.mooie lijn. getrokken, had ik weer belangstelling voor mijn vrouw, die zoals ik toen zag met tranen in haar ogen het hele geval had gadegeslagen. Ik begreep niet de reden van deze tranen, maar veronderstelde dat ze niet van vreugde waren, maar van spijt, dat ze zo veel geld had uitgegeven voor zo'n rotboot met al die gaten erin. Wist zij veel! Ik vertelde haar dat alles zo moest zijn en dat als de boot klaar was het een schat van een scheepje zou zijn. „Ja, en als het niet naar je zin is, schop je het in elkaar", was haar wederwoord. Enfin, je zou er een roman van kunnen maken. We hadden nu het casco, maar het geld was op. Toch gingen we door. Ik kocht een oude gistkuip en van het hout werden prachtige, Slavonisch-eiken delen gezaagd. Met een winkelhaak en een schietlood ging ik vervol gens aan het werk, maar mensen wat viel dat tegen. Een timmerman is nog geen scheepstimmerman, dus wat moest ik dan wel ervaren? De keuken, de banken, de tafel, wat, waar en hoe moest het er komen. Moe wou haar nek niet breken in dat spantengeval en hoe kreeg ik ze erin om te zeggen hoe het keukentje in elkaar zat. Toen ben ik thuis in de keuken de lengte, breedte en hoogte van het aanrecht daar gaan meten. Tot moe zei: „Hoe weet jij nou wat een vrouw nodig vindt in een keuken". „Vrouw", zei ik, „luister, ik neem de maat om te kijken hoe het op de boot moet worden. Ik ben al zo ver, als je dus eens komt kijken, kun je zien hoe ik het gedaan heb". Zaterdags zou ze komen. Ik had gezorgd voor een trapleer en verder wat planken en oude zak ken neergelegd, zodat de Grootmoefti niet kon struike- Samen hebben zij zo al heel wat kilometers gevaren. len of vallen. Toen ze eenmaal aan boord stond was het pleit gauw beslecht. Met z'n beiden hebben we toen de inrichting besproken en toen het geheel tenslotte klaar was, zag het er erg leuk uit. Uit een reddingssloep kochten wij een Universeel- benzinemotor van ongeveer 20 pk en toen begon het langzamerhand op een schip te lijken. Hoe verder we kwamen, hoe vlotter alles verliep. Soms kreeg ik van collega's hulp en goede raad. Maar mijn vrouw was toch wel de beste raadgeefster. Het resultaat van ge duld, heel hard werken en veel liefde ervoor opbrengen was een erg leuk scheepje, dat binnen een jaar te water ging, de Maria 1 (1957). Na een jaar van geweldig vaargenot kwamen we tot de conclusie, dat een iets groter schip meer comfort zou kunnen bieden. Moe wilde er bijvoorbeeld een aparte slaaphut op. Nu, dan maar verkopen en opnieuw begin nen. Binnen een week was het zover. Maar toen ik mijn scheepje met de nieuwe eigenaar zag vertrekken, had ik de neiging het geld zo in de Rotte te gooien en hard te gaan huilen. Bah, dat je van zoiets gaat houden! Ik had het nooit begrepen, maar nu werd het me duidelijk. Thuisgekomen was ik dit leed echter gauw vergeten. Een vakantie bespreken is bijzonder leuk, maar een nieuwe boot plannen is geweldig spannend. In enkele maanden waren nieuwe tekeningen gemaakt en er kwam tenslotte een casco van 9,40 x 2,90 meter uit de bus. We hadden geleerd van de fouten in het vorige casco, terwijl verder allerlei verbeteringen, die wij bij andere

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 12