dergelijke voorziening natuurlijk reeds eerder had kunnen
aanbrengen. Men had het echter niet gedaan omdat men
meende, dat als het voorstel minder zou stoten de
koetsiers bij lange ritten misschien vlugger in slaap
zouden vallen
1835 zou een belangrijk jaar worden in de geschiedenis
van het verkeer en ook in die van de postkoetsen. Een
zekere MacAdam vond namelijk een werkwijze uit
waardoor het wegdek aanzienlijk verbeterd werd.
Ouderen onder ons kennen nog wel de ..macadam-
wegen", die het hebben uitgehouden totdat de automo
bielen met hun veel grotere snelheden ze onbruikbaar
maakten. Straatwegen waren natuurlijk afdoende, maar
erg kostbaar en in elk geval duurder in aanleg dan de
wegen gemaakt volgens het systeem van MacAdam.
Het verkeer was dat zal wel duidelijk zijn sterk
gebonden aan de toestand der wegen. Het kon zich
ontwikkelen bij een goed wegennet en een goede toestand
der wegen. Dat is trouwens nog het geval, zij het dat er
nu andere eisen aan de moderne wegen worden gesteld.
Andere en vooral strengere eisen, als gevolg van snellere
voertuigen en zwaardere lasten.
12
Maar hoe dan ook, door die wegdekverbeteringen kon
den de postkoetsen hun glorietijd omstreeks 1840 beleven.
Men zegt, dat er tussen 1835 en 1840 ongeveer 700
Royal-Mail-koetsen en meer dan ...3000 stage-coaches
dagelijks de Engelse wegen bevolkten.
Dat wil dus zeggen, dat er per dag minstens vijftien
duizend paarden werden ingespannen. Het aantal dat
nodig was om deze diensten te kunnen onderhouden
was er een veelvoud van omdat er steeds van paarden
gewisseld moest worden. Wanneer men schat, dat er
elke dag alleen al voor de koetsen zestigduizend paarden
beschikbaar moesten staan, dan zal men niet ver van de
waarheid af zijn.
Dat die postkoetsentijd van economisch groot belang
was is hiermede ook wel duidelijk. Er kwamen herbergen
en stallingen aan te pas, tuigenmakers en rijtuigherstellers,
hoefsmeden enzovoorts.
Reeds in 1820 berekende iemand, dat men in één etmaal
op 1500 verschillende manieren de gelegenheid had om
Londen per stage-coach te verlaten.
Geen wonder dat er uit die tijd heel wat verhalen be
waard zijn gebleven, terwijl ook Dickens het zijne ertoe
Het oponthoud in de herbergen onderweg duurde meestal niet erg lang. „Time's up, Ladies and Gentlemen!" betekende dat de tijd om was en
men zijn plaats in of op de koets weer diende in te nemen.