IN GESPREK MET: Is het schrijven ontstaan als een hobby of geboren uit geestelijke noodzaak? Het schrijven is bij mij uit noodzaak ge boren. Ik ben al heel jong begonnen met het schrijven van verhalen en het heeft jaren geduurd voor ik enig succes had, maar ik voelde gewoon dat ik door moest gaan. Ik werk erg gemakkelijk, want ik be heers het „blind typen", zodat ik niet af geleid wordt met constant naar de toet sen te kijken. Ik hoef er niet bij na te denken. jeugdrubriek onder redactie van: jan van dungen, rudie van eekert, hans jonkers, madeleen van eek, peter steenbekkers, greet de klerk, ad sinkeldam, els küper, dick van yperen, jos berlo, aart koopmans, cor lange NAAR AANLEIDING van zijn expositie in de (wens voor het jaar 1968 Heineken Galerij gingen wij op een trieste za- van Jan Wolkers voor alle terdagmorgen, de 25ste november 1967, bij Jan Heineken medewerkers) Wolkers op bezoek. Om klokslag 10 uur arri veerden wij in de Zomerdijkstraat 22 huis, onze handen gevuld met Heineken glazen, een doos blikbier en een enorme bos bloemen voor Ka- rina, de gastvrouw. Jan Wolkers liet ons binnen en was zichtbaar verheugd met onze cadeaus. Via een klein halletje kwamen we in zijn ate lier, dat op ons de indruk maakte van een oase van licht, lucht en ruimtelijkheid, maar waar het toch intiem was. Misschien kwam dit ook door de collectie maskers uit Nieuw- Guinea en Afrika, die schitterend uitkwamen tegen het wit van de gestukadoorde wanden. Ook de grote exotische planten deden mee om een fijn ruimtelijk klimaat te scheppen. Oude en nieuwe beeldhouwwerken stonden door el kaar, op de grond lag de basis voor een nieuw kunstwerk/schilderij, waarvoor Wolkers snoek- dobbers en halve badmintonshuttles gebruikt, die hij op een stuk hardboard plakt en daarna beschildert. Het atelier doet geweldig fijn aan en het is een ideale ruimte om te werken. Om nog even op de beelden terug te komen: de oude beel den zijn figuratief, terwijl de nieuwe eigenlijk non-figuratieve constructies zijn, die iets van statige wachters weghebben. Wonderlijk, of misschien juist niet, zijn er overeenkomsten te bespeuren tussen deze statige wachters en de maskers. Na dit alles in ons opgenomen en bewonderd te hebben, werden we boven op het balkon uitgenodigd om te starten met het interview, waarvoor we de vragen van tevoren op gesteld hadden. Het balkon is de ruimte waar Wolkers al zijn boeken schrijft en andere leest. Ik (Ad) stelde de vragen aan Wolkers, die gestoken was in zijn welbekende rode T-shirt met daarop in het wit een cirkel met de tekst „Missouri University", terwijl ik (Madeleen) trachtte alles in steno op te nemen, hetgeen niet meeviel, omdat Wolkers als je hem een vraag stelt er zo veel bijhaalt, dat je haast niet meer weet wat je nu eigenlijk gevraagd hebt. Uit onderstaande antwoorden zal dat wel blijken. Madeleen Is er een bepaald systeem te bespeuren in het uitgeven van je boeken, bijvoorbeeld eens per jaar, of schrijf je een boek als je denkt dat je dat moet doen? Ik heb geen speciaal systeem in het uitgeven van mijn boe ken. Ik schrijf als ik voel dat dat moet. De uitgever bepaalt echter wanneer het boek uitgegeven wordt. Als je drie of vier boeken per jaar zou uitgeven, zou het ene boek het ander verstikken. De uitgever heeft dan helemaal geen tijd om alle boeken even goed te „brengen". Hij moet een boek 30

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 32