Relatie in Nigeria
stuurde Artis groep
van 31 klipdassen
bekoelde ons enthousiasme onmiddel
lijk. Het bloed kroop toch weer waar
het niet gaan kon en een week later
gaf mijn vrouw Tigger, zoals de jon
gens hem dadelijk gedoopt hadden,
de fles. Het voeden bracht ongekende
moeilijkheden met zich mee. Hij wil
de in het begin niet uit de zuigfles
drinken tot wij ontdekten dat zijn
gehuil kwam door een geweldige ver
stopping. Het enige wat daartegen
hielp was een min of meer constante
massage. Gelukkig toonde hij zich
dankbaar en na verloop van tijd wa
ren Tigger en de zuigfles onafschei
delijk. Op den duur kon hij het ook
vinden met Putah, de mongoesten en
Vijf van de eenendertig klipdassen, die naar Amsterdam vlogen en nu in Artis op de bokkenrots
hun leven slijten.
Een klipdas in huize Van Dam, Kaduna.
Boem en het was koddig ze allemaal
op een kluwen onder tafel te zien
slapen.
Alleen de genets keken altijd arg
wanend naar Tigger en zochten het,
als hij in de buurt was, voor alle
zekerheid maar wat hoger op. Tigger
gedroeg zich echt als een jonge hond,
alhoewel wij de indruk kregen dat
hij veel intelligenter was. Hij mocht
niet op de bovenverdieping konten,
maar steeds weer wist hij ons cm de
tuin te leiden en vonden wij hem,
heerlijk slapend, ergens in een kast,
achter het bed of waar dan ook. Als
hij per ongeluk met zijn poot tussen
de deur gezeten had gilde hij als een
mager varken en ging, nadat hij bij
ons bot had gevangen, met de poot
omhoog strompelend naar Putah, die
echter ook niet die interesse toonde
waarop Tigger zo gehoopt had. Hij
groeide hard en zo langzamerhand
moesten wij hem aan vlees gaan wen
nen. Maar ondanks alle pogingen daar
toe bleef hij zijn fles trouw en het
was een potsierlij t gezicht zo'n groot
beest de kamer in te zien komen met
een zuigfles tussen zijn grote kaken!
Met de goesen speelde Tigger graag,
hij pakte ze in zijn bek, wierp ze een
eind weg, waarna de goesen knorrend
en piepend van plezier weer terug
holden. De ganzen kon hij echt pla
gen en joeg ze soms een heel eind
de tuin door totdat ze op hun beurt
hém het huis injoegen. Dan verstopte
hij zich achter de boekenkast, een
plaats die hij altijd opzocht als er
vreemden kwamen, 's Nachts sliep
hij onder het fornuis en hij had op
den duur steeds meer moeite om er
onder te komen. Tigger was een echt
huisdier, heel lief, aanhankelijk en
echt ondeugend. Wij zagen echter
wel in dat we hem niet konden hou
den. In september is Tigger van Ka
duna via Lagos, met de KLM naar
Artis vertrokken.
Door de politieke omstandigheden
van dat ogenblik konden wij Artis
niet langs de normale weg van de
verzending van Tigger op de hoogte
brengen. Fokke Mulder, de chef
machinist, wist het echter klaar te
spelen om via zijn radio een collega
Ham (radio-amateur), een Canadees
in Venlo, te bereiken die gelukkig
dadelijk bereid was Artis te waar
schuwen. Nu wij met verlof zijn gaan
wij Tigger regelmatig opzoeken; hij
is no«t steeds erg op ons gesteld en
herkent ons onmiddellijk.
Rest ons nog te vertellen van de
heer en mevrouw Bracke uit Lagos
die, niet vermoedend wat hun te
wachten stond, op doorreis naar Hol
land een paar dagen in Kaduna door
brachten. Bij hun vertrek hebben wij
hen zo'n vijfentwintig klipdassen als
handbagage mee gegeven. Dit is het
begin geworden van een unieke ver
zameling voor Artis. Ook Chris Rob-
son, onze administrateur, wilde wel
wat dieren meenemen, onder voor
waarde dat hij niet met olifanten of
giraffen naar huis hoefde te reizen.
Net voor hij met verlof ging, hadden
wij twee grote schildpadden op de
kop getikt, verder was er nog wat
„kleingoed" zoals terrapins (water
schildpadden), kikkers, padden,
grondeekhoorns, klipdassen en slan
gen (negen stuks). Alle zevenenvijftig
dieren werden in twee kisten gepakt
en deze hebben Chris Robson naar
Artis begeleid. Hij heeft er geen spijt
van gehad en men schreef ons uit
Artis dat alles goed was aangekomen
(ook Chris) en dat de uitpakkerij wel
aan Sinterklaas had doen denken.
»^WVW\«
i'T r ft ROOI TTJünT-
AMSTERDAM, vrijdag (ANP) Via een relatie in Nigeria heeft Artis
de beschikking gekregen over een grote groep van 31 klipdassen. Deze diertjes
die enigszins op een marmot lijken zullen op de bokkenrots een plaats krijgen.
Bij wijze van proef zijn zes klipdassen al naar de rots overgebracht. Ver
moedelijk door schuwheid houden ze zich nog meestal schuil. Men heeft in
Artis goede hoop dat hierin spoedig verandering zal komen en dat ook de
overige 25 klipdassen naar de rots kunnen verhuizen..
Klipdassen zijn ongeveer 40 cm lang en kunnen, doordat ze met de kus
sentjes onder hun voetzolen aan de rots „kleven", tegen loodrechte wanden
opklimmen. Ze zijn ook in staat om meters ver te springen.