fenheid. Hier en daar lag er een woudreus dwars over
heen. De wortels van deze bomen liggen vlak onder de
oppervlakte. Bij veel wind, of wanneer ze topzwaar wor
den door de regen, vallen de bomen dan ook gauw om.
De weg werd steeds smaller en ook soppiger. Soms liep
je tot je kuiten in de modder. De meegekregen jungle
laarzen van de houthakkers kwamen hier zeer goed van
pas, ook toen we een rivier moesten doorwaden. De
meeste rivieren zijn ongeveer een halve meter diep, zeer
breed en er staat een krachtige stroom. Aan de andere
kant van het water begon het land te stijgen en het pad
werd beter begaanbaar. Opmerkelijk is het, hoe weinig
wild men ziet, of beter gezegd dat men géén wild ziet.
Nieuw-Guinea blijkt wildarm te zijn. En wat er is,
houdt zich van nature schuil, zoals de wilde varkens, de
slangen en de mini-kangoeroes.
Na ruim een uur bereikten we een rubberplantage. Men
keek zeer verbaasd een vreemde Europeaan te zien. De
verbazing steeg ten top, toen die Europeaan een Hol
lander bleek te zijn, want de manager was óók een
Hollander. De bediende is naar zijn houthakkerskamp
teruggekeerd en ik werd door deze landgenoot op een
tweewielig aanhangwagentje achter een landbouwtrac-
tor dichter bij mijn kennissen gebracht. Bij een assistent
van deze Hollander konden we opbellen dat ik in aan
tocht was. We zouden nog ruim een uur voor de boeg
hebben. De kennissen zouden me met een jeep tegemoet
komen, want om zo'n tijd in een aanhangwagentje te
zitten is geen pretje, vooral niet als de paden hobbelig
zijn. Al met al was ik ruim 24 uur onderweg geweest
om op bezoek te gaan.
De terugtocht was voor mij iets gemakkelijker, doch
niet voor mijn gastheer. Met een tractor zou hij probe
ren mij terug te brengen naar de rivier. Het is hem ge
lukt tot in het kamp van de grondonderzoeker, maar
toen werd het zelfs voor dit voertuig te gortig. Ik zag
eruit als een kleibonk, want wanneer de grote achter
wielen slipten, en dat was vele malen, daalden er aan
weerszijden twee stromen modder op me neer! In het
houthakkerskamp kon ik me verfrissen en daarna werd
ik door deze mensen een stap dichter bij de meer geor
ganiseerde wereld met zijn wegen en bruggen gebracht.
Een onvergetelijke tocht, die ik niet graag had willen
missen, aangezien dit avontuur me een beter beeld van
dit land heeft gegeven. Bovendien is het me nu zeer
duidelijk wat de uitdrukking „mits het weer het toe
laat" betekent.
17