En dan komt er een witte plek in het geschiedenisboek van de „Perseverance" want bij het opheffen van deze omnibuslijn dat was het toch eigenlijk verdween de koets om pas in 1952 in vervallen toestand weer teruggevonden te worden in een oude schuur in Corn wall. Hoe is het mogelijk, dat zo'n kast van een wagen zo maar ergens onopgemerkt kan blijven? Wie weet hoeveel er zo nog ergens onder stof en spinrag verborgen staan te wachten op een nieuwe eigenaar? Mr. R. W. Hare uit Goring-on-Thames kocht de wagen en restaureerde hem. Nadien kon men de „Perseverance" in en rondom Goring zien toeren, maar ook op Horse Shows elders in Engeland, waar zij bespannen was met vier uit Nederland afkomstige en daar gefokte paarden, geleverd door de heer Van Dijk sr. In de jaren 1959 tot en met 1962 deed de koets nog in de zomermaanden dienst als verbinding tussen Oxford en Woodstock, Blenheim Palace, de geboorteplaats van Winston Churchill. Vooral Amerikaanse toeristen maakten graag van de gelegenheid gebruik om eens op een originele koets (dus eigenlijk een stage-coach) in Engeland zelf een tocht te maken. In 1965 is de koets in het bezit van Heineken gekomen met het doel er reclame mee te maken. Sedertdien zijn aan de koets als koetsiers verbonden de heren J. E. Marinus en P. C. Walraven, die voordien ook de paarden gespannen voor de platte wagens menden. Wouter Slob Voorjaar 1967. De Bierkoets in Voorhout, met op de achtergrond onze onvolprezen bollenvelden. Op de bok de koetsiers J. E. Marinus (rechts) en P. C. Walraven.

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 17