NABESCHOUWING
Het hierna volgende artikel, dat wij
om technische redenen helaas niet
meer in het decembernummer kon
den opnemen, ontvingen wij van
mevrouw M. van Dungen-Jungman,
de echtgenote van een van onze
Amsterdamse medewerkers. Zij be
zocht enkele malen de Jeroen Bosch
tentoonstelling en geïnspireerd door
wat zij zag schreef zij deze
HOMMAGE AAN EEN GROOT
De Jeroen Bosch-tentoonstelling, die van 15 september
tot 26 november jl. te 's-Hertogenbosch werd gehouden,
heeft weer heel wat pennen in beweging gezet. In ieder
zichzelf respecterend blad viel er wel iets over te lezen
en ook deden weer de wildste theorieën de ronde.
Overweldigend was dan ook de belangstelling, vooral
onder de jeugd; zó zelfs dat de aanvankelijke sluitings
datum nog tien dagen werd opgeschoven. Het enthou
siasme onder de jongeren heeft wel bewezen dat de
schilderijen van Jeroen Bosch geweldig zijn aangeslagen
en beslist niet als „oude kunst" in een museum worden
beschouwd.
Jammer is alleen dat men dikwijls vergeet de schep
pingen van deze geniale schilder tegen de achtergrond
van zijn tijd te zien. De tijd tussen 1450 en 1550 ken
merkte zich door grote veranderingen die ook van
invloed waren op het gewone dagelijkse leven en denken
van de Middeleeuwen. Om maar enkele dingen te noe
men: In 1492 ontdekte Columbus Amerika en liet zijn
tijdgenoten kennis maken met vreemde volkeren,
vreemde bloemen en planten, de boekdrukkunst werd
uitgevonden, Erasmus schreef zijn „Lof der Zotheid",
en Galileï en Copernicus bewezen dat de aarde bol
vormig was. Ook de kerk had vele aanvallen te ver
duren van ketterij of vermeende ketterij en raakte daar
door zijn absolute macht over een groot deel van het
volk kwijt. Hierdoor is het ook te verklaren, dat die
periode de bloeitijd was van min of meer gesloten of
geheime genootschappen zoals de Broeders des Gemenen
Levens van Geert Groote, de Illustre Onze Lieve Vrou
wen Broederschap, de Rozenkruisers, de Maltheser
Ridders, de Orde van de Kousenband en nog vele
andere.
Er ontstonden groepen intellectuelen en/of wetenschaps
mensen, die om hun revolutionaire ideeën door het grote
volk en ook door de Kerk, als ketters werden gedood
verfd, zich daardoor aaneensloten en meestal in het ge
heim over hun ideeën discussieerden.
Tegelijkertijd bestond het overgrote deel der tijdgenoten
van Jeroen Bosch uit mensen, die buiten hun zware en
alles vergende arbeid niet veel meer ontspanning hadden
dan de kerkgang, de kermis, en de kroeg en die de lange
avonden kortten met het vertellen van onder andere
Germaanse sagen, legenden en vooral allegorische ver
halen zoals Isegrim, de vos Reinaerde, Lancelot en de
Ridders van de Tafelronde.
Op hoogtijdagen waren er zg. „abele spelen" en optoch
ten, ommegangen genaamd. Zoals de symboliek uit de
verhalen voor ons grotendeels onbegrijpelijk is, zo zijn
ook de gebruikte symbolen in de schilderijen van Jeroen
Bosch ons grotendeels duister.
Zijn tijdgenoten Memling, Gerard David en Rogier van
der Weyden (die in dienst waren bij het Bourgondische
hof) en over het algemeen alle Middeleeuwse schilders,
zetten geen vruchtje of bloemetje zonder symbolische
betekenis op het doek.
Jeroen schilderde voor de gewone mensen en ongetwij
feld konden zijn tijdgenoten, misschien op enkele (ge
heime?) tekens na, deze voorstellingen als een boek
lezen.
Kruisdraging