kunnen voorbereiden en aankondigen. Er liggen nu nog en kele dingen bij mijn uitgever die misschien nooit worden uitgegeven. Ik heb gelukkig heel goede vertalers voor mijn boeken. Een vertaler kan echter twee dingen doen: er op los schrijven (hij schrijft dan zijn eigen boek op het thema van een ander), of letterlijk vertalen zoals bij mijn boeken het geval is. Wat vind je voor jezelf het belangrijkste, je beeldhouwwerk of je boeken? Het ene is niet belangrijker dan het ander. Wat je ook maakt, je doet het met dezelfde inzet. Overdag beeldhouw en schilder ik. Soms sta ik tijden gewoon te zagen en te timmeren, daar hoef je niet bij na te denken en dan is het niet erg als je afgeleid wordt. 's Avonds schrijf ik, want dan is het rustiger en stiller om me heen. Ik ga echter niet achter de machine zitten zonder dat ik weet waarover ik schrijf, zoals veel schrijvers wel doen. Als ik begin dan is mijn boek al klaar, ik moet het alleen nog schrijven. Ik zoek echter nooit doelbewust naar een nieuw onderwerp voor een boek. Alle attributen die in mijn werken beschreven worden, heb ik in huis. Als het boek klaar is, stop ik alles in een grote zak en dan gaat het weg. Dat is dan een grote bevrijding voor me. Je kan het schrijven het beste vergelijken met de zwangerschap van een vrouw. Er groeit iets in je en dan wordt het geboren. De neger die in „Horrible Tango", mijn nieuwste boek, voor komt, is werkelijk twee weken bij mij in huis geweest. Ik heb overal geprobeerd werk voor hem te krijgen, maar dat lukte helaas niet omdat hij alleen maar Frans spreekt. Ik ben ook met hem bij jullie geweest, alhoewel ik de naam Heine- ken niet heb genoemd. Hij voelde zich erg achtergesteld en gediscrimineerd. In Frankrijk, waar hij vandaan komt, is de discriminatie heel erg, de burgers zijn daar veel burgerlijker. Ze laten je daar gewoon verrekken op straat. In Amsterdam staan zó welwillende mensen om je heen. Ik 'heb zelf ook een tijd in Parijs gezeten en gestudeerd bij de Rus Ossip Zadkine (overleden op de dag van ons inter view). Ik heb altijd wisselende kritieken op mijn boeken, óf ver schrikkelijk goed óf waardeloos. De lezer leest een boek vaak beter dan een criticus, die vaak een mislukt schrijver is. Slechte en goede kritiek maakt de mensen nieuwsgierig. Er zijn schrijvers, die altijd goede kritieken krijgen, maar dan is het publiek niet zo belangstellend. Mensen voelen aan een kritiek of de criticus iets dwars zit of niet en dat intrigeert hen en daarom gaan ze het lezen. Waaraan schrijf je je succes toe, vooral bij de jongeren? Ik geloof dat er een heleboel problemen in mijn boeken voorkomen, die er tegenwoordig ook zijn, en die de jeugd ook heeft. Neem nu bijvoorbeeld „Kort Amerikaans" met het conflict tussen vader en zoon. Dat is nog steeds zo en er schijnt niets aan te doen te zijn. Ook al giet je je kinderen vol met Coca-Cola, ze blijven opstandig. Is het waar dat je van oudbakken oliebollen houdt? Ja, ze hebben vaak iets heel goeds. Ik zal nooit oliebollen maken zonder er een scheut Heineken bier door heen te doen. Door het gisten van het bier worden ze lekkerder, vooral als ze een paar dagen oud zijn. Onder wat voor sterrenbeeld ben je geboren en hecht je er waarde aan? Ik ben een schorpioen (26 oktober) en hecht er wel waarde aan. Ik ben een erg emotioneel mens, maar doordat mijn ascendant een weegschaal is, wordt dat een beetje getem perd. Voor een schorpioen ben ik vrij redelijk. Hoe denk je over image; wat is jouw image; is er een dui delijke tendens in jouw manier van doen of verander je steeds? Ik bekommer me er niet om, wan ik vind image gewoon be lachelijk. Je moet gewoon spontaan reageren en nooit kunst matig handelen. Je moet nooit denken of dit of dat belangrijk voor je image is, daar geloof ik niet in. Mijn image zijn de dingen die de mensen herkennen in hun eigen leven en is sterk verwrongen met mijn werk. Jan Cre- mer doet zich soms opzettelijk stom voor en dat is zijn image. Mijn manier van schrijven loopt parallel met mijn manier van doen. Als ik er niet achter sta mensen te tarten, zodat ze er over gaan praten, dan tart ik ze niet. [W 6V- ;'-Kv Een gedeelte van de Heineken Galerij, waarin Jan Wolkers van 1 no vember tot en met 4 december 1967 exposeerde. Wat zou je doen als je met een mooie dame in een res taurant zou zitten, je bestelde twee biefstukken, je kreeg een grote en een kleine en jij moet verdelen. Wie geef je dan de grootste? Als ik niet kan arrangeren dat zij het verdeelt, dan geef ik haar de grootste biefstuk, omdat ik toch weet dat ze het niet op kan en mij de rest geeft. Als ik haar goed ken, dan pak ik gewoon de grootste van de twee. Wat denk je van de Heineken Galerij en ga je kijken als er iets nieuws in zit? Als ik langs de galerij kom dan stop ik altijd even om te kijken. Toen me gevraagd werd of ik er in wilde exposeren had ik er erg veel zin in. Deze galerij heeft namelijk een enorm sociale functie. Het is een gratis museum en iedereen kan er gaan kijken, wat vooral fijn is voor de niet-museum be zoekers. Zodoende wordt het door onnoemelijk veel mensen gezien en dat is geweldig. Geef je visie over een paardebloem Als klein jongetje ging ik altijd paardebloemen plukken. Uit het steeltje kwam dan wat vocht en daar kon je een rubber balletje van maken. Als ze uitgebloeid zijn en ze hebben die bol vol pluizen dan is de paardebloem geweldig van vorm. Ik vind het een prachtige bloem. Er zijn veel bloemen die stinken, maar dat kan ook lekker zijn. Ik ben net op Ibiza geweest. Daar stinkt het ontzet- 31

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 33