mum jeugdrubriek onder redactie van: jan van dungen, rudie van eekert, hans jonkers, madeleen van eek, peter steenbekkers, greet de klerk, ad sinkeldam, els küper, dick van yperen, jos berlo, aart koopmans, Ongetwijfeld zijn er enigen onder jullie, die wel eens in de lichtstad Parijs zijn geweest. De stad met de zo bekende Eiffeltoren, Are de Triomphe, Sacré Cceur en Notre Dame. Deze gebouwen en nog vele andere zijn bij iedereen zo bekend dat ik daar niet verder op in wil gaan. Ik wil echter iets vertellen over de HALLEN, „Ie Ventre de Paris" om met de woorden van Emile Zola te spreken. Eerst iets over het ontstaan van de Hallen. We moeten dan terug naar de tijd van de Romeinen, die in het begin van onze jaartelling op het lie de la Cité aankwamen. Er ontstond snel een echt stadje en waar nu de Notre Dame staat te pronken, was toen een klein marktpleintje dat later wegens plaats gebrek moest verdwijnen. De markt, toen genaamd „marché Palu", werd overgebracht naar de plaats waar nu het stadhuis staat, en in 1110 was het Lodewijk VI die de markt liet verplaat sen naar de plek waar zich nu de Hal len bevinden. In 1135 kwam er op aandringen van de Koning een beursge bouw bij. Omstreeks 1160 kwamen de markthallen onder toezicht van de over heid te staan en toen ontstond de naam „Les Halles", hetgeen waarschijnlijk af komstig is van de Saksische aanduiding voor paleis, tempel of markt „halla". De Hallen hebben een tijdlang buiten de „stad", het lie de la Cité, gelegen. In 1170 echter liet Philippe Auguste een muur rond Parijs bouwen, waardoor ook de Hallen binnen het Parijse grondge bied kwamen. Om de Hallen zelf stond toen reeds een muur om dieven op een afstand te houden. In die tijd werd tevens de betaling voor de huur van een standplaats ingesteld, evenals de heffing van een percentage op de ver koop. In 1520 was het Frangois I, die opdracht gaf enkele hele grote over kappingen te bouwen om de handel te beschermen en omstreeks 1550 liet Henri II de beroemde gaanderijen aan leggen. Maar de eigenlijke vader van de Hallen verscheen een paar eeuwen later ten tonele: Napoleon III. In de tweede helft van de 19e eeuw stuurde hij zijn architect Haussmann er op af. Deze bekeek de zaak en liet meer dan driehonderd huizen afbreken. Zijn medewerker, ingenieur Baltard, ontwierp in 1854 de twaalf ijzeren marktgebou- wen die met glas overdekt zijn, en loste zo het ruimteprobleem op. Voorlopig tenminste, want de Hallen zijn gedoemd te verdwijnen. Maar dit is al wel veertig jaar zo, dus het zal ook nu nog wel even duren. Wat gebeurt er nu in de Hallen? Midden in de nacht begint hier de drukte al. Dan komen uit de naaste en

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1967 | | pagina 20