VAN
POSTKOETS
TOT
BIERKOETS
heeft bijgedragen vooral door de Pickwick Papers
om de postwagen populair te maken, zó zelfs, dat hij
later voortdurend sterk geïdealiseerd werd.
„Coaching" werd een begrip in Engeland en later ook
daarbuiten. Het hield verband met alles wat te maken
had met het rijden-met-de-vier en wat er zo mee in
verband stond. Coaching was echt mannenwerk, want
het mennen van vier vurige, snelle en sterke paarden
was beslist géén kinderwerk. Te meer omdat ook in
Engeland niet altijd de zon schijnt, men er ook zeer
slechte wegen kende en bij wintertijd, storm en regen,
hagelbuien en vooral sneeuw de wegen moeilijk begaan
baar werden. De koetsiers zaten niet, zoals de chauffeurs
tegenwoordig, achter glas en hadden nog minder een
kacheltje ter beschikking. Ze zaten buiten op de hoge
bok, blootgesteld aan alle weersinvloeden. Wèl waren ze
goed gekleed in een lange bokjas met heel hoge kraag
en over de knieën een dikke deken. De rijtuigstoof voor
verwarming van de voeten zal wel een privilege zijn
geweest van de welgestelde reizigers. Het reizen met
een koets op mooie dagen zal natuurlijk een genot zijn
geweest. Men kan zulke zomerse tafereeltjes nog zien
op tal van prenten die ons uit de vorige eeuw zijn over
gebleven. Maar niet minder groot in aantal vooral
tegen Kerstmis! zijn de afbeeldingen van verongelukte
wagens, omgevallen koetsen, as- of wielbreuk of in de
wegberm weggezakte rijtuigen, onzichtbaar geworden
door hoog opgestoven sneeuw.
Onverbrekelijk verbonden met de postkoetsen en de
paarden zijn de herbergen de „Coaching Inns"
waarvan ook tal van afbeeldingen bewaard zijn gebleven.
De pleisterplaatsen van de koetsen waren altijd herber
gen omdat daar paardestallen bij hoorden. Bovendien
hadden de reizigers wel behoefte aan enige verversing,
soms zelfs aan een volledige maaltijd. Maar over het
algemeen was daar weinig tijd voor en klonk het bekende
„Time's up. Ladies and Gentleman", hetgeen zeggen
wilde, dat men moest afrekenen en zijn plaatsje in of
op de koets weer moest opzoeken. Vooral de wagens
van de Royal Mail" hielden zich streng aan de voor
geschreven rijtijden. De mensen in de plaatsen waar de
koetsen doorheen kwamen, konden er hun horloges op
gelijk zetten!
In sommige plaatsen kwamen meer postkoetslijnen samen
en daar was het in bepaalde herbergen natuurlijk een
drukte van belang. Zij die moesten overstappen, kwamen
binnen om te wachten op de volgende wagen en ook de
conducteurs en de koetsiers kwamen zich even vertreden
en vooral iets drinken. Grote verhalen vertelden zij
elkaar, want men had altijd wel iets meegemaakt. Het
was tenslotte nog een romantische tijd, waarin van alles
kon voorvallen. De barbier was dikwijls ook present
om de reizigers desgewenst even van de overtollige
baardharen te ontdoen. Er was gelegenheid om handen
en gezicht te wassen, even de zware en dikke overkleding
uit te trekken, zich bij het enorm grote haardvuur te
warmen en een maaltijd van erwtjes, ham, koude roast-
beef, een runder- of varkenslapje, niertjes, en eieren met
spek naar binnen te werken. Maar men had voor dat
alles niet meer dan meestal maar twintig minuten de
tijd. Wat er van de maaltijd overbleef kon weer te gelde
worden gemaakt en men zegt. dat er koetsiers en con
ducteurs waren die met de herbergiers onder één hoedje
speelden en „snellopende" horloges hadden
Maar overigens was de coachman toch wel een populaire
figuur in zijn dagen. Hij was het idool van velen, vooral
De Bierkoets in Nunspeet, anno 1967,
13