De 17e eeuw moge dan de eerste regelmatige en reeds vrij snelle vervoerdiensten te zien hebben gegeven, van werkelijk nationaal en op het vasteland van Europa zelfs internationaal belang werden ze pas ruim een eeuw later. In 1784 voerde een zekere John Palmer de mail- coaches" in. De naam zegt reeds, dat hiermee de post op snelle wijze vervoerd werd. Tot dusver werd de post verzorgd door bereden postiljons. Niet alleen kon een postiljon (een ruiter dus) maar betrekkelijk weinig post tegelijk meevoeren, ook was hij minder snel dan de stage-coaches. Het publiek ging er dan ook vrij spoedig toe over de post aan de koetsen mee te geven. Zo ont stond het postvervoer en zo werd de stage-coach van het personenvervoer tevens bestemd voor het transport van brieven en noemde men de koetsen mail-coaches" of „postkoetsen". Palmer werd later postmeester-generaal en zal wel niet gedacht hebben, dat hij door invoering van de post wagens in letterlijke zin van de naam een grote revolutie in het openbaar verkeer teweeg had gebracht. In 1799 liepen er echter reeds tachtig mail-coaches, voorzien van veren, een belangrijke verbetering, waar door het stoten op de doorgaans bar slechte wegen voor een deel werd opgevangen. Elke koets van Palmer was behalve met een koetsier („coachman") bemand met een conducteur („guard"). Dit was wel nodig want de Engelse landwegen waren eenzaam en gevaarlijk door de highway-men" de struikrovers die in zoveel Engelse verhalen nog een rol spelen. De postwagens vervoerden dikwijls kostbare ladingen en bovendien was er in elke koets plaats voor vier reizigers, die altijd wel wat geld op zak of juwelen van waarde bij zich hadden. De „Perseverance" bij Blenheim Palace. WÊÊÊÊBk Aankomst van een privé-koets. Ook buiten op de koets konden nog enkele reizigers een plaatsje vinden. De paarden die voor de koetsen ge spannen werden, waren vooral uitgezocht op snelheid en uithoudingsvermogen en. bij alles had de post boven alle andere verkeer voorrang. Bleef onderweg de koets steken, hetgeen herhaaldelijk voorkwam, dan werd een der paarden afgespannen, de conducteur nam de post bij zich en vervolgde zijn weg als postiljon, de koels, de koetsier en de reizigers aan hun lot overlatend. Ten slotte was het een mail-coach en was de „mail" hoofd zaak en de reizigers bijzaak. Deze wisten dat ook wel, maar dit risico namen zij, omdat zonder ongelukken onderweg de postkoetsen bijzonder snel waren. Omtrent het begin van de 19e eeuw werd ook het voorstel van de wagens voorzien van veren en werd het rijden ermee dus nóg aangenamer! Een aardige bijzonderheid betreffende die veren onder het voorstel van de wagens is het verhaal, dat men een 11

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 13