•Hal oUeqcnba tapijtje ONZE KINDERTON In de zomervakantie van het vorig jaar had Hans Borsboom op een woensdagmiddag een Arabische mijn heer geholpen die verdwaald was. Hij bracht hem tot aan de ingang van zijn hotel en daar had de vreemde ling de portier naar Hans' adres laten vragen. „Deze meneer is een Sultan", zei de portier eerbiedig. „Hij zegt, dat hij je als beloning een mooi cadeau zal sturen." Maandenlang wachtte Hans met span ning, maar het leek wel of de Sultan zijn belofte vergeten had. Op zekere avond stond er echter een donkergekleurde zeeman voor de deur, die Hans wilde spreken. „Van de Sultan van Marabuth ik heb mee gekregen voor jou vliegende tapijtje", zei hij. „Als jij gaan zitten erop en zeggen „Abbah", jij kunnen vliegen daarmee. Jij moeten sturen met de punten. Salum Aleikum". Zonder ant woord af te wachten, ging de zee man weer weg. Opgewonden liet Hans aan zijn ouders en zusjes zien wat hij van de Sultan gekregen had, maar toen hij vertelde dat het een vliegend tapijtje was, lachten ze hem uit. „Dat is na tuurlijk een grapje van die zeeman", zei zijn vader. Hans durfde niet te proberen of het tapijtje misschien tóch vliegen kon. Hij was bang dat ze hem dan nog meer zouden uitlachen. De volgende ochtend nam hij zijn ge schenk mee naar school en hij ver- telde op de speelplaats trots aan zijn vriendjes dat hij een vliegend tapijtje cadeau had gekregen. „Huh, opschep per!", riepen de jongens. „Vlieg er dan 'ns mee!" Nu kon Hans niet meer terugkrab belen. Hij legde het tapijtje op de stenen, ging erop zitten, pakte de voorste punten beet en mompelde: „Abbah!" Roetsj Verschrikt stoven de jon gens opzij. Het tapijtje vloog! Het scheerde rakelings over hun hoofden. Hans klemde zich angstig vast. Hij vloog recht op de muur van de speel plaats afWat moest hij doen? O ja, met de punten sturen, had de zee man gezegd. Hij rukte de rechterpunt omhoog. Net op tijd! Vlak bij de muur maakte het tapijtje een scherpe bocht en daarna landde het met een plof midden tussen de verbaasde jongens. Nadat Hans een beetje was bijge komen van de schrik, steeg hij weer op. Al gauw kreeg hij handigheid in het besturen. Hij maakte de sierlijkste bochten en vloog zelfs een keer over het dak van de school. Maar toen werd hij overmoedig. Hij ging te schuin, zodat hij van het tapijtje af rolde, dat gelukkig niet hoog vloog, en met een harde smak op de grond terecht kwam! Hans had een paar flinke blauwe plekken, maar het ergste was, dat hij door de schok het toverwoord was kwijtgeraakt. Hoe hij ook piekerde, hij kon zich maar niet herinneren wat hij moest zeggen om het tapijtje te laten vliegen. De andere jongens wisten het ook niet, want Hans had het woord steeds binnensmonds ge preveld. Het kleedje werd 's avonds bij Hans thuis in de voorkamer gelegd. Op een middag kwam tante Letta op visite. Mies, de oudste zuster van Hans, maakte een kopje koffie voor haar klaar, maar er dreef een groot vel in. Als tante Letta ergens een hekel aan had, dan was het wel aan vellen. „Ah bah!", riep ze met een vies gezicht. Plotseling gebeurde er iets wonderlijks Het tapijtje, waar zij toevallig met haar stoel op zat, verhief zich van de vloer. De stoel tuimelde eraf, maar tante Letta bleef languit op het kleedje liggen. Ze greep angstig de punten vast. Rinkel- dekinkeldwars door de ruiten vloog het tapijtje de straat op. Het schoot weg, hoog boven de daken en was spoedig in de verte verdwe nen Dagenlang zocht de politie naar tante Letta, maar zij was nergens te vinden. Een maand later stond zij echter in eens bij Hans voor de deur. Zij zag er bruinverbrand uit. „Het tapijtje is met mij naar het paleis van de Sultan gevlogen", vertelde ze. „Ik heb drie weken lang in het paleis mogen loge ren. De Sultan zei dat hij het toch maar beter had gevonden het tapijtje in zijn eigen land te houden. Daarom liet hij het terugkomen zodra het weer een keer vloog. Maar hij heeft voor jou een mooi horloge meegege ven." Hans was erg blij met dit geschenk en in zijn hart vond hij het eigenlijk ook wel prettig, dat het geheimzinnige tapijtje weer weg was. ]im Keulemans 17

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 19