korps uit Den Bosch en
gevolgd door de Variomaton
presenteerde de hovercraft
zich in de pauze tussen de
toerwagenraces en de Grand
Prix. Voor de hoofdtribune
op het circuit overhandigde
bestuurder J. de Bode het
„bewijs van zweefwaardig-
heid" aan de heer E. G.
Borgers, directeur van Hei-
neken, terwijl de geestelijke
vaders de heren A. Schip
perijn en J. Apetz nauwlet
tend toekeken.
De hovercraft, qua ontwerp
en constructie een geheel
Nederlands produkt, is uit
gerust met een DAF-motor
en kan een maximum snel
heid van ongeveer 50 km/u
halen; de vrije zweefhoogte
bedraagt circa 6 centimeter.
Het zweeftuig is ontworpen
door de heer Rudolf Das
uit Aerdenhout; construc
teur is de heer J. de Bode
van Bodair Hovercrafts te
Spaarndam.
Na zijn huldiging ontving Grand
Prix winnaar Jackie Stewart een v
Delftsblauwe bierpul (met in
houd) uit handen van Heineken
hostess Hetty Stock.
A Zojuist ontving de heer Borgers het „bewijs van zweefwaardigheid"
van de heer De Bode (tevens constructeur). Links van de heer De Bode
de heer Das, ontwerper. Verder ziet u nog de geestelijke vaders van
de hovercraft de heren Schipperijn (met microfoon) en Apetz (schrijvend).
in opdracht van Heineken
vervaardigd en het is dan
ook niet verwonderlijk, dat
het alle uiterlijke kenmer
ken als zodanig bezit: een
biervilt (doorsnede 3.80 m)
met daarop een bierglas
(hoogte 3.30 m).
Voorafgegaan door het Hei
neken tamboer- en fanfare
en die was er, ondanks een pak telegrammen, een telefoonreke
ning van heb ik jou daar en een persoonlijke overtocht van
Ruud Das, nog steeds niet toen de constructie van de hovercraft
al bijna klaar was. De dreigende stagnatie in het geplande bouw
programma werd voorkomen doordat Das en De Bode die com
pressor toen maar even zelf hebben gemaakt en nadat er ook nog
wat slimme, bijtijds geïmproviseerde oplossingen waren gevon
den voor wat door de heren constructeurs met een „pieffie",
een „puttertje", een „kuukie" en een „plumpie" werd omschreven
kwam het verlossende telefoontje, dat er in de werkplaats van
„Bodairs" te Spaarndam kon worden proefgezweefd.
Ik herinner mij nog goed dat buiten, op de zonnige dijk, een
paar argwanend kijkende Spaarndammers samenschoolden, die
de gang van zaken achter de hermetisch gesloten kanteldeur al
lerminst vertrouwden.
„Het benne ruimtevaarders", mompelde er een.
„Ze rotzooie daarbinne met atome", veronderstelde een ander.
En inderdaad zou het merkwaardige bouwsel daarbinnen best een
maanlandingsvaartuig geweest kunnen zijn.
Bovenop een reusachtige, dertig centimeter dikke schijf met een
middellijn van 3.80 m verhief zich een futuristische preekstoel
van stalen buizen, waartussen allerlei aandrijfassen, koppelingen
en riemen schemerden. Een vijfbladige propeller in een soort
windtunnel maakte het geheel nog geheimzinniger dan het al
was en toen Jaap de Bode na een korte uiteenzetting, waar we
als gewone stervelingen weinig van snapten, die preekstoel be
Alleen technisch en aërodynamisch uiterst begaafde toeschouwers
zouden er enig vertrouwen in hebben gehad -wp
A Hoog boven de stof-
V wolk zat de constructeur
met een triomfantelijke glimlach
achter z'n dashboard
klom, heerste er dan ook een doodse stilte. Dit, begrepen wij,
was een Groots Moment. De eerste, geheel uit Nederlandse com
ponenten gebouwde hovercraft zou zich van de grond verheffen.
En een minuutje later, toen De Bode het contactsleuteltje om
draaide, de DAF motor op toeren kwam en de lucht zich onder
het biervilt samenperste, was het zover. Een machtig, orkaan
achtig geluid vulde de werkplaats.
Een gigantische stofwolk maakte iedereen onzichtbaar. Hoog
daarboven zat de constructeur met een gelukkige, triomfantelijke
glimlach achter z'n dashboard en liet het driftig blazende lucht
kussenvoertuig voor- en achteruit walsen. Iedereen riep „Hoera!"
en toen het geluid weer stil viel en het ding omlaag zakte, was
de vloer brandschoon geblazen en bleken wij opeens in dezelfde
kleur grijs te zijn gekleed.
Wij, Ruud Das, Anton W. Schipperijn, Albert de Leur van DAF's
tentoonstellingsdienst, Hans Veldhuis van „Auto Visie" en de
ijzersterke, onvermoeibare assistenten van Jaap de Bode, maal
den daar echter niet om. Want de proefzwevingen in de buiten
lucht konden beginnen en dat werd ook hoog tijd, want de
Grand Prix van Nederland was niet ver meer.
Het moet voor de hele late doorzakkers in de Zandvoortse
etablissementen een vreemd gezicht zijn geweest, toen het nog
steeds niet van het bierglas voorziene garnituur zich in het
strijklicht van de opkomende zon blazend en stuivend over het
wegdek en door de bermen van het Zandvoortse circuit bewoog.
Dagenlang holden de uit hun slaap gewekte, in gestreepte pya-
ma's gestoken konijnen radeloos over de duintoppen heen en
weer. En elke keer, nadat er weer een triangeltje, een compo
nentje, een kuukie of een bovenwindje was gewijzigd, ging het
beter en bleef het zweeftuig vaster in z'n koers. Dag en nacht
doorschilderend, veranderde Studio Jan Lühlf de vreemde krui
sing tussen een stofzuiger en een maanspin bijtijds in een gigantisch
glas vol koel, helder Heineken op een Heineken biervilt en op de
stralende dag van de Grand Prix van Nederland, toen de fees
telijke presentatie voor de hoofdtribune precies volgens plan ver
lopen was, zei Anton W. Schipperijn: „Kijk, dat bedoelde ik
nou".
De constructeurs knikten ernstig.
Toen maakten ze, net zoals de gebroeders Bever dat plachten te
doen een haastig krabbeltje en zeiden: „Maar voor ie weer de
weg opgaat, zullen we toch dat ene kuukie nog even andersom
zetten
JAN APETZ