ONZE JUBILARISSEN 0 Op 1 november vierde de heer C. A. van Rooyen te Amsterdam zijn 40-jarig jubileum. 40-jarig jubileum Q. A. VAN ROOYEN De 1ste november 1967, meneer Van Rooyen, moet voor u, hoe bescheiden u overigens ook rnoogt zijn, een dag zijn geweest waarop u met trots en genoegen zult terugzien. Met trots en genoegen omdat men die dag op niet mis te verstane wijze heeft laten merken hoe men u in de veertig jaar, die u bij Heineken hebt gewerkt, van hoog tot laag is gaan waarderen. In tegenwoordigheid van onder meer de heren Wittert en Weymarshausen en later van de heer Heineken hebben zeer velen, ('t Koelschip is voor dit soort gebeurtenissen toch al weer te klein gebleken), met aandacht geluisterd naar de woorden van de heer Timmer, die zo duidelijk van die waardering heeft doen blijken. Op de hem bekende wijze nam de heer Timmer ons mee terug naar 1927, het jaar waarin de Russen de doodstraf ophieven, Philips de 10.000 arbeiders bereikte, een smo king 59,kostte en een feestdiner in de Kroon 5, Cor Ruys en Louis de Bree in het Centraal Theater Potas en Perlemoer speelden, zestig procent van het huidige Amsterdamse personeelsbestand nog niet geboren was. Omtrent zijn werkzaamheden bij de brouwerij werd opge merkt dat Van Rooyen en Te Riele een moeilijk te evenaren tweemanschap hadden gevormd, dat gezien het feit dat dag en nacht was gewerkt, hier beter zou kunnen worden gesproken van een 80-jarig jubileum en dat het niet verwonderlijk was dat onlangs naar een wat rustiger werking moest worden gezocht. Nu de vele problemen, zorgen en moeilijkheden die het districtsverkoopleiderschap met zich brachten niet meer de zijne zijn, kan de jubilaris het wat rustiger aandoen, hetgeen niet wegneemt dat hij als wijs en ouder man voor zijn collega's van zeer groot belang blijft. Als mens heeft de jubilaris een onwaarschijnlijke energie aan de dag gelegd, die het werken op zater- en zondagen niet schuwde, die geen afschuiver was en een ouderwets gevoel voor verantwoordelijkheid had en uiteraard nog heeft. Alle moeilijkheden heeft de heer Van Rooyen met ver bazingwekkend gemak overwonnen. „Onze grootste bewondering", aldus de heer Timmer, „gaat hierbij uit naar u, mevrouw Van Rooyen, die de moeilijkheden van het beroep van uw man zo goed hebt begrepen en altijd hebt helpen overwinnen. Onze dank hiervoor aan u beiden." Namens het personeel overhandigde de heer Timmer tenslotte het cadeau, bestaande uit een envelop met inhoud, bestemd voor de aankoop van een exclusief radio apparaat. Namens de collega's kwam de heer Vunderink nog aan bieden een gouden polshorloge, een vis-tas en het restant 24 van de bijdragen, te gebruiken om anderen te kunnen helpen. „En dat alles uit sympathie omdat wij u eenvoudig een fijn mens vinden en omdat u nooit negatief tegenover wie of wat staat." Sigaren voor meneer en bloemen voor mevrouw werden aangeboden door de heer Hollander, voorzitter van de H.B.B.A., „met dank voor al hetgeen u voor onze ver eniging hebt gedaan en het allerbeste voor de toekomst". De heer Te Riele tenslotte vergastte ons op diverse, mis schien iets gekleurde, maar in ieder geval vrolijke voor vallen uit de tijd dat zij veel op pad waren. De heer Van Rooyen, zoals altijd de laatste spreker, be dankte voor alles wat men hem op deze dag had bereid en voor de prachtige cadeaus. Hij zei onder meer dat de zo duidelijk getoonde waardering voor de steun en begeleiding van zijn vrouw hem zo goed had gedaan. Met een dronk op Heineken werd het officiële gedeelte besloten. Mocht ik tekort zijn geschoten en u niet alles hebben verteld wat er te vertellen was, wil dan aardig zijn en begrip hebben voor de moeilijke taak die er deze bijzonder geslaagde middag was weggelegd voor Oud Bruin 40-jarig jubileum E. H. C. B. VERBIEST De heer Van der Werf bevestigt het ereteken voor veertig jaar trouwe dienst op de revers van de heer Verbiest; rechts de heer Feith. De receptie stond tevens in het teken van het afscheid van de heer Verbiest, die 31 december a.s. met pensioen gaat. Op 3 november vierde de heer E. H. C. B. Verbiest in de raadskelder te Rotterdam zijn 40-jarig jubileum. De receptie stond tevens in het teken van het afscheid van de heer Verbiest, die 31 december a.s. met pensioen gaat. De eerste spreker was de heer Van der Werf, die het een voorrecht noemde in Rotterdam het woord te mogen voeren omdat hij, zoals hij zei, per slot maar van het Amsterdamse filiaal kwam. Omdat hij de jubilaris slechts enkele jaren kent, had de heer Van der Werf moeten putten uit de gegevens, die anderen hem over de heer Verbiest verstrekt hadden. Behalve enkele „sterke" verhalen, die veel hilariteit ver oorzaakten, was daaruit één ding heel duidelijk naar voren gekomen: de trouw van de jubilaris aan het bedrijf, zijn eerlijkheid en positieve levensovertuiging. Dat alles had in niet geringe mate bijgedragen tot het winnen van het vertrouwen van de cliënten. Aan het einde van zijn toespraak wachtte de heer Van der Werf nog een prettige taak, het aanbieden van het

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 26