Afscheid W. G EU RDS Een doos sigaren was het stoffelijk bewijs van de waardering voor de heer Engelse. „De stilte is gelijk aan die in de dagen der schepping". Deze woorden, waarmee de heer Engelse zijn dankwoord begon, werden in eerste instantie met gelach ontvangen. Dagen later werd er echter nog over gesproken: een doordenkertje dus. De heer Engelse dankte de sprekers hartelijk voor hun vriende lijke woorden, de goede gevers voor hun cadeaus en allen die blijk hadden gegeven van hun belangstelling. Op maandag 30 juni 1969 nam de Bossche brouwerij afscheid van een van haar werkers van het eerste uur, de heer W. Geurds. Vergezeld door zijn echtgenote en kinderen werd de heer Geurds na de ontvangst door de bedrijfsleider, ir. Ten Bruggen Cate in de kantine een afscheidsreceptie aangeboden. Deze werd geopend met een hartelijk welkomstwoord van de heer Van Berkom, die memoreerde dat de heer Geurds, mede door de bijzondere wijze waarop hij zijn Heineken chauffeurspet wist te dragen, een markante figuur was in de Bossche brouwerij gemeenschap. In de officiële toespraak van de heer Ten Bruggen Cate kwam veel waardering tot uitdrukking, waarbij tevens werd onder streept, dat de heer Geurds waarschijnlijk degene is, die de meeste dienstjaren heeft als biervervoerder, aangezien hij reeds in de dertiger jaren, zij het dan ook destijds in dienst van een andere firma, bier naar Nederland vervoerde, onder andere uit Tsjecho-Slowakije. Zijn feitelijke dienstverband bij een dochteronderneming van Heineken begon in 1947, toen hij in dienst trad bij de toenmalige St. Servatius bierbrouwerij in Maastricht. Bij de opening van de Bossche vestiging was hij een der eersten die daar begon. Vervolgens kreeg zijn chef, de heer De Rooy, het woord, die Geurds kenschetste als een fijne collega en een voortreffelijk mens, met wie het prettig samenwerken was. Tenslotte bood de heer Van der Wiel namens het gehele personeel een fraai gouden polshorloge, alsmede een gras- Overpeinzingen van een Amsterdamse gepensioneerde Naar aanleiding van het bezoek van een groep oud-medewerkers aan de brouwerij te 's-Hertogenbosch schreef een der deelnemers ons het volgende. In de eerste plaats hartelijk dank aan de initiatiefnemers van deze voor ons zo belangrijke tocht en tevens aan de directie, die dit mogelijk gemaakt heeft. Twee woorden hebben in mijn denken een belangrijke rol ge speeld, namelijk bewondering en verwondering. Toen onze bus leider, na aankomst in Den Bosch, de chauffeur vroeg even om de brouwerij heen te rijden, was ik verwonderd: Wat een opper vlakte, wat een ruimte! De bewondering kwam, toen ik het brouwhuis en de bottelarij bezocht. Wat een prachtinstallatie en wat een rust ging er van uit! Je kon normaal met de anderen praten. Ook licht en lucht hebben hier (in de bottelarij) vrije toegang en alles is gemakkelijk schoon te houden. Het gezegde: „De cost gaat voor de baet uit" is hier wel van toepassing. Tevens merkte ik op, dat het niet verantwoord zou zijn deze kostbare installaties zestien uur van een etmaal renteloos te laten staan. Dan brengen ze hun geld nooit op. Een bierbrou werij maakt reclame met de bekende tekst: Bierbrouwen is vakmanschap, maar dat is het niet alleen; zakelijk inzicht en een grote dosis moed en vertrouwen in de toekomst om zoiets op touw te zetten is bij deze directie zeker aanwezig. En als je je dan op een warme zomeravond overgeeft aan over peinzingen kom je tot de ontdekking, dat je eigenlijk twintig jaar te vroeg geboren bent. Tegenwoordig immers is alles zo veel mogelijk gemechaniseerd. Vroeger ging alles met de hand. Als het warm was moesten ongeveer 5000 vaten, die leeg al zo'n 30 a 40 kg wogen, op één dag de deur uit. De boenplaats was dan een verschrikkelijk oord. De pekmachines, de installa tie voor het wassen van de vaten en de andere machines draai maaimachine aan. Ook namens de personeelsvereniging werd een geschenk overhandigd. Velen maakten gebruik van de gelegenheid om persoonlijk afscheid van de heer Geurds te nemen, hoewel wij hem hopelijk nog vaak even op de brouwerij zullen zien. De heer Geurds dankte met een plezierig woord allen, die voor hem zijn diensttijd bij Heineken en deze afscheidsmiddag zo waardevol hebben gemaakt. De heer Geurds probeerde alvast de grasmaaimachine, die hem namens het personeel ter gelegenheid van zijn afscheid werd aangeboden. den op volle toeren. De lucht van de hete pek was te snijden. De hedendaagse werknemers hebben het heel wat prettiger. Voor het zware en langdurige werk is ploegenarbeid in de plaats ge komen. Het zal ook zijn bezwaren hebben, zeker, maar die ken ik niet. Ik zal niet verder op de goeie? ouwe tijd (denk om het vraag teken, zetter!) doorgaan, doch als ik de Rotterdamse en Am sterdamse oudjes zo aanzag dan heeft het zware werk voor de meesten geen nadelige gevolgen gehad. Ook het aantal dienst jaren speelt volgens mij geen rol. We kunnen alleen maar dank baar zijn, dat we al die jaren hebben kunnen en mogen werken. Nog één opmerking wil ik graag maken. Het heeft me verwon derd dat er nog zovele gepensioneerden zijn, die, als er zoals in dit geval een extra bustocht wordt georganiseerd, niet even bericht van verhindering sturen. In Amsterdam had men drie bussen besteld, maar toen het tijdstip van vertrek was aan gebroken moest er één teruggestuurd worden. Tot slot een woord van dank aan onze directeur, de heer Klop penburg, alsmede aan de bedrijfsleider en de personeelschef voor hun hartelijke ontvangst in de kantine. p_ j_ jq «I

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1969 | | pagina 19