitmaakt van de staf van Artis, vernamen wij enkele interessante bijzonderheden over de familie, waartoe de jonge pangolin behoort. Schubdieren, zo schrijft hij, vormen een groepje zoog dieren, waarvan de verwantschap met andere diersoorten moeilijk aantoon baar is. Van nature zijn het hol- bewonende nachtdieren, dat wil zeg gen, zij slapen overdag in een zelf- gegraven hol en gaan er 's nachts op uit, op zoek naar voedsel. Dit bestaat uit insecten, in hoofdzaak zelfs uit termieten. Schubdieren hebben sterke voorpoten, voorzien van „ijzeren" klauwen, waarmee ze steenharde ter mietenheuvels openscheuren. De prooi likken ze op met een lange, rolronde tong, die snel heen en weer flitst vanuit de snuitvormige bek. Daarbij zijn ze in staat in de bek modder en steentjes van de insecten te scheiden. Alleen deze laatste komen in de maag terecht. Schubdieren moeten we zoeken in Azië en Afrika. In totaal zijn zeven soorten bekend, alle voorzien van een min of meer lange staart (vooral de boommiereneter) en een geheel met schubben bedekt lichaam. Deze schub ben ontstaan op dezelfde wijze als onze haren, alleen de vorm is anders. Klimmen kunnen deze dieren over het algemeen uitstekend, hoog tot in de toppen van de bomen. Maar ook zwemmen ze graag en veel. Bij gevaar duiken ze onder water en kunnen het daar ongelooflijk lang uithouden. Worden ze op het land verrast en kunnen ze niet wegkomen, dan rollen ze zich op. Hen ontrollen is dan onmogelijk, zelfs bij een klein exem plaar. De geweldige kracht van deze dieren is trouwens bekend. Zo is een volwassen reuzenschubdier in staat een tiental mensen voort te sleuren bij zijn poging te ontsnappen. Tot zover de heer Dekker. De pango lin, waarover ons verhaal gaat, is afkomstig uit het tropisch regenoer woud van West-Afrika. Zijn lichaam is even lang als zijn staart, ongeveer dertig centimeter. Met zijn tong reikt hij zo'n vijftien centimeter ver. De pangolin houdt zich voornamelijk in de bomen op en hij leeft uitsluitend van mieren: witte, zwarte, rode en boommieren. Zoals zo vaak gebeurde, kreeg de heer Van Dam de boommiereneter door voorbijgangers aangeboden. Al eerder Aan de maaitijd. Even kijken hoeveel ik gegroeid ben. Sorry, no pictures! een bepaalde bierpul Wat ruik ik daar? Aha, m'n prakje!

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1969 | | pagina 12