Acht windmolens maalden tot 1898 het Rottewater via de Boezem in de Nieuwe Maas. Dit fraaie Hollandse landschap heeft plaats gemaakt voor stadswijken. (Archief Gemeentewerken). beeldhouwer Zadkine staat) werd in het vorige jaar, 7 juni 1967, dicht gemaakt. Deze verbinding had voor de scheepvaart alle betekenis verloren. Oorsprong Over de oorsprong van de Rotte zijn de meningen verdeeld. Een der jongste opvattingen is, dat de Rotte een overblijfsel is van een vroegere loop van de IJssel. Een andere theorie is, dat de Rotte vroeger een tak zou zijn geweest van de Oude Rijn. In geschiedenisboeken wordt wel de veronderstelling geopperd, dat de Rotte is gegraven door Romeinse „rotten" (krijgsbenden) als verbinding tussen Rijn en Merwe. Aan deze „rotten" zou het watertje ook zijn naam danken. De grillige loop van de Rotte is voor heden daagse vorsers aanleiding om dit te bestrijden. Ook wordt de theorie gebezigd, dat aflopend regenwater uit „verrot veenland" de Rotte zijn naam en zijn loop hebben gegeven. Wat de naam betreft denken sommige geschiedkundigen, dat deze kan zijn ontstaan doordat boeren in het water vlas en hennep te „rooten" legden. Hoe dan ook, over de oorsprong van de Rotte en over de wijze waarop dit water zijn naam ontving bestaat geen zekerheid. Zeker is alleen, dat de Rotte zijn water steeds geloosd heeft en nog loost in de grote rivier Impressie van een kasteel, dat omstreeks de 14e eeuw langs de Rotte moet hebben gestaan, het Huys te Croesijck of Krooswijck. (Archief Gemeentewerken). In de na-oorlogse jaren, bij het opruimen van het puin in Rotterdam, is er eens iets van voor de dag gekomen. Tijdens opruimingswerk zaamheden in de jaren 1942 en 1943 werd op de plaats, waar nu de nieuwe winkelstraat de Hoogstraat is gelegen, een aantal oude water keringen en fundamenten blootgelegd. Het waren van steen geconstrueerde overwelfde sluizen en sluisvlieten. Dit sluizencomplex lag in de vroegere „Middeldam". De Rotte loosde in vroeger jaren hier als boezem van de in het achterland gelegen water schappen op het buitenwater. De vinders van het complex stonden verbaasd over de knappe wijze, waarop de constructie eeuwen geleden was uitgedacht. Acht Hollandse molens In 1775 werd de aanleg van een soort zijarm van de Rotte, een tweede boezem, voltooid. De hoeveelheid water, die de Rotte uit de polders ontving, was i.v.m. het toenemend aantal droogmakerijen (steeds meer polders werden omdijkt en „droog gemalen") erg groot geworden. „De Rotte dreigde een zo grote overlast niet langer geduldig te zullen dragen", aldus de geschiedenisboeken. Deze zij-arm bracht het water in een reservoir, de „Boezem", vanwaar het met behulp van niet minder dan acht Hollandse windmolens in de rivier de Nieuwe Maas werd gemalen. In 1898 werd de taak van deze fraaie molens overgenomen door een stoomgemaal. Dit gemaal, staande aan de Admiraliteitskade, verricht nog steeds het werk. De fraaie molens zijn al lang verdwenen. Met een capaciteit van max. 800 ton water per minuut stort het grote gemaal het water in het Boerengat (hier wordt ook water ingelaten wanneer de polders in tijden van droogte weinig water zouden hebben). Het Boerengat staat in open verbinding met de rivier de Nieuwe Maas. De oorspronkelijke uitloop der Rotte heeft geen verbinding meer met de rivier de Nieuwe Maas. De laatste sluis, de Leuvesluis (op de plaats ongeveer waar het beeld „De verwoeste stad" van de Franse

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 14