H
r««s»
t
i JB - en do"l
T
IC,r -1 "'^êêêêêÊF
i
widaledidazo
WIJ ZEGGEN MAAR ZO
's
Jeugdrubriek onder redactie van rudie van eekert, hans jonkers, madeleen van eek,
ad sinkeldam, greet de klerk, els küper, margöt vloemans, cor lange, irène verheyen,
emmy bangma.
*k*e-'-,h anden
^9 h";VTd* - de vervo.9
-iet een
telke0S b«ioon m of c'e ee(1
0o« b"' H. W>< '»,hM
8»"'
,,„rte door do
feo stouo N.«"
°P S<'aat aWe een sP°°tócM'9
ovor de «°g e„ 9,o9
H,i 6,9 p„emoo9 mel Wj eeo
°9 »n (PChe'chetir ,s oieoiaod me pjeiWa"0®'
r ch Er 0P
OP 4-'i v-4., ve^®® ne oPOe „«ret °P-
re spe'">° aanKoopeo een s 9 werUit er>
verve«"9 6 slW «a< J§ü
Twee reacties kwamen er binnen als ver
volg op de door Irène gemaakte inleiding.
De eerste was van een meisje uit Rotter
dam, dat onder het pseudoniem Lieselot
van der Plas een niet onaardig stukje
schreef. Ad Aarts uit Den Bosch dichtte
een wat langer verhaal, dat op zichzelf
wel enkele leuke elementen bevatte, maar
dat niet direct een goed vervolg op ge
noemde inleiding was. De platenbon van
4,50 is voor Lieselot, terwijl er voor Ad
een troostprijs klaar ligt op het redactie
bureau van Vers van 't Vat in Rotterdam.
We geloven dat er echt nog wel meer
jongelui met durf en fantasie bij Heineken
zijn. Stuur je pennevrucht naar een van de
jeugdredactie-leden of naar boven
genoemd adres en ding mee naar de vol
gende platenbon!
IJ LIEP naar de binnenplaats waar agent Kriebel liep te ijsberen
bij de dienstauto, die altijd klaarstond voor noodgevallen.
„Moord gebeurd", riep hij hem al van verre toe en Kriebel haastte
zich de auto te starten en alvast naar Priemoog toe te rijden.
Hij remde echter met zo'n vaart vlak voor Priemoog, dat deze onder
de modder spatte.
„Kun je niet uitkijken, sukkel?" riep Priemoog, terwijl hij in de auto
stapte. „Tot u-u-uw or-ord-orders me-meneer," zei Kriebel al stotte
rend en salueerde ondertussen. Hiervoor moest hij echter zijn rem
loslaten, waardoor de auto naar voren schoot.
„Mozes mottenballen", ontviel rechercheur Priemoog, terwijl zijn
humeur, dat toch al niet best was, mijlen ver daalde.
„Wa-waar ga-gaan w-we na-naar t-toe?" hakkelde Kriebel.
„Naar de krottenwijk aan het eind van de stad", antwoordde Priem
oog bars, terwijl hij een vernietigende blik op Kriebel wierp.
„Ja-jaw-jawel me-meneer", antwoordde deze.
Zonder verdere ongelukken belandden ze eindelijk aan het begin van
de krottenwijk.
„Zet de auto hier maar neer", zei Rechercheur Priemoog, „dan ga ik
eens een kijkje nemen in het café van Linke Toon."
Nadat de auto tot stilstand was gekomen, stapte hij uit (natuurlijk
net tot overmaat van ramp in een plas). „Stel de auto verdekt op,
ezel", schold hij tegen Kriebel, die van de prins geen kwaad wist.
„Ja-jawel me-meneer", was het antwoord.
Met grote stappen liep Priemoog hierop naar het enigszins onguur
uitziende café van Linke Toon, dat wat verder in de straat gelegen
was. Hij ging naar binnen en
Lieselot van der Plas
Rotterdam
26