V. '4 <fe Hrt Hk is het eerste wat we horen als we op 31 januari om 3 uur bij Chanowski Productions binnenstappen om Ramses Shaffy te interviewen. Het is de eerste regel van een liedje dat hij die nacht daarvoor ge maakt heeft. Het moet nog ingestudeerd worden voor zijn nieuwe programma dat, als jullie dit lezen, reeds in première is gegaan. Ramses heeft hiervoor een groep samengesteld be staande uit hemzelf, gaste Liesbeth List (een com binatie, die hij zelf een grote liefdesaffaire noemt), Thijs van Leer, Eelko Nobel, Sylvia Alberts, Marjol Flore en het Trio Louis van Dijk. Het is een enorm bruisend gezelschap en Shaffy brengt als het ware alles wat hij voelt of het nu vreugde of verdriet is op hen over. Hij maakt de indruk een levensgenieter te zijn, wat hij dan ook is. Hij doet precies waar hij zin in heeft en gedraagt zich tegenover de buitenwereld zoals hij is. Wel theatraal maar toch wel werkelijk. Het inte resseert hem niet wat de mensen over hem zeggen en wat voor image ze hem willen geven. Hij vindt iedere vorm van etiquette vreselijk. Volgens hem mag etiquette niet bestaan, dat gedoe van ,,zo moet het en zo hoort het". Hij wordt enorm fel als hij zegt dat hij tot in het diepst van zijn ziel de „gelijkhebbers" haat, op welk gebied dan ook. Hij vindt het de meest onmenselijke mensen die hij kent, zij brengen alles tot een soort stilstand. En de manier waarop hij even later zegt, dat hij dat soort mensen nooit in zijn huis zal laten, overtuigt ons ervan dat hij dat meent (gelijkhebbers, pas dus op). Praat hij over zijn werk dan verdwijnt zijn felheid als sneeuw voor de zon om plaats te maken voor een mateloos enthousiasme. Het verleden is niet belangrijk voor hem, net zo min als de toekomst. Het moment waarop hij nu leeft is belangrijk. Het programma waar hij nu mee bezig is, vormt zijn werkstuk en hij weet dat verdraaid goed te verkopen, met een flair die Shaffy eigen is. Dat werkstuk is voor hem wat voor een schilder een schilderij is en hij vindt dit belangrijker dan carrière maken. Geld maakt hem nerveus, als hij het heeft, maar ook als hij het niet heeft. Als hij het heeft, geeft hij het in één keer uit, waaraan weet hij zelf niet, want hij heeft er nooit iets voor. Hij geeft het in ieder geval niet aan boeken uit, want die leest hij zelden. Als hij wel een keer leest doet hij dat zo intensief, dat zo'n boek zijn leven verandert. Wel gaat hij heel vaak naar de film. De beste film die hij ooit gezien heeft is Jules et Jim. Dat soort mensen bewondert hij zo, dat hij niet weet wat hij er mee beginnen moet. Als hij zich eenzaam voelt en al zou je het niet zeggen, het gebeurt dan gaat hij liedjes schrijven of slapen (en dan maar bidden dat de slaap komt). Slapen is volgens hem de beste remedie tegen een zaamheid, tegen alles trouwens, dan ben je de vol gende morgen weer een ander mens (probeer het eens, misschien is het de moeite van het proberen waard). Van zijn liedjes ontstaat altijd het eerst de muziek en dan later pas de tekst. Hij maakt ze altijd naar aan leiding van iemand of iets. Neem nu bijvoorbeeld Sammy. Sammy loopt rond in Amsterdam, het is een forse kerel en volgens Ramses één van de meest succesvolle mensen die hij kent, maar wie had nu zo'n figuur achter het liedje gezocht, ledereen stelt zich namelijk een klein verlegen mannetje voor. Op onze vraag of hij niet weer eens naar het grote toneel terug zou willen, antwoordt hij dat dat wel het geval is, maar dat hij toneelspelen en het werk dat 19

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 45