kennel. Hij maakt dan kennis met
de dashond, het ras waarvan de be
kende kynologische schrijver Jan van
Rheenen in zijn boekje „De teckel"
ergens zegt: een middelgrote
hond met afgezaagde pootjes. Het
zal een vriendschap voor het leven
worden. De eerste teckel krijgt gezel
schap en het duurt niet lang of er
komen een paar jonkies bij. Al spoe
dig wordt het hondenverblijf (een
schuurtje) te klein en naarmate de
teckelfamilie groeit, moeten er nieuwe
onderkomens voor de vrolijke vier
voeters worden bijgebouwd. In 1965
is het „hondenbedrijfje" uitgegroeid
tot een kennel, die onder de naam
„Van Erikshoff" (zoon Erik was toen
vier jaar oud) officieel wordt inge
schreven. Het hele complex is nu
ongeveer zeventig meter lang en
twaalf meter breed.
Mevrouw Van Esch heeft een groot
aandeel in de hobby van haar man.
Hij geeft dat graag toe: „In het begin
kon ik het fokken als liefhebberij
nog wel alleen af, maar later is het
allemaal zo groot geworden, dat het
zonder de hulp van mijn vrouw niet
zou gaan." Van zijn liefhebberij zegt
hij verder: „Het is een speciale
hobby, die veel tijd vraagt en waarbij
de tegenslagen je niet bespaard blij
ven. Je moet er beslist een speciale
instelling voor hebben."
Veel tijd en een enorme zorg, dag en
nacht. Ja, ook 's nachts, vooral als
er jonge hondjes zijn. Daarover kan
mevrouw Van Esch meepraten. Ze
heeft eens, vertelt
ze, een achterblij
vertje (uit een nest
van acht) gedu
rende twee weken
elke nacht om de
twee uur speciale
voeding gegeven.
Het flessehondje is
later toch nog een
mooi beestje ge
worden.
De teckel, ook wel
's werelds meest
eigenwijze hond
genoemd, is die
zorg echt wel
waard. Hij is niet
alleen de rappe
rakker, die zijn
naam ontleend
heeft aan zijn uit
stekende kwalitei
ten bij de dasse-
Mevrouw Van Esch, hier half bedolven onder
een aantal jonge teckels, heeft een belangrijk
aandeel in de hobby van haar man.
jacht, waarvoor hij vroeger veel ge
bruikt werd. Hij is ook een moedige
vechter, die niet aarzelt het tegen een
veel grotere viervoeter op te nemen.
Hij is vooral de hond met een apart
karakter, geen allemansvriend, maar
zo een, die zelf zijn vrienden kiest.
(Wie meer wil weten over de teckel,
leze het eerder genoemde boekje van
de auteur Jan van Rheenen).
De dashond wordt gefokt in drie
haarvariëteiten, als kortharige, als
ruwharige en als langharige dashond.
In deze drie variëteiten onderscheidt
men een zwaar slag, een licht slag,
vervolgens de dwergteckel en (nog
kleiner) de konijnenteckel.
„Het fokken is", aldus onze gastheer,
„een kwestie van ervaring. Door
steeds weer jonge hondjes te fokken,
zelf nestkeus te maken en ze verder
op te kweken, maak je je automatisch
de vereiste kennis eigen. Je krijgt er
steeds meer kijk op, vooral ook door
het keuringsrapport, dat je krijgt
wanneer je met je hond naar een ten
toonstelling gaat."
Op zo'n tentoonstelling worden de
honden op de volgende raspunten
beoordeeld: kleur (ook van de ogen),
conditie, gebit, beharing, stand, voor-
en achterhand, gangwerk en staart.
De keuringsrapporten worden gere
geld afgedrukt in „de Dashond", het
maandblad van de Nederlandse
Teckelclub, die reeds zestig jaar be
staat en zo'n tweeduizend leden telt.
Aan het slot van de beoordeling
staat de uiteindelijke kwalificatie aan
gegeven met G. (voor goed), of Z.G.
(zeer goed) of U. (uitmuntend). Het
cijfer vóór een van deze letters duidt
aan welke hond nummer 1, 2 of 3
in een bepaalde kwalificatie is. De
teckels, waarmee de heer Van Esch
naar tentoonstellingen is gegaan, kre
gen steeds óf U. óf Z.G. achter de
beoordeling, terwijl zijn kennel ook
reeds enige malen een kampioen
heeft voortgebracht. Ruim twee jaar
geleden ging hij voor de eerste maal
(met het zweet in zijn handen) naar
een tentoonstelling. Nu is hij zover,
dat hij van tevoren al weet of hij met
een bepaalde hond succes zal hebben.
De stamvader van verschillende ruw
harige teckels van de kennel „Van
Erikshoff" is Peppo, de jachthond
van de heer A. Th. de Rooy, chef
garage van de brouwerij in Den
Bosch. Peppo, een ruwharige das
hond, werd onlangs in Brussel uitge
roepen tot nationaal en internatio
naal kampioen in zijn klasse. Vorig
jaar oktober werd hij op een tentoon
stelling in Breda reservekampioen.
Van links naar rechts een langharige, een kort
harige en een ruwharige dashond.
In zijn rapport gaf de keurmeester
de volgende beoordeling (ruwharige
reuen, open klasse):
„Peppo den Hertendeef, eig. A. de
Rooy. Een donker wildkleur reu van
28 mnd. met een schitterend sterk
gebit, een mooi hoofd met een iets
rond oog. Hij heeft een prima ruwe
vacht met onderwol. Sterke body,
beste benen en voeten en prima
vloeiende gangen. l.U. Res. Kamp."