iDQiaXEÏÖ^
Kt'B
6. Vervolgens gaan de glijplaten weer dicht, waarbij de
draaiende rubberrollen de dozen omhoog drukken.
automatisch een nieuwe stapel aan. Via foto-elektrische
signalering wordt de lift in werking gesteld en op de
vereiste hoogte weer gestopt. De glijplaten (gemerkt G
en G), op foto 4 nog in gesloten toestand, zijn dan in
middels automatisch opzij geschoven en de bovenste
laag dozen komt in de aldus ontstane opening (foto 5).
De glijplaten, die aan de naar elkaar toe gekeerde zij
den van draaiende rubberrollen zijn voorzien (zie de
pijlen op foto 4), schuiven naar elkaar toe waardoor de
dozen omhooggedrukt worden (foto 6) en tenslotte op
de nu weer gesloten" glijplaten komen te staan. Een
kettingmechanisme schuift de dozen vervolgens naar
voren. Via een derde, ook weer draaiende rubberrol
(foto 7, zie de pijlen) belanden de dozen op de rollen-
baan op de voorgrond. Hierin zijn enkele conische rol
len (de eerste ziet u links op de foto) aangebracht, die
7. Een kettingmechanisme schuift de dozen naar voren. Via
de draaiende rubberrol (zie de pijlen) belanden ze op de
rollenbaan, die de dozen verder transporteert.
ervoor zorgen, dat de dozen welke met de korte zijde
naar voren uit de machine komen, een kwart slag wor
den gekeerd. Over een aantal speciaal geconstrueerde
banen, waarvan op foto 8 slechts het begin is te zien,
vervolgen de dozen hun weg naar de bottelarij.
Bij de machines zijn twee bedieningsmensen aanwezig,
die belast zijn met het toezicht en de controle op de
goede werking van de ontstapelaars, met het verhelpen
van kleine storingen en het verwijderen van de krimp-
folie.
Door de automatisering van de beginfase van het bottel
proces bleek het nodig in de eindfase eveneens een nieu
we voorziening aan te brengen. Dit hield verband met
het feit, dat de meeste van onze exportdozen aan één
zijde onbedrukt zijn. (Deze ruimte is bestemd voor het
aanbrengen van verschepingsmerken en dergelijke).
Voorheen werden de dozen bij het met de hand ontsta-
pelen alle met de onbedrukte zijde aan één kant op de
aanvoerbaan geplaatst. Bij het automatisch ontstapelen
in de depalletizers was dit laatste niet mogelijk: wanneer
de dozen de machines verlaten, is de onbedrukte zijde
nu eens aan de ene, dan weer aan de andere kant van
de transportbaan zichtbaar. Dit had tot gevolg dat de
apparatuur voor het aanbrengen van genoemde merken
moest worden gewijzigd. Op de afvoerbanen van de co
lonnes is nu een automatische installatie geplaatst, die
feilloos de merken op de goede, dat is de onbedrukte
zijde van de dozen aanbrengt. Deze installatie tast de
dozen af op de sluitnieten en geeft daarna een comman
do, waardoor de merkapparatuur aan de ene dan wel de
andere kant van de transportband in werking treedt
(foto 9).
9. De automatische installatie met aan beide zijden van de trans
portbaan de merkapparatuur, waarmee de dozen aan de blanco zijde
bedrukt worden.
!"=5
—^34