ztn-izr:,zi HAMBURGSE BIER EN HET GEZICHT OP AMSTERDAM VAN DEN IJKANT, MET ALLEGORISCHE VOORSTELLING VAN DEN HANDELSBLOEI DER STAD Fragment eencr gravure door C. Jz. Visscher, 1611 Verzameling Kon. Oudh. Gen. Zoals in Holland veel plaatsen hun naam te danken hebben aan het feit dat een binnenwater door een dam van het buiten- water werd afgesloten, en zich C #V C EZ I #V vervolgens bij de dam bewoners I I I La La a» I I vestigden, zo dankt Amsterdam zijn naam aan de dam die, voor zover is nagegaan, in ongeveer 1270 de Amstel van het IJ afsloot, zodat Amstelland van een even- ondervinden. Wanneer men nu van mening zou zijn dat Amstelland toen in het cen trum van Holland zou liggen, dan is dit onjuist. Reeds eeuwenlang be hoorde Amstelland tot het landsheer lijk gebied van de bisschop van Utrecht. Deze had ter behartiging van zijn belangen een schout aange steld die gevestigd was in de bis schoppelijke hoeve te Ouderkerk. Blijkbaar werd diens ambt later erfe lijk zodat zijn opvolgers zich lang zamerhand min of meer als de macht hebbers van Amstelland gingen be schouwen. Zij probeerden steeds hun machtssfeer uit te breiden. Ze wisten heerlijke rechten te verkrijgen zodat ze sinds 1222 heer van Amstel wor den genoemd. Deze heren van Amstel kwamen bij hun zucht tot machtsuitbreiding her haaldelijk in conflict met de graaf van Holland, wiens gebied meer langs de kust lag, zo ongeveer West friesland, Kennemerland en verder naar het zuiden tot en met onder an dere Dordrecht. De Kennemers waren blijkbaar niet altijd tevreden met het beheer van de graaf van Holland. Verschillende keren zijn zij in opstand gekomen en toen dit in 1274 weer gebeurde, ging Gijsbrecht IV van Amstel de Ken- nemer boeren helpen. Tegen zijn ver wachting in wist Floris V van Hol land de orde te herstellen. Zoals het bij dergelijke oorlogstafe relen gaat, waren vele onschuldigen in Kennemerland slachtoffers van de gevechtshandelingen of vreesden dat te worden. Zij zouden gevlucht zijn naar de dam aan de Amstel om bui ten het strijdtoneel te blijven. Blijk baar waren zij in hun hart aanhan gers van Floris en om, nadat de orde hersteld was, deze lieden enigermate tegemoet te komen, gaf Floris V hun op 27 oktober 1275 het recht van tolvrijdom door heel Holland en dit terwijl de Amsteldam toen nog bui ten zijn gebied lag. Dit is het eerste schriftelijke bewijs, waaruit het bestaan van een neder zetting aan de Amsteldam blijkt. Gijsbrecht van Amstel, die ook in de volgende jaren herhaaldelijk in con flict kwam met Floris, is toen met enige andere edelen, onder wie Her man van Woerden een complot tegen Floris V gaan smeden. Zij heb ben hem, zoals men zich nog van de lagere school zal herinneren, in 1296 vermoord. Dit is Gijsbrecht echter duur te staan gekomen. Hij verbeurde lijf en goed. De Amstelse bezittingen kwamen de finitief aan Holland. Gijsbrecht ging als balling naar Vlaanderen en daar mede was het geslacht van Amstel van de baan. Een volgende graaf van Holland gaf Amstelland in leen aan Guy van Henegouwen, de latere bisschop, die aan Amsterdam in 1300 het stads recht verleende. Daardoor werd de stad onttrokken aan het Amstelse landrecht en vormde een afzonderlijk rechtsgebied, wat voor een plaats met marktverkeer grotere veiligheid betekende. Van deze nieuwe stad Amsterdam moet men zich echter bepaald geen grote voorstelling ma ken. De bewoners waren grotendeels boeren, wat al hieruit blijkt dat de poorters in voor- en najaar verlof kregen de stad voor zes weken te verlaten om te zaaien en te oogsten. 17

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 19