<:~Cock
óp ?e facte
ONZE KINDERTON
„Tante Ellie, wij gaan even een eindje
wandelen, hoor." Tante Ellie keek op
van het boek dat ze aan het lezen
was naar het meisje dat haar hoofd
om een hoekje van de deur stak.
„Goed Loesje, zullen jullie niet te ver
weg gaan?' „Nee, tante Ellie", zei
Loesje en deed de deur dicht. „Dat is
gelukt", fluisterde ze tegen haar
broertje en zusje die achter haar ston
den, „kom maar gauw mee".
En weg holden ze.
Weet je waarom? Loesje had een
plannetje bedacht. Over een poosje
was het groot feest bij hen thuis.
Dan was het 121/2 jaar geleden dat
vader en moeder gingen trouwen.
Oma had gezegd dat Loesje, Ronnie
en Rianneke eigenlijk ook een ca
deautje aan vader en moeder moesten
geven. Dat was natuurlijk maar een
grapje van oma, maar Loesje had er
over nagedacht. En wat was nu haar
plannetje? Ze zouden samen op de
foto gaan en die foto aan vader en
moeder geven.
Om de foto te kunnen betalen had
den ze een hele tijd lang al het geld
opgespaard dat ze wel eens van de
opa's en oma's kregen. Vandaag ging
het gebeuren. Moeder was de hele
dag weg en tante Ellie paste op hen.
Maar tante Ellie had een mooi boek
gevonden en zo konden ze veel doen
zonder dat tante Ellie er iets van
merkte. Stilletjes hadden ze hun
mooiste kleren opgezocht en nu wa
ren ze op weg. Het plannetje lukte.
Vader en moeder wisten er helemaal
niets van. Zelfs Rianneke, die pas
zes was, had haar mond niet voorbij
gepraat. „Leuk, hè jongens", zei
Loesje. „Nou", zei Ronnie, „wat zul
len pap en mam kijken zeg! Ja, ze
zullen vast niet geloven dat wij zelf
de centjes opgespaard hebben", zei
Rianneke. Wat hadden ze een plezier,
die drie. Ze waren bijna bij de foto
graaf en holden om 't hardst.
Maar dat hadden ze beter niet
kunnen doen, want opeens „O,
Loes ik ben gevallen!", huilde Rian
neke. Loes vlóóg naar haar toe. „Is
't erg, Rian?", vroeg ze geschrokken.
Rianneke was alweer gaan staan en
keek naar haar knie, die bloedde en
naar haar vuile jurk. „Watwat
moeten we nu? En kijk eens, er zit
ook een scheurtje in m'n jurk", snikte
Rianneke. Loesje begon ook bijna te
huilen. „Nu kunnen we niet op de
foto en moeten we alles aan mammie
vertellen", zei ze. „Waarom?", zei
Ronnie nu. Boos keken de twee meis
jes hem aan. „Ja", zei Loes, „of
moeten we die jurk in de kast han
gen en net doen of de kaboutertjes
het gedaan hebben?" „Natuurlijk
niet", vond Ronnie, „maar we kun
nen toch wel even naar oma gaan?
Daar zijn we vlakbij". „O ja", zei
Rianneke, „oma weet er vast wel iets
op". Ze hield meteen op met huilen.
Al gauw waren ze bij oma, die ver
schrikt opkeek toen ze de drie kinde
ren ineens aan zag komen. „Rian, wat
is er met jou gebeurd? En waarom
hebben jullie allemaal je beste kleren
aan?" Ronnie vertelde het hele ver
haal aan oma. En ja hoor, oma wist
raad. Ze nam Rianneke mee naar de
badkamer. Daar werd haar knie ge
wassen en kreeg ze er een mooie
pleister op. Toen borstelde oma Rian-
neke's jurk af, die gelukkig niet zo
erg vuil was en in een wipje had oma
de jurk gemaakt, zonder dat je er
nog iets van kon zien. „O, oma", zei
Loesje, „als we u toch niet hadden,
dan was er niets van ons plannetje
terecht gekomen". Oma lachte. „Maar
goed dat ik er wel ben, hè? Wachten
jullie even, dan trek ik mijn jas aan.
Ik ga wel even met jullie mee, voor
er weer iets raars gebeurt."
Even later waren ze weer op weg.
Nu niet met z'n drieën, maar met
z'n vieren. Dankzij oma konden
Loesje, Ronnie en Rianneke een paar
weken later de foto aan hun vader
en moeder geven. En dat die er erg
blij mee waren, kun je natuurlijk wel
begrijpen.
Leny
19