vrouwen bedoeld. Rechts op de achtergrond is een weide
met een rund te zien. Het uithangbord van kroegen
droeg vaak een rund, zodat de schilder hiermee bedoeld
kan hebben, de mens, die de ene zonde vermijdt en dan
onherroepelijk voor de andere verleiding bezwijkt. Boven
zijn hoofd in de boom loert een uil (lichtschuwe) op een
vinkje, symboliserend de duivel, die op de zwakke mens
loert.
Vooral in het uitbeelden van de menselijke karakters
toont hij zich zeer oorspronkelijk. In zijn tijd moet het
revolutionair geweest zijn dat hij, in tegenstelling tot
zijn tijdgenoten, die dikwijls adellijke personen schil
derden, de mensen durfde uit te beelden, niet zoals zij
zich aan de buitenwereld vertoonden, maar zoals zij er
van binnen uitzagen. Hij probeerde hun karakters in
hun gezichtsuitdrukkingen uit te beelden en wie ooit
op de film of in werkelijkheid uitgehongerde mensen
heeft zien vechten om voedsel of de sadistische tronies
bij een lynchpartij zag, moet onwillekeurig gedacht
hebben aan de „Kruisdraging" uit het Museum van
Schone Kunsten te Gent. Men ziet hierop karikaturen
van bezetenen, waar alleen het gezicht van Veronica en
Jezus zelf iets onaards, engelachtigs uitstralen.
Op de „Ecce Homo" uit Frankfurt is dit ook duidelijk
te zien. Terwijl de beulen en rechters listig afwachten
schreeuwt het volk met allerlei ongure tronies, ver
trokken van haat, om Christus' dood.
Ook de domheid wordt door Bosch realistisch uitge
beeld. Men zie bijvoorbeeld de patiënt van de bekende
Ecce Homo
Kindje dat leert lopen
„Keisnijding" en het slachtoffer en enkele toeschouwers
van de „Goochelaar". Volkomen onverwachts wordt
men weer geconfronteerd met zijn veelzijdig talent wan
neer men op de achterkant van het altaarluik „Kruis
draging" uit Wenen, plotseling een schilderij ontdekt
van een kindje, als een cherubijntje zo lief en teder, met
een windmolentje in de hand, terwijl het leert lopen
met behulp van een driepoot op wieltjes.
Jeroen Bosch is een van de eerste kunstenaars in de
geschiedenis van de Nederlandse schilderkunst van wie
tekeningen bewaard zijn gebleven. Hoewel misschien
minder spectaculair, zijn deze schetsen zo raak en knap,
dat zij in enkele lijnen het talent bewijzen van een groot
man.
Dat Bosch ons zo modern aandoet komt door zijn
ogenschijnlijke verwantschap met de surrealisten, zijn
neiging tot het chaotische en zijn bizarre en pessimis
tische kijk op de mens. Ontleedt men echter zijn werk
dan ziet men dat hij toch een echt mens van zijn tijd
is geweest.
Een duidelijk beeld van zijn wezen zullen we ons nooit
kunnen vormen maar hopelijk heeft deze tentoonstelling
geleid tot meer belangstelling en vooral ook meer begrip
voor de scheppingen van een groot Bosschenaar.
19