Karin Kent
DE WEERKLANK
VAN EEN GEDACHTE
NASCHRIFT
praatje
(na het feest)
met
Jeugdrubriek onder redactie van
rudie van eekert, hans jonkers,
madeleen van eek, ad sinkel-
dam, greet de klerk, aart koop-
mans, els küper, dick van ype-
ren, margót vloemans, cor lan
ge, irène verheyen, emmy bang-
ma.
Het is nu winter. Er is sneeuw, ijs, ijzel, mist, koude,
regen, een oude vrouw die viel, een tak die brak,
een vogel die stierf, een auto kapot en een andere
ook en de mensen daarin ook, een achteroom die
stierf, een leeg huis waar ik nooit kom en er zijn
sombere gedachten bij de mensen, die zich hierdoor
bedroefd voelen.
De wereld is naar, zeggen ze, als het winter is, en
wij onze bout en oliebollen op hebben. Er is geen
lol meer aan. Ik denk er anders over, want ik ging
vandaag met de tram mee naar de dierentuin, reed
in een auto naar Madurodam, nam een trein naar de
Jordaan, fietste naar Volendam, nam de boot naar
Harderwijk (en kocht daar een kabeljauw), vergat
ook Groningen, Leeuwarden en Limburg niet, ver
dronk in een moeras van de Peel, zwom door de
Maas naar Rotterdam (waar ik botste met een reuze
tanker), wandelde naar het huis, dat leeg stond in
mijn hart, stapte in het bed van mijn ogen en droom
de van een schoolreis die ik had, lang geleden
En op mijn reis ontmoette ik de mensen, die mijn
leven trachtten op te vullen in de jaren, die achter
me lagen. Ik schudde handen, praatte met ze, liet ze
lachen in de winter, liet ze zingen in de regen, als
of het een douche was, die de stembanden zalfde,
liet ze leven, liet ze zien hoe gelukkig en mooi de
wereld is in een droom van werkelijkheid. Ik zei
weer lieve, lieve mensen en had hen lief, zoals ze
mij liefhadden en zelfs nog meer dan dat. Ik zei
,,dag mensen", kuste een hand, nam een hoed af en
in mij herleefde de romantiek van vroeger tijden.
Ik deed tien huwelijksaanzoeken, werd niet afgewe
zen en trouwde tienmaal. Ik had twintig getuigen
met hoge hoeden en pandjesjassen. Zelf had ik
twintig ouders en mijn vrouwen ook. Mijn tantes,
ooms, neefjes en nichtjes, verre familie en niet zo
verre, mijn kinderen (295), de hele stad liep uit.
Voorop de familiefanfare onder leiding van één van
mijn grootouders. Het werd een feest met slingers,
bloemen, lachen en drinken.
Ik voelde me gelukkig zo; ik voelde me gelukkig zo;
ik voelde me heel gelukkig zo; ik voelde me alleen
maar gelukkig; gewoon niet anders dan gelukkig;
ik voelde me gelukkig.
Ik hoop dat je mijn fantasie kunt volgen en begrijpt
wat ik bedoel. Het is niet zomaar een verhaal. Het
gaat zoals zo vaak ook nu weer met een doel. Een
doel, dat zo gemakkelijk te bereiken is. Sluit je ogen
maar eens, lach en droom stil verder.
Welterusten allemaal. Dick
Op het vrolijke Heineken feest van 20 januari jl. ontmoetten
wij achter de „Bühne" van de grote benedenzaal een zeer
vermoeide maar alleszins lieve en tegemoetkomende Karin
Kent.
Karin is geboren en getogen Amsterdamse. Zij bewoont
samen met mama een flat in Zuid.
In haar manier van vertellen viel ons direct een enorme
routine op, die zij, toen wij ernaar vroegen, in een vak
ervaring van vijf jaar bleek te hebben opgedaan.
Zoals in de meeste gevallen is het bij Karin begonnen met
een amateurwedstrijd, waar zij van de tachtig deelnemenden
als eerste eindigde. Daarna een plaatje, een plaatje en nog
een plaatje, met als de grote doorbraak het ons welbekende
Knokke 1966.
Haar huidige repertoire is dui
delijk afgestemd op alle mo
gelijke grote of kleine feesten.
Wij vroegen of zij niet bang
was, dat men op dergelijke
feesten meer aandacht voor
de „lol" had dan voor haar,
maar zoals zij beweerde vond
zij het al geweldig, dat zij op
een gegeven moment alle
soorten publiek kon amuseren
met haar optreden. „Echter",
ging zij verder, „als ik ben ge
ïnviteerd in meer intieme
clubs, doe ik liever iets op de
Rythm Blues of Jazzy-toer",
waaruit voor ons weer haar
enorme veelzijdigheid bleek.
Toekomstplannen heeft deze
zelfverzekerde Karin natuur
lijk ook. Zij kan die trouwens
ook hebben gezien haar oplei
ding op de cabaretschool en
de Academie voor de Klein
kunst. In het verschiet dus
misschien wel een cabaretje
of musical met Karin. Als haar
grote voorbeelden stelt zij
zeer terecht Connie Stuart,
Jasperina de Jong en Adèle
Bloemendaal („zalig wijf").
Gelukkig heeft zij naast haar drukbezette popleven nog tijd
en interesse voor andere bezigheden. Muziek beluistert zij
graag in de vorm van platen en wel van Aretha Franklin en
Sam Dave, of in de vorm van een nachtconcert van Ella
Fitzgerald of trompettist Miles Davis. Of gewoon thuis
blijven en lekker liggen lezen, met als haar favoriete schrij
ver Erskine Caldwell, de zeer realistische auteur van het
welbekende Tobacco Road.
Na ongeveer anderhalf uur begeleidden wij haar naar buiten.
In haar Opel Kadett Coupé verdween zij in de mist naar
Amsterdam.
Hans
21